Plato zal wel niet erg veel op hebben met Herakleitos, de duistere.
In Symposion laat hij de arts Eryximachos kritiek op hem ventileren. Eros overwint de tegenstellingen, dus hoe kan die Herakleitos nu beweren dat tegenstellingen samengaan met harmonie?
Voor je het weet ga je nog zeggen dat harmonie zelf disharmonie is.
Het is een bezwering.
Elke harmonie nestelt zich in de tegenstellingen, op de plaats waar ze elkaar raken.
Nee, ze raakten elkaar natuurlijk allang, de harmonie was er al.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten