donderdag 25 augustus 2011

Jongens jongens toch

Okee, iedereen hield van jongens of werd geacht van jongens te houden, bij Plato. Het zal allemaal wel verklaarbaar zijn, maar er moest toch iets over verzonnen worden. Vond Plato.

De opstijging naar de idee verloopt in Symposion - zo luidt de les van de vrouw Diotima - via de jongens. Eerst kijken naar de jongens, platonische liefde dus, en dan doorschakelen naar schijnbaar iets anders. De grap is evenwel dat een idee niet zomaar iets anders is, maar de essentie van het ding zelf. In dit geval dus die jongen en die blik, noem maar op.

Zo belanden we via de jongensliefde in de jongensliefde.
En dat heet dan opvoeding, Bildung, paideia.

Later worden die jongens nogal eens gepakt in instellingen waar de Platoonse heen-en-weerbeweging wordt geïntensiveerd door Gods toewending. Dubbel en dik erover maar.

Geeft allemaal niet, want er zit een wijze les in. Een les die we nog lang niet uitgepakt hebben. De les dat er een wezenlijk verband zit tussen het wezenlijke en de overbrenging op de echte of symbolische jongens. Het kan dus evengoed bij meisjes, ouderen, onszelf, dieren, plastic poppen.


En het kan evengoed bij het wezenlijke zelf. Het wezenlijke komt bij zichzelf door onderwijs, door jongensliefde, door 'liefde' voor 'jongens'.

zondag 21 augustus 2011

Bakkie troost

Je kunt tamelijk moeiteloos, een beetje filosoof met schrijftalent doet het graag (http://cyrillansink.nl/teksten/essays-artikelen/de-troost-van-de-filosofie), zowat de hele geschiedenis van de filosofie centreren rond de troost.

Filosofie als een Allheilmittel (gr.: panacee) tegen frustratie, impopulariteit, geldgebrek, liefdesverdriet en - let goed op - pijn. Tegelijk zijn enkele hinderlijke vragen kaltgestellt, zoals die naar het nut van filosofie en de vraag naar de houdbaarheidsdatum van het geneesmiddel.

Maar wat als het geneesmiddel te goed werkt? Als de filosoof met schrijftalent te goed schrijft?

Soms heeft filosofie een ontnuchterende werking, of is het een naam voor een ontnuchtering die we wel eens meemaken. Het gevolg is dat allerlei pleisters en zalfjes worden vervangen door een ervaring van de pijn zonder verlichting.

Het kenmerkt de genialiteit van een Nietzsche om al deze elementen te combineren: pijn, troost van de filosofie, ontnuchtering. Even geloven we dat pijn goed voor ons is, dat het lijden zelf de troost biedt tegen het lijden.

Vandaar dat fenomeen levenskunst, nooit verouderende filosofen die niets liever doen dan een berg opfietsen en dit aanprijzen als nooit verouderend geneesmiddel.

Maar wat als je de schroef nog een slagje verder draait? Een tandje bijschakelt? Dan volgt de formule: ontnuchtering biedt troost voor ontnuchtering. Voor de ontnuchtering van de wetenschap, van de vraag naar het nut, en uiteindelijk ook voor de ontnuchtering van het perspectivisme, de visie dat filosofie onze visie op dingen verandert, niet de dingen zelf.

Hè, eindelijk zitten we in een abyssale paradox, de paradox dat de ontnuchtering precies niet biedt wat ze biedt. Daar ligt onze kans dat ze wel biedt wat ze biedt.

Als dan nog niet iedereen afgehaakt is weet ik het ook niet meer...

Tijd voor koffie.

zaterdag 20 augustus 2011

Antwoorden in naam van Derrida's chora

Een omzichtig spel speelt Sokrates in Timaios met chora. Het wordt tweemaal neergezet, de eerste keer als een 'genos' in politieke context, de tweede keer - als een 'derde genos' naast de onbeweeglijke vormen en de bewegende dingen - in de inrichting van de kosmos.

Je kunt die twee plekken met elkaar in verband brengen, je kunt denken over de noodzaak achter beide verschijningen. Dat is wat Derrida doet om niet de blijven steken in een lofzang op Plato's meesterschap als schrijver.

De verbindende formule is dat Sokrates 'antwoordt in naam van' chora. Hij zegt tegen andere 'genè', de dichters en sofisten, dat hij op hen lijkt, zij kunnen nabootsen en zijn zonder verblijfplaats. Sokrates neemt daarmee als het ware de plaats in van chora, de plaats zonder plaats, en de plaats die plaats biedt aan de plaats. In het geval van Sokrates: degene die plaats biedt aan de visies van de anderen.

Met terugwerkende kracht kun je de opvatting van het platonisme als filosofie ontmaskeren, of liever de zelfontmaskering van Plato als filosoof volgen. En daarmee - steeds voor een deel - de zelfontmaskering van de filosofie. De filosoof die 'antwoordt in naam van chora' is verwikkeld in een complexe verhaalstructuur die deels mondeling, deels schriftelijk is, en waarvan geen duidelijke 'vader' aan te wijzen is.

Zou dan toch het verhaal van Sloterdijk kloppen dat Derrida het Egyptische schrift via Plato en Mozes voor ons ontsluit?

Het ligt eraan wie wij zijn of we dat verhaal accepteren. Wat mij betreft is het verhaal te priesterlijk, de priester als duider van een goddelijke wet, zelfs als die wet atheologisch zou zijn.

Ik ben Timaios zelf eens gaan lezen. Een van de dingen waar Derrida niet op ingaat is de openingszin:
Sokrates: 'Een, twee, drie, maar waar, beste Timaios, blijft de vierde van onze gasten van gisteren, en van de gastheren van vandaag?'

Ik vind het niets voor Derrida om zo'n kans te laten liggen. De vierde gast, in een verhaal dat toch ook gaat over de vier elementen, en vier driehoeken, dat vraagt om weer een nieuwe herlezing, van het begin af aan, dus vanaf weer een eerder begin.


donderdag 18 augustus 2011

Tussentijds

Vandaag staat in het teken van de komende overwinningen. En zelfs dominanties, 'archai'. De chef van Tripoli is in het nauw gedreven en een journalist verkondigde aan een Duitse filosoof de installatie van het matriarchaat.

De résistances gaan over het tempo waarin, nauwelijks over het feit dat. Ook nauwelijks over het hoe en over de consequenties.

Vandaag staat dus in het teken van het fatum, het verzet tegen de onvermijdelijkheid die uitgesproken is ('fatum') en waar het verzet zelf, als echo van de aankondiging, stepping stone is op weg naar de actualisering.

De echte actualiteit is niet het hier en nu, niet de toekomst, maar het bekende al te bekende heimlich heimelijk te heimelijk en darum eben unheimlich.

Het matriarchaat was er, en zal er zijn. Misschien niet echt, maar wel als echte fantasie en dreiging. De tussentijd gebruiken we (wij mannen, maar wie gebruikt wie?) voor machismo, spel met de overlevering aan de ene vrouw die - althans in ons hoofd en volgens ons hoofd - wil voldoen aan onze proportioneel-disproportionele verlangens. Spel van overlevering, van metroseksualisme en toyboy, waarin de overgave nog binnen de invloed van het mannelijk initiatief ligt.

Sokrates en Diotima, een didactische dialoog, geschreven door Plato.

Tegenoffensief, scheiding van jongens en meisjes op school. Zoals de Nederlandse Tourdeelnemer die bergop ineens zijn 'eigen tempo' gaat. Bepaling van houdbare gebieden, bijvoorbeeld techniek.

Lachen man.

dinsdag 16 augustus 2011

Lezer

Ideeën zijn startpunten. Ze zijn oorspronkelijk en creatief. Om ideeën te hebben moet je geloven in oorsprong.

Dan slaat de reflectie toe. En de reflectie op deze reflectie maakt duidelijk dat zelfs het 'dan' misplaatst is. De oorsprong wordt alleen dan gevolgd door reflectie, je kunt alleen dan spreken van reflectie, wanneer de oorsprong als zodanig wordt herkend. Met andere woorden, de oorsprong wordt oorsprong van iets dat er al was. En je kunt die oorsprong dan moeilijk nog een oorsprong noemen. Ook het 'als zodanig' is dan opgelost in de reflectie. En de reflectie zelf, omdat die alleen dan... quod non.

We glijden weg in de bewegingen van de differentie. De bewegingen kunnen niet meer worden gereguleerd vanuit een oorsprong en niet meer worden bereflecteerd.

Tal van zaken worden onbeslisbaar - of beslisbaar, want beslisbaar en onbeslisbaar veronderstellen elkaar. Dat is allang bekend vanuit de metafysicakritiek met haar onpeilbare bewegingen.

Ik beslis hierbij - zonder iets te kunnen beslissen - om mezelf niet langer schrijver te noemen. Niet dat de 'auteur dood is', maar het onderscheid tussen lezen en schrijven lost op in een serie bewegingen die ik niet in de hand heb, en ik wil niet de indruk wekken dat ik die wel in de hand heb.

Wat deze beslissing voorstelt is ook voor de lezer onhelder, maar hij zal aanvoelen dat ze niet losstaat van alle eerdere stukjes in deze serie.


woensdag 3 augustus 2011

Avantgarde

Misschien is de avantgarde een intensieve toespitsing van de technè (kunst, ambacht, techniek). De verbinding tussen technè en Platoons idealisme is alleen al daardoor aannemelijk omdat Plato een avantgardist (avant la lettre) was in zijn tijd. Hij stond een toespitsing van de technè voor in debat met de sofisten. De idee is enkelvoudig maar wordt gebracht in een complexe wereld. Hij lokte allerlei reacties uit die konden leiden tot een herstructurering van de wereld.
 Het individu gaat zelf hegeliaans in deze wereld tenonder.

Denk hierbij aan de bloed spugende Chopin die subtiel doorspeelt in de salon terwijl het Franse publiek converserend bouwt aan zijn nieuwe cultuur.

Een schijnbaar eenvoudig gebaar is de romantische componist die uitdrukking geeft aan zijn persoonlijke gevoelens. Wat hij in werkelijkheid deed was een ongekende intensivering van de techniek rond 1800. Beethoven was meester in de ontwikkeling van een uiterst kernachtig motief. Schubert in de hantering van simpele liedstructuren met homogenere blokken.

We stellen ons hen voor in de beslotenheid van hun individuele universum. Ten onrechte, want ze brachten met hun composities enorme effecten teweeg in de ervaring van volgers en luisteraars. Het (veronderstelde) gevoelsleven van 16-jarige meisjes (Norbert Loesser) werd als grondmateriaal ingezet van mannen die als afgewezen aanbidder de gevoelens beëchoden en verruimden langs vooral twee wegen: ontplooiing van kernmotieven en verruiming van de ruimtelijke en tijdsdimensies. Het seksuele spel werd als contrast- en conflictvorming gerepresenteerd (sonatevorm).

Beslissend voor de avantgarde is de pose van de zelfbeslotenheid die in de buitenwereld contrasten en conflicten uitlokt en zich vervlecht met de politieke strijd. Democratie, nationalisme, fascisme en communisme konden zich vervolgens moeiteloos met de artistieke avantgarde verbinden door deze te verbieden en door een gelijksoortig concept te vervangen (Groys, Gesamtkunstwerk Stalin) of door de antieke erfenis in een strakkere versie - in een avantgardeske look - opnieuw te presenteren (Mussolini).

Iets van dat schandaal voelen we nog wanneer we in de huiskamer Schubert spelen terwijl de tv-komedie allang begonnen is en de huisgenoten gek worden. Dit effect ligt in de muziek zelf besloten, maar dan oneindig veel erger.

maandag 1 augustus 2011

De exmentor

Bij Harry Potter zijn dementoren waarschijnlijk de ergste wezens die bestaan. Ze zijn blind en gaan gekleed in lange zwarte jassen. De mensen die in hun buurt komen kunnen zich alleen maar vervelende dingen herinneren. Dementoren kunnen hun kaken om je mond klemmen en je ziel uit je zuigen ("kus des doods"). Allemaal niet fijn.

Dementor staat tegenover patronus. Je kunt de patronus aanroepen om van de dementoren af te komen. De patronus herinnert aan het Romeinse cliëntelisme. 's Ochtends stond je in de rij om hem te smeken je te helpen met je zieke kinderen en om je te beschermen bij rechtszaken. Dumbledore is de patronus, wij zouden misschien de 'mentor' zeggen. Iemand die je wegwijs maakt in de emotionele loopgraven van de school.

In het onderwijssysteem wordt soms gebruik gemaakt van peer mentoring. Je wordt dan bijgestaan door een meer ervaren leerling. Het systeem schijnt vooral in oosters-orthodoxe kloosters dominant te zijn geweest en overgenomen te zijn voor andere Bildungs-plaatsen, zoals scholen, gevangenissen en criminele bendes (zie Kharkhordin). De Russische maffia werkt met mentoren, de Italiaanse met een patronus (Godfather).

In het leven gaat het erom, met hulp van de mentor zelfstandig te worden. Dus om te leven zonder de mentor. Je moet min of meer dementeren. Als je zelfstandig wordt, is je mentor mentor af, dementor of exmentor. De exmentor werkt subtieler dan de dementor. Als hij in de buurt is krijg je goede herinneringen. Hij bestookt je met boekentips, cd's, bemoedigende reacties.

Het zwaartepunt in de relatie is, als het goed is, verschoven van passieve inontvangstname naar actieve waakzaamheid. Je exmentor wordt een sirene in je zelfreflectie. Roep zijn hulp alleen aan indien onvermijdelijk! Weiger zijn geschenken niet! Accepteer zijn kus als de gave van een fluïdum dat je toelaat in een aparte plek in je lichaam, naast je eigen ziel. Zet zijn cd's bijeen op een hoge plek in je rek. Neem de tijd om te bezien of je die geschonken ziel wil aanspreken. Ga dan over tot defragmenteren en gedoseerd verwerken.

Sla al mijn adviezen in de wind. Lees ze geamuseerd als een zelfgesprek dat nog niet de moed had zich op te bergen in zijn beschutting.