Iedereen heeft een tweede naam, een tweede voornaam wel te verstaan. Soms denk je dat je die niet hebt, maar ik ben geneigd dat te beschouwen als een restant van de traditie dat je tweede naam geheim is. Ik heb zelfs nog een derde en vierde voornaam, waaraan je kunt zien dat mijn ouders katholiek waren. Mijn derde naam is Michaël. Ik ben vernoemd naar een oudoom die ik nooit gekend heb. Maar op een of andere manier krijgt de naam soms betekenis in mijn leven.
Kijk maar naar mijn foto rechts. Ik sta daar onder het beeld van de Engelenburcht in Rome. De aartsengel Michaël steekt zijn zwaard weer in de schede, ten teken dat de pest voorbij is. Als je het verhaal niet kent, zou je ook kunnen denken dat hij zijn zwaard trekt om mij te verdedigen of juist te straffen. Hoe dan ook, Michaël werd door een leerling van mijn school op de foto gezet, juist toen de corona begon, en de foto staat er nu nog, nu het eind van de corona in zicht komt en het zwaard wordt verdund tot een injectienaald.
Toeval of niet, bij de kerstcadeautjes van mijn provider zat de film Gangs of New York van Martin Scorsese, uit alweer 2002. De gangs verzamelen zich rond het plein in de buurt Five Points. Uit de schepen stromen duizenden Ieren die ontsnappen aan de hongersnood, en Michaël zou je dus voor die katholieken als een alternatief vrijheidsbeeld kunnen zien. Hij wordt al meteen genoemd in de eerste scène, als het zoontje van gangleider Priest Vallon aan zijn vader moet uitleggen wie er op zijn medaillon staat.
'Michaël verdrijft Satan uit het paradijs', is het juiste antwoord. Paradijs, daarmee kan de jongen haast niets anders bedoelen dan Paradise Square, waar de gangs hun man-tegen-mangevechten voeren. En aangezien Priest in de volgende scène wordt neergestoken door Bill 'the Butcher' Cutting, denk ik meteen dat hij die Satan moet zijn, en zoontje 'Amsterdam' met zijn medaillon zelf Michaël. Zowaar geen eenvoudige taak, waarmee we 168 minuten vooruit kunnen.
De gang van Cutting noemt zich de Natives, waarbij ik denk aan Indianen, maar die komen in deze film niet voor. Het gaat dus om rijk versus arm, en kolonisten versus immigranten. Ook domineert al overlappend de tegenstelling protestant-katholiek, waarmee de gangs de oorlog van Ierland herhalen, ook al waren daar de katholieken de 'natives'. Je zou de film dus met een beetje goede wil kunnen zien als een herinnering (memoria) aan de bijdrage van de Ierse katholieken aan de opbouw van New York.
De Paradise Square is het paradijs dat moet worden veroverd op de krachten van het kwaad. Dat mag bevreemden, omdat het paradijs nu juist de plaats is waar het kwaad niet te vinden is. Maar we kennen het verhaal van Eva en de slang, en de identificatie van de slang met de duivel. Na de verdrijving van Adam en Eva uit het paradijs posteert God een engel bij de ingang met een vlammend zwaard, zodat ze goed weten dat ze nooit meer kunnen terugkeren.
Wat voor zin heeft het dan om Satan uit het paradijs te verdrijven? Is het paradijs niet bij uitstek het ontoegankelijke? Op zijn minst voor de mens die volgens Augustinus getekend is door de erfzonde. En als iemand daar al verandering heeft gebracht, is het Jezus, door de mens van zijn zonden te bevrijden, en niet Michaël.
Toch is er een motief in de film dat ons herinnert aan het Bijbelverhaal over het paradijs. Als het jongetje op latere leeftijd in contact komt met de moordenaar van zijn vader, verneemt hij van hem dat ze lang voor dit duel al eens een ander duel hadden uitgevochten. Daar had (vader) Vallon zijn rivaal verslagen. Maar hij liet hem in leven, zodat hij met de schaamte van zijn nederlaag moest leven. Dit speelt later in de film zeker mee, als Cutting de zoon kan doden, maar hem eveneens in leven laat. Hij bezorgt hem ook nog een flink litteken om te onderstrepen dat zijn leven voortaan in het teken van de schaamte staat.
Het draait dus om schaamte als teken van overleven, als teken van genade. Tegelijk zit er iets aantrekkelijks in dit overleven, want zo houd je de kans om je op de ander te wreken, en in het geval van (zoon) Vallon zelfs om zijn goddelijke missie te voltooien. Misschien is dit ook wel een reden dat de schaamte zo onzichtbaar blijft. Schaamte wordt getoond als wraak. Het past ook helemaal bij die gangs. Nooit mag je je zwak tonen, en als je een vijand doodt, moet je hem meteen spietsen of aan een paal hangen, zodat iedereen het kan zien.
Zoals in Scorsese's recentere film Silence krijg ik ook hier de neiging de film zelf volgens de ethisch-politieke lijn te begrijpen die we via de plot op het spoor komen. Zo kunnen we een andere laag aanboren en misschien beter begrijpen waarnaar we eigenlijk zitten te kijken, en wat het met onszelf te maken heeft. Via Silence konden we de film zien als een beweeglijke icoon, een gezicht of gelaat dat in stukjes uiteenvalt en waar de afzonderlijke stukjes steeds zichtbaar worden dankzij de samenhang van het geheel. Hier, in Gangs of New York, wordt de schaamte getoond en tegelijk aan het zicht onttrokken door het spektakel. Het spektakel wordt zodoende zelf teken van de schaamte, zie het als een kans om de schaamte op te spoor te komen via de tekens die haar verbergen.
Schaamte is wat ons verbindt met het paradijs. Adam en Eva waren naakt, maar ontdekten dit pas toen ze zich schaamden. De Italiaanse filosoof Agamben leest dit zo, dat ze zich met hun naaktheid bekleedden, dat je naaktheid moet zien als de ware kleding. Natuurlijk bedoelt hij daarmee niet dat je pas echt naakt bent als je kleren draagt. Je hebt soms kleren aan, soms niet, maar als je geen kleren draagt ben je gekleed met naaktheid. Toch moeten we dit volgens Agamben niet opvatten in de zin van erfzonde, want dat is pas een uitvinding van Augustinus, en daar kun je altijd achter terug. Wellicht stelt de schaamte ons in staat om het paradijs weer te bezoeken en er te verblijven. Je zou in termen van Agamben kunnen zeggen dat schaamte een messiaanse kwaliteit heeft. Wie zich schaamt, kan worden gered en anderen redden.
Terug naar de beginscène. Priest Vallon geeft behalve een medaillon ook een mes aan zijn zoon. Daarbij maakt hij een kleine snee in zijn eigen wang. Zijn zoon mag het bloed niet afvegen. Daarmee wordt het bloed de drager van de herinnering aan zijn vader en zelfs aan de schaamte, als we de snee in de wang zo kunnen duiden. Het bloed verwijst dus niet naar raciale afkomst, maar naar de strijd waarin de mannen elkaar doden of nog erger, in leven laten als teken van schande. Het bloed raakt daarbij vermengd.
Als we deze gedachtelijn volgen, begrijpen we misschien beter hoe Michaël de Satan uit het paradijs verdrijft. De schaamte brengt zoon Vallon ertoe om zijn persoonlijke lot ten dienste te stellen van zijn arme lotgenoten, de immigranten. Die bevechten hun plaats in het nieuwe Amsterdam (zo vat ik de symbolische betekenis van de naam van zoon Vallon op). De Natives zullen niet definitief worden verslagen, maar zijn voortaan geen eigenaar meer van New York. Het leven kan er eindelijk beginnen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten