dinsdag 30 juni 2015

Brague over Europa en romaniteit

Al jaren heb ik mezelf verteld dat het beroep op de klassieke talen minder eurocentrisch moet worden. Je zou die hele klassieke cultuur ook kunnen zien als een scharnier van Europa met de wereld, een scharnier waarmee het mogelijk wordt de deur dicht en open te doen. Dit in herinnering aan de schoolgids van het gymnasium uit de tijd dat ik zestien was, en waarin werd gezegd dat de klassieke cultuur de wortel was van onze Europese beschaving.

Laat het nu precies die gêne over het eurocentrisme zijn die misschien wel het beste is wat Europa aan de wereld te bieden heeft, en een kans bevat om nieuwsgierigheid naar die wereld aan te wakkeren. Volg je die gedachte, dan zou je nóg eurocentrischer moeten worden om met die onverdraaglijke zelftevredenheid af te rekenen.

Dat verklaart misschien waarom zoveel filosofen die ik lees vroeg of laat weer de positieve kanten van de Europese cultuur ontdekken: Derrida en Sloterdijk met name, en waarom we op zondagavond de reis van Abraham Kuyper overdoen. In zekere zin is die Middellandse Zee nog steeds een wereld, een wereld waar je vanuit het verre verleden een blik in de toekomst kunt werpen, met niet alleen alle tragiek die er ongetwijfeld deel van blijft uitmaken, maar misschien ook met enkele kansen die zich daar voordoen, 'treinen' waarop we kunnen springen.

De aanleiding voor de Franse filosoof Rémi Brague (1947) om zijn boek over Europa te schrijven was de Europese eenwording ten tijde van 'Maastricht'. Verwacht geen verhalen over de val van de muur of over bedreigingen van buitenaf. Wanneer we daar teveel aandacht aan geven laten we juist merken dat we behalve een kleingeestig materialisme of spiritualisme de wereld nog maar bitter weinig te bieden hebben. Brague concentreert zich op de tijden en gebeurtenissen waarvan hij het meeste weet, de oudheid en de middeleeuwse islam en jodendom.

Sorry, hier moet ik weer een pas op de plaats maken. Hebben we het over de middeleeuwen, dan kunnen we het steeds minder over de Donkere Eeuwen hebben, en al evenmin over dat enorme Anton Pieckfeest van nostalgie en Brabantse kermis. Het wordt voor iedereen steeds duidelijker dat de middeleeuwen een tijd zijn geweest waarin Europa beslissende keuzes heeft gemaakt qua cultuur. Alleen liggen die keuzes deels verborgen in voor ons onleesbare teksten, Syraakse parafrases van Griekse wetenschap die in het Arabisch verder geparafraseerd zijn, en verder in de scholastiek zijn ingevlochten. En die ontelbare ruzies tussen pausen en vorsten waar niettemin beslissende zaken zijn gebeurd met het christendom in zijn verhouding tot de politiek en dus met de vorming van Europa.

Denk je langs deze lijn verder, dan staat niets minder dan de geschiedenis zelf op het spel. Hebben we te maken met gebeurtenissen die altijd al gebeurden en zullen gebeuren, of vallen er lijnen en richtingen in te ontdekken? Stel dat we ons nu in de posthistoire bevinden, of minstens niet willen uitsluiten dat we ons daarin bevinden, dan moeten we weer even de sleutel tot de geschiedenis opnieuw vinden.

Welnu, Sloterdijk streept de moderne tijd het liefst van zijn lijstje. De modernen lijken op het oog zoiets te proberen als een nieuw begin van geschiedenis, maar ze komen niet verder dan wat improviseren, en dat ook nog met desastreuze gevolgen. Zijn geschiedenisvisie kan hij evenwel slechts construeren vanuit een genealogisch perspectief, een rationele fantasie die vanuit het heden is geprojecteerd naar een verleden dat het begin van de geschiedenis moet verklaren. En nog los van de vraag of we meegaan met Sloterdijks zondevalmodel maakt zijn boek over de 'schreckliche Kinder' mij overtuigend duidelijk dat de moderniteit zelf geen 'begin' van de geschiedenis is, geen zicht heeft op het vertrekpunt van waaruit we de geschiedenis kunnen overzien.

De renaissance, zegt Brague, biedt al evenmin een goed perspectief om het geschiedenisgebouw te reconstrueren. Eigenlijk is de idee van renaissance zoals de humanisten die rond 1500 bedachten ook niet veel meer dan de fantasie dat er daarvoor 1000 jaar lang niets van culturele importantie gebeurd was. Maar wellicht is dat precies de idee van renaissance, dat je teruggrijpt op een vorige periode met de misplaatste idee dat er in de tussentijd niets gebeurd is. In die zin is de verlichting ook maar een renaissance, en doordenkend op dat idee kom je voortdurend vele renaissances tegen. Steeds dichter naderen we zo de idee die Brague als de kern ziet van Europa en geschiedenis, van wat bijna een tautologie is, Europese geschiedenis.

Europese cultuur is eerder een vorm dan een inhoud, zegt Brague. Hem interesseert het niet echt wat de Romeinen of de christenen her en der hebben gedaan. Het gaat hem om hun cultuur, de structuur van hun collectieve verhouding tot zichzelf en anderen. En die is enorm interessant. Want achter die middeleeuwen ontwaart Brague de 'romaniteit' als kern. Daarmee bedoelt hij dat de Romeinen een verhouding tot zichzelf en andere culturen hadden waarbij ze zichzelf essentieel 'secundair' vonden. Ze hadden niets uitgevonden, maar alles ontleend aan de Grieken. In die zin zijn ook de christenen secundair, omdat ze na een paar spannende momenten in staat bleken om de hele joodse erfenis op zich te nemen als 'Oude Testament', dwars tegen alle verleidingen tot 'marcionisme' in.

Europa is precies die samenballing van culturele en religieuze 'secundariteit'. We zijn allemaal Romeinen, nog steeds, omdat we weten dat de Grieken oorspronkelijker zijn dan wij, en we tegelijkertijd niet in staat zijn hen simpel te kopiëren, we zijn gedwongen tot renaissances, steeds weer opnieuw. Daarnaast zijn we christen, ook als we daarvan niets willen weten. Ja zelfs katholiek, omdat wij, of liever onze gelovige voorouders, de joodse God ooit in een mens hebben gezien, waardoor de hele verhouding tussen cultuur en religie structureel is veranderd. Juist doordat God is geïncarneerd in een mens kunnen we het ons veroorloven de politiek en de natuur te zien als iets wat niet per se heilig is. Er ontstaat alle ruimte voor een politiek, natuur en zelfs cultuur die niet helemaal opgeslokt wordt door het sacrale, ze worden min of meer neutraal, iets waarvoor je niet per se bang hoeft te zijn of wat je moet aanbidden. We kunnen zelfs atheïsten worden, dankzij dat christendom!

Ik had u al gewaarschuwd, deze enorm krachtige differentiële dubbelstructuur met zijn openheid voor het andere is tegelijk enorm eurocentrisch, en, naar nu ook nog blijkt, enorm katholiek zelfs in roomse zin. Romaniteit in twee gedaanten. Maar hoe zit het dan met al die rivalen, islam, jodendom, protestantisme, oosterse orthodoxie, wetenschap en techniek, toch evengoed historische factoren van Europa?

Juist bij dit probleem toont Brague zijn meest virtuoze kunsten. Hij weet uit zijn eigen ruime ervaring met middeleeuwse moslimhandschriften dat daar van 'romaniteit' geen sprake was, in de zin van culturele secundariteit. Aristoteles werd wel gelezen en schriftelijk verwerkt. Maar hij werd vooral geparafraseerd. En er is een wezenlijk verschil tussen parafrase en commentaar. Bij commentaar is de originele tekst van de bewerkende tekst goed te onderscheiden, bij een parafrase is dat niet het geval. Het maakte de moslims met andere woorden niets uit wat Aristoteles gezegd had buiten datgene wat zij direct konden gebruiken. Het is dus uiterst ironisch dat we tegenwoordig spreken van 'moslimfundamentalisme'. Als de moslims iets niet deden was het de letter respecteren, de letter als iets van het verleden dat je moet respecteren, los van het directe nut dat je er nu van hebt. Ze wierpen de lege huls weg, terwijl de Romeinen en christenen die bewaarden.

De oosters-orthodoxen en de protestanten konden uiteindelijk het verschil tussen religie en politiek niet scherp genoeg bewaren. De vorsten kregen de macht over de godsdienst. En de joden, ach de joden... zij werden eenvoudig weggedrukt uit de Europese cultuur en mochten pas weer echt meedoen toen de kaarten al geschud waren. We kunnen trots zijn op Marx, Einstein en Kafka, maar als ze al joden waren, kwamen ze daar nu juist niet graag voor uit. En ze dankten hun enorme invloed aan hun aanpassing aan, en rebellie tegen, een cultuur die de spelregels allang had bepaald.

Voorzover die rivalen in Europa worden verwelkomd, worden ze dus verwelkomd door 'Romeinen' of 'Roomsen'.

Om alle misverstanden te voorkomen: begrijp je die romaniteit anders dan als een vorm van de cultuur, bijvoorbeeld door de Katholieke Kerk te bevoorrechten, dan kom je terecht bij het tegendeel van wat Brague bedoelt. De kerk kan alleen maar katholiek zijn wanneer ze ervan uitgaat dat de perfectie evengoed of misschien meer nog bij de ander zit, net als de Romeinen vonden dat de perfectie bij de Grieken zat.

Hier zou een deconstructie kunnen beginnen, een soort chiasme waarbij de rooms-katholieke gelovige juist niet heeft begrepen wat de kern is en waarbij de echte rooms-katholiek zijn tegenstander is, de atheïst met ontzag voor de kosmos omdat precies daar de mens als persoon het meest tot zijn recht komt. Denk bijvoorbeeld aan Kant, die uit het ontzag voor de sterrenhemel de rationaliteit van de moraal in zijn maximale vorm afleidt. Is die Kant een jood, protestant, of is hij de katholiekste van allemaal?

Maar deconstructie, dat is niet echt Brague zijn ding. Dat gaat over teksten, terwijl het mysterie van de Romeinen (denk aan het Romeins recht) en van de katholieken de incarnatie is, het mysterie van God die mens werd in geestelijke én lichamelijke zin, 'persoon'. De katholieken hebben wel een Bijbel, maar dat is het verslag van getuigenissen, superbelangrijk, dat wel, maar allerminst 'ongeschapen' zoals de Koran dat is.

En daar sta ik dan, (ex-)katholieke theoloog die via allerlei toevalligheden leraar Latijn is geworden, 'romaniteins' in misschien wel de meest authentieke betekenis waarin Brague dat bedoelt. Met enige overdrijving, maar zelfs daarvan ben ik niet zeker, zou ik kunnen zeggen: ik, Antonius Mattias Michael Maria Simons, ik ben Europa. En dus de wereld. En, let wel, in alle bescheidenheid en besef van inferioriteit!

Dat een schrijver me kan verleiden tot dit soort gedachten, dat geeft wel cachet aan mijn leven tot dusver, geloof dat misschien, wie weet, mijn levensweg niet alleen maar zinloos toeval is, minder zinloos dan ik altijd heb gedacht.

Weet je wat, laat ik maar eens gaan leven alsof die zin schijnt door alles wat ik tegenkom. Door de klassieke teksten die we in de klas doorworstelen. Door mijn collega's en leerlingen die me van nu af erg belangrijke zaken te vertellen hebben. Door de schakelklas die de Syrische erfgenamen van erg belangrijke manuscripten bij ons binnenbrengt. Door mijn oude vader die in al zijn tirades tegen de bisschoppen katholieker, romaniteinser, is dan vele verdedigers van de hiërarchie. Door de bootvluchtelingen die maar blijven denken dat Europa meer te bieden heeft dan cynisme, bewaking en kleinzielige afgunst op het gemeenschapsleven elders. Door de Grieken niet te vergeten die we zo nodig hebben om ons te herinneren aan de waarde van de economie.

https://s-media-cache-ak0.pinimg.com/236x/b2/4b/31/b24b312d70efcdb809034dc8c36a9aaf.jpg