zondag 29 oktober 2017

Het effect van meer prikkels - Tholen over klassieke talen

Vaak wordt gezegd dat we lijden aan een overdaad aan prikkels. Daarom is het extra prikkelend dat onderzoeker en docent klassieke talen John Tholen zijn pleidooi voor meer klassieke talen in het onderwijs ondersteunt met het argument dat de leerlingen zo extra worden geprikkeld. (VCN bulletin, oktober 2017, p.16-17)

Hoe zit het nu? Hoe verhoudt zijn pleidooi zich tot het gegeven dat we lijden aan een overdaad aan prikkels die ons aanzetten tot permanent leren en werken? Leiden prikkels automatisch tot meer leren? Worden de vermogens zo werkelijk geactualiseerd?

Tholen verwijst met zijn argumentatie vooral naar de neuropsychologie, en dan moet ik meteen schuld bekennen, omdat ik het er na de hit van Eveline Crone een beetje bij heb laten zitten. Zodoende heb ik na herhaaldelijke prikkeling van mijn collega Het tienerbrein van Jelle Jolles nog steeds niet gelezen. Toch kan ik niet wachten met reageren op de prikkelende oproep van Tholen, met de belofte dat ik er na lezing van Jolles op zal terugkomen.

Uit eigen ervaring herken ik alle empirische argumenten en de belangrijkste conclusie van Tholen. Het is inderdaad waar dat de vermogens van leerlingen bovengemiddeld worden aangesproken bij het vertalen van Oud-Griekse en Latijnse zinnen. In dit proces blijkt dat de leerlingen ertoe in staat zijn, en daarmee kan weer worden vastgesteld dat deze vermogens zonder onderwijs in de klassieken wellicht onvoldoende worden aangesproken.

Mijn verwondering is nu op gang gebracht en wil maar moeilijk stoppen. Evenzeer uit eigen ervaring weet ik dat de denkprikkels van de neuropsychologie erom vragen verder te worden overdacht, misschien zelfs tot hun limiet, het moment waarop de effecten zijn uitgewerkt. Misschien getuigt de stagnatie van het gymnasium wel van deze uitwerking. Als het waar is dat iedereen baat heeft bij meer klassiek onderwijs, waarom kiest dan maar een handjevol leerlingen voor deze optie? Waarom zien we zelfs schoolbesturen de handdoek in de ring gooien en het aanbod beperken?

Ik begrijp uit de voetnoten dat je de keuze voor al die prikkeling niet kunt overlaten aan leerlingen. Jelles wijst de leraar aan als de motor van de talentontwikkeling. Toegepast op de praktijk van de klassieke talen moet je inderdaad constateren dat de leraar wordt gezien als de eerstverantwoordelijke voor het onderwijs in de klassieke talen. Ouders, leiding, de politiek: die houden zich veelal op afstand of protesteren zelfs als de kinderen dreigen te worden overbelast.

We hebben bij het pleidooi van Tholen dus te maken met een oratio pro domo, een pleidooi voor het eigen huis, het huis van de klassieke talen. Het staat afgedrukt in het vakblad van de VCN, de Vereniging Classici Nederland. Het is een pleidooi dat vooral wordt gelezen door docenten die toch al uit eigen ervaring weten dat je met klassieke talen de vermogens van leerlingen bovengemiddeld aanspreekt. Het scheelt niet veel of dit pleidooi slaat om in een bezwering: zie je wel, we hebben gelijk, de biologie geeft ons gelijk!

Het zou daarnaast dus even interessant zijn om eens te analyseren waarom de samenleving (beleidsmakers, ouders, scholen) maar mondjesmaat doet wat toch in haar belang is, namelijk het onderwijs in klassieke talen opvoeren. Komt het door gebrek aan goede voorlichting? Dat lijkt me sterk, klassieke talen staan bekend als moeilijk en de neuropsychologie geniet flinke belangstelling.

Zou het kunnen, vraag ik me voorzichtig af, dat prikkels in onze samenleving anders functioneren? Niet alleen om werken en leren te maximaliseren, maar eveneens ertegenin, om deze te reduceren? Bij Tholen vind je tussen de regels door een aanwijzing voor dit vermoeden, wanneer hij het heeft over afleiding: 'Hoe meer een leerling zich tijdens het vertalen laat afleiden, hoe trager hij tot een oplossing zal komen.' Ik moet hierbij meteen denken aan de digitale middelen waarmee we leerlingen Latijn en Grieks moeten bijbrengen en waarbij die afleiding midden in het leerproces wordt toegelaten: je wint bij een Kahootquiz en hebt dan meteen vier woorden geleerd, en je enorm geamuseerd met het kabaal om je heen en de leuke kleurtjes waarin de keuzemogelijkheden zijn gepresenteerd.

Een andere prikkeling is het aanbod op de markt. Tholen ziet de neuropsychologische legitimering als unique selling point van de klassieken. Zijn oratio pro domo moeten we dus ook als reclame opvatten, de duik in de enorme wereld van prikkels die de klant verleidt om de producten te kopen. En zoals we weten gooit de klant de meeste reclame rechtstreeks in de prullenbak. Precies die vermarkting kan verklaren waarom we de klassieken steeds willen redden met een tegenstrijdige strategie: de vermeerdering van prikkels en de afscherming ertegen, die ook weer de vorm aanneemt van prikkeling tegen andere prikkels.

Bij al die prikkeling is het eigenlijk een wonder dat we nog aan het vertalen zijn. Leerlingen immuniseren zich tegen prikkels van buitenaf met oortjes, totdat we van de schoolleiding te horen krijgen dat die oortjes niet meer gewenst zijn. Dan blijkt dat ook die regels weer prikkelend waren bedoeld, om zelfreflectie van docenten op gang te brengen. Het wordt dus tijd dat we naast al die prikkeling ook overdenken hoe we die in balans kunnen brengen met ontprikkeling, immunisering, deactivering. Alleen dan kan ik verklaren dat die leerlingen zich nog zo inspannen om die moeilijke zinnen te vertalen, veelal met succes ook nog.


Afbeeldingsresultaat voor horzel

woensdag 11 oktober 2017

We eisen de zondag terug - Gielen en Agamben

Pascal Gielen voert een traditioneel intellectueel pleidooi voor de zondag, de dag van het nietsdoen, de luiheid. Je wordt wel doorbetaald, maar zonder dat je iets doet.

Daarmee volgt Gielen het spoor van Agamben die in Il regno e il gloria de economie eveneens probeerde te laten uitlopen op een zevende dag. De schepping moeten we niet bezien vanuit de arbeid maar vanuit zijn schijnbare tegendeel, de rust.

Toch zet Gielen andere accenten. Hij gelooft in creativiteit en vindt het erg jammer dat die totaal verpest wordt door het kapitalisme in zijn huidige neoliberale gedaante. Dat neoliberalisme is bang voor creativiteit die controle en meetbaarheid verstoort. Het is erin geslaagd de kunst te verbannen van het betaalde werk naar de linkse hobbysfeer.

Gielen trekt de lijn van de Frankfurter Schule door. Die zag nog wel iets in de hogere kunst als uitwijkplaats voor de commerciële cultuur. Maar nu is het nog erger geworden. Alles wordt gemanaged, of het nu André Hazes is of de symfonieën van Hans Werner Henze. De regels gaan het spel vooruit, en daarom is de creativiteit bij voorbaat geprogrammeerd en ingeperkt. Alles wordt in de richting van conventionaliteit gedreven. Buiten en in de kunst bijvoorbeeld door professionalisering en teamwork, ook in het onderwijs geen onbekende.

Het geliefkoosde model van Gielen is dat we eruit stappen, de eenzaamheid zoeken (check) en daarna met een frisse duik (uncheck) er weer in kunnen springen. Typisch zo'n metafoor van Sloterdijk. Erin springen, in de gehorizontaliseerde sfeer van het water, kan weer als je van buiten komt, als je voor je zwemt eerst springt.

Daartegenover staat dan toch weer Agamben, In zijn beschouwing over zijn leven, zijn 'Zelfportret' (Autoritratto nello studio) neemt Agamben de pose over van Hölderlin, Walser en Kafka die zich geheel buiten het openbare leven stellen. Ze worden een soort plant, omdat de samenleving is doorgedraaid en deelnemen hun niets meer te bieden heeft. Agamben besluit met een blik op een grasveld in plaats van de traditionele blik op de sterrenhemel. God is gras, alle soorten, alle groenvarianten en bloemetjes ertussen.

Is Agamben niet gevlucht voor het kapitalisme, dat de grasvelden rond de dorpen allang heeft gehomogeniseerd tot een volstrekt monochroom groen? Geert Mak bezocht enkele maanden geleden Jorwerd, en vooral het gras liet hem zien dat God er nu echt vertrokken was. Als God dus gras is, dan is Hij nu echt weg.

Vluchten is ook een kunst. Bij Gielen komen al mijn helden langs, ook Zygmunt Bauman die de vlucht ziet als bijeffect van het onvermogen van mondiale autoriteiten om de grote problemen op te lossen. Het gevolg is dat ze denkbeeldig worden opgelost op lokaal niveau en zelfs door individuen. Die gaan op jacht, koopjes, doelen, resultaten, spektakel.

Gielen betoont zich loyaal aan de kritische traditie en wil repolitiseren. Mooi, hulde. Agamben lijkt zich terug te trekken uit de rebellie, we zien in zijn zelfportret bijna niets terug van de Italiaanse rebellen Hardt en Negri (en anderen) die Gielen bijlichten op zijn herformulering van creativiteit.

Bijna niets... het niets van de zondag, de gereformeerde zondag voordat ook deze voor de bijl ging van de koopverslaving en het werk. Voor Agamben is creativiteit de eerste en tweede creatie. Je maakt iets, maar wat je maakt is een mogelijkheid, en die mogelijkheid blijkt iets te zijn wat kan worden gerealiseerd en niet gerealiseerd. Zie Melville's Bartleby op Wall Street. Het eindigt met het niets, maar wel van alle mogelijkheden.

Het wordt me langzaam duidelijk dat de zondag van Agamben die is van de poëzie. Poëzie is de kunst van je inhouden, terughouden. Bijna al Agambens vrienden waren dichters. Bij Gielen gaat het om de beeldende kunst, de kunstenaar die eigenlijk al vervangen is door de spektakelheld die levende koeien doormidden zaagt omdat daar aan valt te verdienen.

Daar zitten ze dan, de dichters en de beeldende kunstenaars, op onze zondag. We weten niet wat we ermee aanmoeten. Moeten we hen het werk in slepen, weg van de zondag? Of moeten we een soort narren van hen maken, die we toestaan om op zondag hun beledigingen naar ons te spugen?

Een licht spookachtig effect, dat is wat ik erbij merk. We palmen de kunst in, maar er blijft een vaag effect dat misschien meer kunst is, creatiever, dan al ons geflirt met creativiteit en kunst. Inclusief, zou ik zeggen, de levenskunst, die inlijving van de creativiteit binnen de ergst denkbare conventionaliteit...

Pascal Gielen, Creativity and Other Fundamentalisms, 2013
Giorgio Agamben, Autoritratto nello studio, 2017

Afbeeldingsresultaat voor de kerk zondagochtend bijbel