En toch is het ook steeds weer anders. Een oorlogsfilm laat een extreme situatie zien waarin je geen verstoppertje meer kunt spelen. Het is niet alleen de soldaat of zijn groep, maar ook het land en zelfs de wereldorde die zichzelf in het gezicht wil kijken. Waar zijn we nu aan toe? Wat is er nu anders dan een tijdje terug? Mij persoonlijk maakt het weinig uit of de film goed of slecht is, meestal zijn de recensenten slechter dan de film omdat ze er zo vaak niet in slagen het bijzondere van een film te laten zien.
Zo kun je op allerlei manieren kijken naar The Outpost, waar een groep Amerikaanse soldaten een plek in de bergen van Afghanistan moet bewaken. Het is zowel in plaats als in tijd, en ook nog in existentieel en politiek opzicht een extreme post. De missie van deze soldaten blijkt te moeilijk, en hierna besluit Amerika om dit soort posten op te heffen. Je zou dus kunnen zeggen dat Amerika zichzelf hier in de spiegel kijkt, of je de essentie van Amerika nu opvat als going west of als natie met een uitzonderingsstatus omdat er nu eenmaal een macht in de wereld moet zijn die zichzelf morele maatstaven aanlegt en bereid is de andere naties daaraan af te meten. In beide gevallen stuit Amerika hier op zijn grens.
Going west: van Afghanistan kun je geografisch vanuit Amerika moeilijk zeggen of het in het Oosten of het Westen ligt. Vanuit Europees perspectief ligt het in het oosten, en dat is wat hier de doorslag geeft. De reden dat Amerika er is, heeft te maken met de geschiedenis, waarin de Sovjets eruit moesten worden verdreven, en de bevolking vervolgens werd bedreigd door de radicale islamisten. Ook zijn er vast ook wel economische belangen in het spel. Toch zou je hier nog wel echo's van het gevoel van vrijheid en expansie kunnen beluisteren. In de film zie ik dat verbeeld in de bijna oneindige steun die kan worden opgeroepen als de groep wordt bedreigd door de Taliban. Als een leider sneuvelt, komt er gewoon weer een nieuwe. En uiteindelijk komen de helikopters de overlevenden redden. Deze oneindige steun is echter een secundair effect in deze film. De leiders voldoen niet, de helikopters komen erg laat en de geleden verliezen zijn onacceptabel. De grens is bereikt, wil deze film laten zien.
Morele uitzondering. De belangrijkste reden dat deze soldaten er zitten, wordt gezegd, heeft te maken met het contact met de lokale bevolking. Die moet tegen de Taliban worden beschermd. De gesprekken met die bevolking verlopen echter nogal moeizaam. De soldaten hebben wel goede bedoelingen, maar ze hebben geen vat op de situatie. Amerikanen zijn nu eenmaal niet gewend om zich te verdiepen in de lokale bevolking. Het vertrouwen slaat daarom al heel snel om in wantrouwen, waardoor de bevolking extra snel wordt gedreven in de armen van de Taliban. De soldaten stellen hun doelen razendsnel bij. Als ze zich bedreigd voelen, willen ze alleen nog overleven. En als dat uit het zicht dreigt te raken bij de aanval van de Taliban, willen ze alleen nog zoveel mogelijk van die gluiperds neermaaien.
Al die dingen zijn eerder vertoond in de oorlogsfilms. De Vietnamfilms hebben de toon al gezet, ook wat het Verre Oosten betreft. Oké, er was nog plaats voor heroïek, als het moest werd ook die van buitenaf geïmporteerd in de persoon van Sylvester Stallone. Maar eigenlijk bewijst de heroïek al precies wat ze niet wil bewijzen. We waren al overtuigd van de heldenmoed van deze soldaten, het is al uitzonderlijk dat ze dit soort zware taken in deze zware omstandigheden op zich willen nemen, ook de lafaards zijn hier helden, en de Rambo's verduisteren deze stand van zaken alleen maar.
Je zou deze limiet kunnen illustreren met de casting: Scott Eastwood, Milo Gibson, James Jagger. Allemaal zonen van. Ze stralen niet alleen met hun namen maar ook met hun gezichten uit dat ze een onmogelijke missie vervullen. Tegelijk verwijzen ze met hun namen naar de gezichten van politieke heroïek in het politieke landschap van de VS. Ter rechterzijde de law and order van Clint Eastwood, bij de christenen Mel Gibson, en bij de rockers Mick Jagger. Hun gemeenschappelijke toekomst, zou je kunnen zeggen, ligt hier in de Outpost, de laatste.
Je kunt je afvragen wat wij ermee moeten. Ik denk aan Groen Links, dat in 2011 een missie naar Afghanistan steunde. Belangrijk was het aandeel van Mariko Peters, die ervaring had met gesprekken met lokale leiders in Afghanistan. Ik herinner me uit die tijd dat Nederlanders ook internationaal geprezen werden om hun inzet op communicatie met de bevolking. De Amerikanen traden daarbij vaak juist op als stoorfactoren. De Nederlanders werden vooral gezien als vertegenwoordigers van de westerse invasiemacht. Ook de linkse politiek van Nederland is dus in het drama betrokken waar The Outpost over gaat. Het lijkt me onwaarschijnlijk dat linkse partijen nog steun geven aan internationale missies waar tegelijk militair nog iets moet worden bevochten.
Raar genoeg laat The Outpost dus zien dat er wel degelijk een gemeenschappelijke politieke ervaring ligt onder het ernstig polariserende politieke landschap van Amerika en Europa. De Tweede Wereldoorlog raakt op afstand, en daarmee de Amerikanisering van onze cultuur. Europa wordt geleidelijk zelf een outpost van Amerika. Misschien waarderen wij deze film ook zo slecht omdat we dit niet graag zien. We willen nog zo graag iets betekenen voor de wereld, maar realiseren ons dat we daarvoor steeds afhankelijk waren van vechtcapaciteit, die steeds tekort schiet. De film The Outpost is zelf een buitenpost die we opgeven, we kijken nog wel maar verwachten er eigenlijk niet veel meer van.
Geen redding meer, niet van ons, niet door ons. Wat blijft er nog over? De film eindigt met een therapeute die de getraumatiseerde overlever ziet stotteren en naar adem happen. Er zijn twee dingen waar de soldaat nu zijn aandacht op richt. Hij doet zijn best om te ademen. Daarnaast kan hij waarderen dat de therapeute een mooie vrouw is. Hij wil dat ademen dus ook graag voor haar doen. Vooralsnog kunnen we weer vooruit. Daarnaast troost ik me met de gedachte dat ik bij de film met mijn mooie dochter was, nog jarig ook bovendien, en ook voor mij is er dus toekomst.
Celina Sinden |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten