zondag 28 oktober 2012

Starttheater

Laatst zei iemand tegen me: je bent boos, je begint te praten als in een theater.

In het leven zelf, weten we, schakelen we moeiteloos over naar theaterspel en weer terug. Maar dat is ook zo met het echte, officiële theater. Vandaar de neiging om de grenzen te overschrijden, acteurs al als gastheren neer te zetten, al dan niet in hun rol.

Je zou daarom kunnen twijfelen of theater wel literatuur is. Het heeft een sterkere band met levenssituaties. Theater wil opvoeden, dat zien we aan de workshop voor scholieren voor het theater. Theater wil verkopen, dat zien we aan de Uitmarkt-opvoeringen. Theater wil politieke kritiek verkondigen en uitschakelen, dat zien we aan de aanwezigheid van de bestuurders op de voorste rijen van het Dionysostheater bij de Akropolis.

De grotmetafoor van Plato zet het schimmenspel in een theaterruimte waar de toeschouwers vastgeketend zitten. Dat wijst erop dat het schimmenspel zelf van meet af aan in het teken staat van de ketening. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat die ene toeschouwer tegen zijn zin wordt losgemaakt en mee naar buiten gesleept. Ook maakt het niet meer uit wat er in het schimmenspel gebeurt: Plato zegt daar niets over. Dwang is kortom de essentie van zijn bevrijdingsidee.

Vandaar mijn (theatrale?) stelling. De betekenis van het theater wordt bepaald vanuit het theater waarbinnen het wordt opgevoerd. Het starttheater.



donderdag 25 oktober 2012

Lachecho's

In de school gebeurt het soms dat de docent afdwaalt van de stof. Het is dan alsof de geketende even naar buiten mag en iets leert over een wereld zonder schimmen.

Je kunt ook zeggen dat we nog altijd proberen de omkeringen van de grotmetafoor te herhalen.
Nadat we naar buiten zijn gelopen keren we weer om.
Daarna - tweede omkering - lopen de geketenden leeg in een lach.

Een voorbeeld. We lezen de Medea en het gesprek komt op de Mont Ventoux die wordt opgefietst. (op zichzelf al een aantrekkelijk thema voor filosofen, zie bijvoorbeeld Bakkie troost en Lunchvoorstelling.)
Wat maakt deze beklimming duidelijk over de Medea?
Twee punten: na een beklimming wordt de samenwerking vaak verbroken. De fietsers hebben elkaar naar boven geholpen en nemen in de afdaling weer afstand van elkaar. Zo ook raakten Jason en Medea uit elkaar na de verovering van het Gulden Vlies.
Tweede punt: Medea kreeg asiel in Athene, de stad van de Akropolis en de opvoering van theaterstukken zoals Medea. Even zelfverwijzend dus als het monument van Tony Simpson op de Mont Ventoux: plaats van roes, verhevenheid en vervulling.

De klas loopt vervolgens leeg in een lach. Ineens zit je tussen de scholieren, de schimmen, de stress. Het is of de fietser zich na de finish een weg baant naar de dopingcontrole, hij wordt ontmaskerd en de zege hem wordt ontnomen.

Twee omkeringen dus, om de wegstervende lachecho's van Plato te kunnen beluisteren.




zaterdag 13 oktober 2012

Bezield

Ideeën spreken aan wanneer ze bezield gebracht worden.
Maar wat als die bezieling ontbreekt?
Wat als ideeën niet aanspreken?

Iets in Plato's onderneming spreekt niet meer aan.
Zijn ideeën werden schimmen.
Daarom hebben we er nog steeds last van,
gesteld dat we sofisten zijn.

Bezield kan alleen iets worden
wanneer je er van buitenaf
iets inblaast.

Vroeger waren dat de jongens die
de windbalgen van het orgel gaande hielden.

Tegenwoordig is hun activiteit allang
vervangen door stroom.

Bezieling is dan een koud kunstje.





vrijdag 22 juni 2012

De thriller als medium van rationalisme

In thrillers wordt het zogenaamde realisme gretig beoefend. Realisme heet het voorzover je gelooft dat geweld, bloed, seks, armoede en moreel karakter de fenomenen vanuit een minder zichtbare achtergrond besturen, en dat iedereen weet dat dit zo is, en dat je dit weer met een korreltje zout moet nemen.

Maar er gebeurt meer in thrillers. Parasiterend op de literatuur (die op haar beurt ook weer parasiteert op de taal, de ideeën en andere literatuur) komen er stijlen en stemmingen tot ontwikkeling. De thriller schraagt een wereldbeeld dat we nodig hebben en is in die zin in essentie constructief. We kunnen het kwaad ermee bezweren: oproepen en verdrijven. We kunnen ons bestaan ermee verstrooien en opzouten.

De thriller heeft bovendien een geprivilegieerde verhouding tot het rationalisme. Hij herinnert ons eraan dat zoiets als rationalisme bestaat, de mogelijkheid om de verschijnselen te herleiden tot een zinvol en doelgericht geheel. De thriller geeft bovendien vorm aan het rationalisme. Het is een cognitieve, morele en esthetische kracht die kan opduiken in een gezicht, bij voorkeur van een held met menselijke trekjes. De thriller helpt ons om het rationalisme op maat te snijden voor ons wereldbeeld en geweten door valse vormen van rationalisme (bureaucratie, afstandelijkheid) af te koppelen en te voorzien van partiële zelfrelativering. Zo houden we een eervol en gezond rationalisme over.

Via de thriller kunnen we ook waardering houden voor het rationalisme zoals het her en der functioneert: wetenschap, recht, politiek, onderwijs. Hiervan zijn we ons misschien niet altijd bewust. Juist daardoor kan de thriller beter functioneren. Door voeding van 'valse' ideologie voedt hij tegelijk ook het rationalisme dat ons ertegen wapent, dat het ontmaskert en corrigeert.

Waartegen de thriller ons niet wapent is het rationalisme als zodanig, het geloof in rationaliteit. Hij kan het rationalisme wel relativeren maar niet fundamenteel ter discussie stellen zoals bijvoorbeeld de filosofie, de religie of de compromisloze opinie dat wel kan. Misschien is de niet-thriller-literatuur wel niets anders dan literatuur vanuit de assumptie dat rationalisme en realisme niet kunnen samengaan.

vrijdag 8 juni 2012

Kom nou

De oudste inwoner van Europa overleden?

Ik geloof er geen barst van.

zaterdag 21 april 2012

Res mixtae

De tegenstelling tussen Plato en Aristoteles is behalve in de metafysica ook zichtbaar in hun politieke ideeën. Aristoteles is de man van de vriendschap, de gezamenlijke actie met mannen die iets anders willen dan jij. Plato is de man die voor het uiterste gaat, nog liever verliest dan verwatert. Is een wachter die de adviezen van zijn filosofische vriend niet kan realiseren wel geschikt?

In de werkelijke politiek lijkt de aristotelische opvatting het te hebben gewonnen. Het is ondenkbaar dat we niet gericht zijn op gezamenlijke actie met andersdenkenden. Het alternatief is depolitisering, die volgens Hannah Arendt zowel de vorm van 'making' als van 'labour' kan aannemen. De platoonse politeia is daarmee ondenkbaar geworden.

Misschien moet je zeggen: het platonisme is een spook van de politiek geworden. Vanochtend herinnerde Zijderveld eraan dat de verzorgingsstaat een uitvinding van de Engelse liberalen is, niet van de socialisten. De particulieren moeten met hun fondsen voorkomen dat de verzorging de staat uit zijn voegen laat groeien. Allemaal erg redelijk en doelgericht. De socialistische overname heeft volgens Zijderveld op den duur geleid tot het 'afschudden van de ideologische veren' en vermarkting. De staat, zo kun je Zijdervelds visie misschien samenvatten, blijkt een spook dat opduikt en wegduikt.

Ander voorbeeld. De verzuiling (die in Nederland garant stond voor de verzorgingsstaat) presenteerde zich als religieuze grootheid. Het overleg tussen de zuilen zou je als aristotelische actie (praxis) kunnen zien. Ze riep daardoor steeds zijn platoonse tegenhangers over zich af, vooral de kerken.

De platoonse politiek is nog zwanger van raadsels. Hoe verhouden zich de filosofen en andere wachters tot elkaar? Hoe filosofisch zijn die leiders, en hoe ver kunnen de echte filosofen opgaan in de politiek zonder hun gerichtheid op de ideeën kwijt te raken? Als voorbeeld kun je denken aan de totalitaristen. Ze nemen geleidelijk steeds meer pragmatische en opportunistische beslissingen. De echte filosofen worden dan gedwongen deze transformatie als cynisme of 'Realpolitik' in hun beschouwingen te verdisconteren. Met andere woorden: de realistische leiders kunnen steeds meer zelf als filosofen worden getypeerd, of ze nu ideologen zijn of niet.

De aristoteliaan of hegeliaan zal het platonisme zonder veel moeite horizontaliseren. De platonist bergt daarentegen een zekere weerstand in zich. Zijn verticalisme loopt uit op een fiasco, maar zijn werkelijke invloed bestaat in de uitvinding van meervoudige virtuele verticaliteit. Het echte platonisme volgt Foucault in zijn microfysica van de macht, maar houdt halt voor de suggestie van horizontalisering die erin schuilt. Het raadsel van de meervoudige verticaliteit blijft daarmee recht overeind.


zaterdag 7 april 2012

Multa

Er is een boek verschenen van Atte Jongstra over Multatuli. Het blijkt dat ook deze man al een hoop teksten heeft geschreven met de titel 'Ideeën'.
Het gaat over van alles en nog wat, en via de romantische tovertruc wordt het een 'alles in alles'.
De lijder blijkt gewoon een verlustiger, mits het 'multa' en 'omnia' is.

Blijft toch het raadsel van het 'in'.

Met andere woorden: hoe krijg je die buitenwereld geplaatst in de binnenwereld zonder dat iemand het merkt, terwijl je het gewoon vertelt?

De oplossing, zegt de recensent van Jongstra, ligt in de schepping van slechte personages, tegenspelers. De fans verlustigen zich aan de rechtvaardige hoofdrolspeler en hebben niet door dat de tegenspelers evenzeer alles in alles zijn.

Dat verklaart het holisme én de ergernis erover. Want wie wil er nog aan zo'n formule zonder het mysterie op te geven?

Zeg het maar.

vrijdag 30 maart 2012

Disharmonie

Plato zal wel niet erg veel op hebben met Herakleitos, de duistere.
In Symposion laat hij de arts Eryximachos kritiek op hem ventileren. Eros overwint de tegenstellingen, dus hoe kan die Herakleitos nu beweren dat tegenstellingen samengaan met harmonie?
Voor je het weet ga je nog zeggen dat harmonie zelf disharmonie is.

Het is een bezwering.

Elke harmonie nestelt zich in de tegenstellingen, op de plaats waar ze elkaar raken.

Nee, ze raakten elkaar natuurlijk allang, de harmonie was er al.

vrijdag 23 maart 2012

Papa, wil je nog eens eng doen?

Even wat peinzen over Derrida's of Plato's these dat de logos bij Plato een vader moet hebben (wie is eigenlijk de echte vader van deze these?). Maar om vast te stellen wie de vader is heb je die logos nodig. Ergo: er kan een logos rondvliegen die voorwendt dat dit of dat zijn vader is. Ergo: het voorwendsel is primairder dan de logos. Echter, de logos is wat het voorwendsel onderscheidt van de rechtmatige logos. Ergo: het voorwendsel is misschien wel helemaal geen voorwendsel, maar als voorwendsel datgene wat ons de ware logos laat zien. Op voorwaarde dan dat die logos een echte vader heeft, echt althans volgens de logische wetten van het voorwendsel. Zijn we al zover dat de vader een spook is geworden, of de vaderloze dode logos? Die ineens wel een vader blijkt te hebben, precies toen we al hadden opgegeven dat die hem ooit kon hebben?

Nee, het is moeilijk dat spook echt te grijpen. Op het moment dat je hem hebt, was het kennelijk geen spook. Het spookachtige blijft, ergo, iets meta-achtigs. Gewone spoken zijn niet spookachtig, spookachtig zijn eerder de dingen, spook is het zijn der zijnden.

Misschien verklaart dat wel de opluchting die de classici bevangt wanneer ze Plato gewoon als literatuur lezen. Hè, gelukkig, gewoon een spook. Een vervelende man met vervelende teksten, een monster dat decennia geleden overwonnen is, of misschien al wel ooit door Aristoteles.
Om de zoveel tijd duikt hij op, op de CEVO-lijst ofzo.

Misschien ook geven we Derrida daarom krediet, met zijn pharmacie, omdat hij Plato heeft omgetoverd in een logisch spook, gewoon een van de vele dreigingen of verlangens die ons omringen.

Ja, laten we de pharmacie nog eens lezen!


zondag 4 maart 2012

Kopiëren

Onze wereld groeit zo hard omdat er geen vijanden in nieuwe omgevingen bestaan. Je houdt het tegen, maar daarna treedt des te onvermijdelijker een tsunami-effect op. Echter, die nieuw gegroeide entiteit is extra weerloos tegen de vijand wanneer die er eenmaal is. Hevige groei roept dus hevige destructie op.

Je kunt deze wet bezien vanuit de anti-immuniteit. Er is iets in onszelf, of in het zelf, dat het tsunami-effect oproept en intensiveert. We verlangen naar instandhouding en groei, hebben daarvoor middelen nodig, en nieuwe doelen, en stellen ons daardoor bloot aan verhevigde destructies.

Is het nodig om voorzorgsmaatregelen te nemen (Charles Mann)? Ja, uiteraard, want wie kan intensieve destructie voor zijn rekening nemen? Maar wat zijn voorzorgsmaatregelen? Om efficiënt te zijn moeten ze kopieerbaar zijn en de vorm aannemen van gewoonten en middelen die ter plaatse al worden ingezet. Juist daardoor worden ze op een vergelijkbare manier blootgesteld aan besmetting als de zogenaamd natuurlijke middelen.

Misschien is het platonisme in essentie wel de ontdekking van deze destructieve kopieerwet en de hoop tegen beter weten in dat er iets bestaat dat nooit blootgesteld wordt aan deze mechanismen. Die hoop intensiveert leven en dood.

zondag 15 januari 2012

Slecht

Charmides gelooft dat schaamte en verlegenheid bij gematigdheid (sofrosunè) horen. Sokrates zet hem op zijn nummer. Als gematigdheid goed is hoort daar geen schaamte bij. Homerus wordt als autoriteit aangerukt.

Het is zo lastig om je kwaliteiten te tonen, zonder verlegenheid en schaamte. Zou je dan alleen maar terughoudend willen zijn uit luiheid?

Nee, het moet ook mogelijk zijn om een talent te koesteren dat minder dan dat van de anderen is. Je moet uitdagingen durven zoeken die anderen niet in je waarderen. Misschien moet je die gedachte dan maar excessief noemen.

Zeg het niet te hard, anders komt Sokrates naast je zitten.