Het individu gaat zelf hegeliaans in deze wereld tenonder.
Denk hierbij aan de bloed spugende Chopin die subtiel doorspeelt in de salon terwijl het Franse publiek converserend bouwt aan zijn nieuwe cultuur.
Een schijnbaar eenvoudig gebaar is de romantische componist die uitdrukking geeft aan zijn persoonlijke gevoelens. Wat hij in werkelijkheid deed was een ongekende intensivering van de techniek rond 1800. Beethoven was meester in de ontwikkeling van een uiterst kernachtig motief. Schubert in de hantering van simpele liedstructuren met homogenere blokken.
We stellen ons hen voor in de beslotenheid van hun individuele universum. Ten onrechte, want ze brachten met hun composities enorme effecten teweeg in de ervaring van volgers en luisteraars. Het (veronderstelde) gevoelsleven van 16-jarige meisjes (Norbert Loesser) werd als grondmateriaal ingezet van mannen die als afgewezen aanbidder de gevoelens beëchoden en verruimden langs vooral twee wegen: ontplooiing van kernmotieven en verruiming van de ruimtelijke en tijdsdimensies. Het seksuele spel werd als contrast- en conflictvorming gerepresenteerd (sonatevorm).
Beslissend voor de avantgarde is de pose van de zelfbeslotenheid die in de buitenwereld contrasten en conflicten uitlokt en zich vervlecht met de politieke strijd. Democratie, nationalisme, fascisme en communisme konden zich vervolgens moeiteloos met de artistieke avantgarde verbinden door deze te verbieden en door een gelijksoortig concept te vervangen (Groys, Gesamtkunstwerk Stalin) of door de antieke erfenis in een strakkere versie - in een avantgardeske look - opnieuw te presenteren (Mussolini).
Iets van dat schandaal voelen we nog wanneer we in de huiskamer Schubert spelen terwijl de tv-komedie allang begonnen is en de huisgenoten gek worden. Dit effect ligt in de muziek zelf besloten, maar dan oneindig veel erger.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten