Hoe kun je de slaaf in jezelf ontwikkelen? Deze vraag past niet goed in de politieke filosofie, maar ook niet bij de dingen die we zoal meemaken. We hadden al behandeld dat we graag willen winnen, en ook worden opgevoed om dat graag te willen. En als er dan toch slavenarbeid moet worden geregeld, laten we dat liefst over aan machines. En als dat niet kan, dan regelen we een contract, want een contract kan - zoals we nu in de krant lezen - gepaard gaan met geheimhouding, weglakken en met disclaimers. Per saldo levert een contract op dat iets is ondertekend, met eventueel ook nog een 'contresignature' (die term ken ik van Derrida).
Een belangrijk en onderschat gegeven van de oudheid is dat slaven als mensen werden beschouwd. Dat we dit steeds minder goed begrijpen, heeft ermee te maken dat we mensen steeds meer als meesters zijn gaan zien, als wezens die beschikken over hun lot en kunnen rekenen op het respect van anderen. De slavernij hebben we afgeschaft, en niet voor niets. We zijn ons onder invloed van allerlei morele ideeën schuldig gaan voelen over van alles en nog wat. Daar past niet bij dat we ons ook nog eens schuldig voelen over de behandeling van mensen als slaven. Zeker niet na de dood van God, want wie kan ons dan nog vergeven?
De kwestie van de slaaf als mens komen we tegen bij Aristoteles, en is door Agamben weer op de agenda gezet. Ik ben me ervan bewust dat ik een belangrijk stuk geschiedenis oversla, het christendom. Jezus was de slaaf van God, en ook Paulus noemde zichzelf zo. Geleidelijk werd het een titel, de paus noemt zichzelf slaaf der slaven, servus servitorum. De slavernij is dus verenigbaar, zo blijkt maar weer, met leiderschap. Dat zien we tegenwoordig ook op de buis. Demissionair minister De Jonge wil ons graag - en steeds vaker ook minder graag - van dienst zijn, en wordt voortdurend ter verantwoording geroepen door zijn soevereine meesters, dat wil zeggen wij.
Maar wat als wij zelf ook slaven zijn? Hebben we dan niet ook rechten? Verlangens? Is er niet een waardigheid die past bij slaven? Als we het over menselijke waardigheid gaat, geldt dat dan niet ook voor slaven?
Ik heb deze gedachte soms bij leerlingen. Het moderne onderwijs ziet leerlingen graag als mensen op weg naar volwassenheid. Om daarop vooruit te lopen mogen ze allerlei keuzes maken. Ze worden 'eigenaars van hun leerproces'. Maar leerlingen willen vaak duidelijkheid. Nog niet zo lang geleden werd ons docenten aangeraden om leerlingen vooral 'structuur te bieden'. Ze moesten weten waar ze zich aan moesten houden, want daar hadden ze recht op. Er heeft dus een verschuiving plaatsgevonden van vrijheid naar helderheid. Leerlingen hebben er recht op om te weten waar ze aan toe zijn. En omdat wij docenten hun slaven zijn, moeten we hun dat bieden. De anarchistische sfeer heeft inmiddels plaatsgemaakt voor training. Wij docenten coachen de leerling naar een doel dat hem wordt gegeven. Dat doel wordt helder omschreven. De docenten vormen een combine met de technische middelen. Die combine is zo sterk dat docenten zelf technisch middel zijn geworden. Hoe kunnen we de leerling dienen?
Docenten eisen soms hun waardigheid als soevereinen weer op. Ze willen weer - zoals Gert Biesta zegt - lesgeven in plaats van dienstbaar zijn aan het leerproces van de leerling, schakel zijn in iets wat de leerling aan zichzelf geeft. Daarbij stappen we voor het gemak heen over het basisgegeven dat de docent er is voor de leerling, en niet andersom. We zouden dus moeten overdenken hoe we onze waardigheid als slaaf kunnen opeisen. Want een slaaf is ook een mens.
Een van de dingen waaraan ik denk is dat we duidelijke instructies verdienen. Vertel ons maar wat we moeten doen. Moeten we harder werken dan waarvoor we worden betaald? Nu wordt die vraag in het midden gelaten. De docent kiest zelf voor zijn professie en toewijding, dus werkt hij in principe oneindig. De leiders hoeven dat niet uit te leggen. Maar stel dat we onze rechten zouden opeisen als slaaf, dan zouden de leiders ons best mogen vertellen dat we ongeveer anderhalf keer zo lang moeten werken als waarvoor we worden betaald. Iets in de docent vindt dat fijn, hij wil helderheid.
Dit kan nog veel verder gaan. We kunnen gaandeweg ontdekken dat we geen eigenaars zijn van het leerproces. Maar leerlingen zijn dat ook niet. Ze zijn het alleen op de manier dat ze anticiperen op een toekomstig eigenaarschap. Ze bepalen nu nog niet de termen waarop ze worden beoordeeld. Ik maak dat regelmatig mee. Leerlingen denken na een toets dat een cijfer is gebaseerd op iets wat ze moeten kunnen begrijpen, en zelfs waar ze het mee eens zijn. Dat is niet zo, maar de suggestie dat ze eigenaar van hun leerproces zijn werkt dit soort misverstanden wel in de hand. Pas later zullen ze - heel misschien - eigenaar worden van hun leerproces.
Maar als docenten geen eigenaar zijn, en leerlingen ook niet, wie is het dan? Wie bepaalt wat en hoe er wordt geleerd? Waar liggen de rechten? Bij het soevereine volk? Dat volk zit nu thuis en klaagt dat het de kinderen moet helpen bij het leerproces. Het volk ziet zichzelf dus als soevereine meester en niet als slaaf. Maar als het volk echt soeverein was, zou het regelen dat er geleerd wordt zoals het dat wil, en niet hoeven te klagen. Ergo, het volk eist via het klagen misschien rechten op die het heeft als slaaf, als dienaar van een leerproces waarvan het niet de eigenaar is.
Ik heb nog geen idee waar ik uitkom wanneer ik deze draad afwikkel. Ik beschik ook zelf helemaal niet over die draad. Ik ben allang blij als iemand me vertelt wat ik doen moet. Zeg het maar, moet ik ervoor zorgen dat leerlingen de doelen halen die zijn vastgelegd, koste wat kost? Of tot op zekere hoogte, en welke dan? Het is dan vervelend als iemand tegen me zegt: jij bent professioneel, bedenk zelf maar wat de bedoeling is. Dat is vervelend, omdat ik dan vooral bedoeld ben om de ander te vrijwaren van schuld. De meester wil meester zijn, maar zonder de schuld en verantwoordelijkheid die daarbij horen. Hij kan er dan op zitten wachten dat de slaven hun deel komen opeisen. Het zijn ook maar mensen.