Bij de idee. Als er geen terugkeer naar de dingen was. Dus bij het leven dat verlevendigd wordt met het vuur waarmee van alles verbrand is. Het leven ontleent zijn stabiliteit, zijn beweging, zijn georganiseerde levendigheid aan as, leegte, dode taal, abstractie.
Lucretius ergert zich aan Herakleitos. Als alles vuur is, hoe kun je dan weer uitkomen bij vastere vormen? Hoe voorkom je dat, gezien vanuit het vuur, alles eenvormig wordt en de verschillen tussen de dingen uit het zicht raken?
Het is als altijd. Grieken steken alles in de fik en wij constructieve Europeanen worden erin meegezogen.
Als je ergens wil uitkomen moet je ergens van uit kunnen gaan. We hebben ideeën nodig, creatieve, praktische, constructieve ideeën. Geloofwaardige, betrouwbare ideeën, geen scheppingen uit het niets.
Als die ideeën niet bestaan moeten ze worden uitgevonden. Als ze nog niet zijn uitgevonden moeten we ze alvast in de toekomst plaatsen, als richtpunt. Zijn ze er, dan vervangen we de regulatieve idee onmiddellijk door de echte.
We kunnen niet zonder. Niet zonder het nodig hebben van ideeën. Niet zonder het zonder.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten