Even wat peinzen over Derrida's of Plato's these dat de logos bij Plato een vader moet hebben (wie is eigenlijk de echte vader van deze these?). Maar om vast te stellen wie de vader is heb je die logos nodig. Ergo: er kan een logos rondvliegen die voorwendt dat dit of dat zijn vader is. Ergo: het voorwendsel is primairder dan de logos. Echter, de logos is wat het voorwendsel onderscheidt van de rechtmatige logos. Ergo: het voorwendsel is misschien wel helemaal geen voorwendsel, maar als voorwendsel datgene wat ons de ware logos laat zien. Op voorwaarde dan dat die logos een echte vader heeft, echt althans volgens de logische wetten van het voorwendsel. Zijn we al zover dat de vader een spook is geworden, of de vaderloze dode logos? Die ineens wel een vader blijkt te hebben, precies toen we al hadden opgegeven dat die hem ooit kon hebben?
Nee, het is moeilijk dat spook echt te grijpen. Op het moment dat je hem hebt, was het kennelijk geen spook. Het spookachtige blijft, ergo, iets meta-achtigs. Gewone spoken zijn niet spookachtig, spookachtig zijn eerder de dingen, spook is het zijn der zijnden.
Misschien verklaart dat wel de opluchting die de classici bevangt wanneer ze Plato gewoon als literatuur lezen. Hè, gelukkig, gewoon een spook. Een vervelende man met vervelende teksten, een monster dat decennia geleden overwonnen is, of misschien al wel ooit door Aristoteles.
Om de zoveel tijd duikt hij op, op de CEVO-lijst ofzo.
Misschien ook geven we Derrida daarom krediet, met zijn pharmacie, omdat hij Plato heeft omgetoverd in een logisch spook, gewoon een van de vele dreigingen of verlangens die ons omringen.
Ja, laten we de pharmacie nog eens lezen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten