'Dat zijn de dragers van onze beschaving!' riep een ouder tegen mijn vriend, of misschien zijn vrouw, daar wil ik vanaf wezen. Als je gezellig zit te drinken en te eten kun je weleens detailtjes vergeten. Het waren gymnasiasten die door hun ouders werden opgewacht. Mijn vriend, of dus misschien zijn vrouw, riep nog terug dat de stratenmakers misschien eerder dat fundament hadden gelegd. Maar die reactie ging in de nevels verloren.
Zo komt het dat ik ook nog niet weet waar ik aan toe ben. Ik word geacht de gymnasiasten te vormen, maar beweeg me dagelijks voort over de straten die gelegd zijn, en weet zelfs dat ons woord straat afkomstig is van het werkwoord sterno = uitspreiden, neerleggen, voltooid deelwoord stratus. Er is iets voor me neergelegd, een straat, en daarover gaan de gymnasiasten die ons zullen leiden. Mijn vriend legde me uit dat hij bij leiding ook dacht aan iets hols, er gaat wel iets doorheen, maar daarvoor moet die leiding dus hol zijn.
Mijn vriend en ik zijn in de opleiding gevormd door filosofen, en die behoren tot een wereld die we steeds meer als hol zijn gaan ervaren. Er wordt wel gedacht, maar vooral over posities, posities die je inneemt, verliest en als je taai bent weer herovert. Het woord positie komt overigens van het werkwoord pono, zetten, leggen, voltooid deelwoord positus. Je zou nu al gauw kunnen denken: waar iets wordt geponeerd, wordt ook iets gedeponeerd. En daar zaten we dan, op ons terras. Niet taai genoeg bevonden, niet resilient, afgeleid van re-salire, terugspringen, terugveren. We zaten daar maar.
We hadden ooit vrienden met interessante, sterke denkbeelden. Ze verwachtten iets van ons, al was niet helder wat precies. Hoe dan ook trad er een effect op dat niet adequaat was aan die verwachting. Anders hadden ze ons niet weggeblaft of weggezwegen. Of misschien ook was het een test, een socratische of nietzscheaanse test waarmee ze wilden bekijken of zelfs uitlokken of we wel konden terugveren. We hadden dan de edele functie gehad van een revenant, een spook dat de toekomst komt brengen, de terugkomer of terugveerder.
Maar er moet ergens een onderscheid zijn tussen de dragers en de restanten, de restanten die ook altijd zorgen voor enige weerstand, de resistanten. Als er geen resistanten zijn, zijn er ook geen dragers of stichters. Dan zou iedereen drager of stichter kunnen zijn. Zittend op ons terras, met onze koffie en whisky, ontdekten mijn vriend en ik dat we geen dragers of stichters waren. Wat waren we dan wel? Hadden we nog taaiheid, veerkracht? Of zochten we een ander spel met andere spelregels? Morgen worden we wakker en gaan we door met onze dingen. Het spel verandert niet, de regels niet.
Rest ons de weerstand. We staan ergens, zitten ergens. Het denken zoekt zich een weg, niet alleen via de dragers en leidingen, maar vast ook wel via de restanten, de gedeponeerden. Wie geleidelijk gewend raakt aan de wereld buiten het wereldje staat open voor een bries of vlaag. De geest waait waarheen hij wil, hebben we horen zeggen.
Onze avond heb je prachtig tot de kern teruggebracht, Anton. Onze altijd geanimeerde gesprek duurde deze avond zo'n vijf uur en het draaide inderdaad rondom deze woorden. De woorden die wij gebruikten, waren zeer aards en concreet. Steeds is het de vraag hoeveel tijd wij in onze geest aan de maatschappij willen besteden. Dat houdt ons met de voeten op de grond en dat is concreet. Tegelijk hebben wij het verlangen om te vliegen, dus los te komen van die mensen met posities en status. Voor je het weet, houd je je alleen nog bezig met kwantiteit en niet met kwaliteit. Ook de mensen met carriere en hoge posities zijn onmiddellijk vergeten als hun laatste werkdag erop zit, maar wat echt blijft dat zijn de duurzame inzichten die wij verwerven. Nog steeds. En daar hadden we het ook over, Anton, namelijk over de vraag of we ons op kwaliteit of kwantiteit moeten richten. Ik ga dit bericht maar snel publiceren voordat de technologie mij gaat verraden. We gaan t.z.t weer afspreken en dan schrijf ik een recensie/beschouwing op mijn blog. Harstikke leuk om jou te lezen. Hartelijk dank en groet van Martien (vriend van Anton)
BeantwoordenVerwijderenDank je wel Martien! En ik herinner me nu ik weer nuchter ben dat het jouw vrouw was die de stratenmakers noemde. Bedank haar.
VerwijderenHa Anton,
VerwijderenGa ik zeker doen. Mijn vrouw heeft het gelezen en ze vond het prachtig. Hoe je via analyses van woorden vreemde verbanden legt die op een wonderlijke manier kloppen. Ik zal jouw tekst nog lang in mijn broekzak laten zitten zodat ik af en toe kan lezen en nagenieten. Tot de volgende keer en een mooie zomer!