De beroemde Basiliuskathedraal werd 450 jaar geleden gebouwd. Een legende vertelt dat de architect daarna de ogen uitgestoken kreeg door Ivan IV, om te voorkomen dat die later ergens anders een nog mooier gebouw zou neerzetten. De kathedraal is in de tijd van Stalin niet gesloopt. Aanvankelijk was dit wel de bedoeling, omdat hij een soepele doorstroming van de militaire parades verhinderde. Een architect, zo wordt verteld, ging op de trappen staan en dreigde zijn keel door te snijden.
Het gebouw staat en kan daarom een vertragende factor zijn bij de uitvoering van ideeën. Wat dan precies die vertraging teweeg brengt is aan het zicht onttrokken. Er wordt verteld dat... en weer andere verhalen dat... Het gebouw staat niet alleen de sloop in de weg, maar ook een juist zicht op de verhindering van de sloop. Als het gesloopt was, zou het niet meer in de weg staan.
Een denken van het spoor zou de idee achter het gebouw kunnen ontsluieren. Dit denken wordt echter soms dwarsgezeten door andere gebouwen. De denker die de schamele restanten van de Atheense agora bezoekt stuit op de diagonale as waarlangs de processie naar de Akropolis voerde. Om die hinderlijke afleiding te neutraliseren moet hij het gebouw een andere functie geven, zoals Stalin destijds de Basiliuskathedraal ombouwde tot een museum. Geen verblijfplaats van God, maar glamourproject van Pericles. Schijnbeeld van de democratie en beeld van de schijndemocratie. De antiprocessie van de denker.
Het beeld is de weg naar de idee en staat zelf in de weg.
De idee is een zon. Je kunt er beter niet rechtstreeks in kijken, maar door te kijken naar de dingen die erdoor beschenen worden. De idee van het Goede is een zwart gat. Het maakt de zonnen onzichtbaar omdat het hun licht opzuigt.
Wat in de weg staat maakt deel uit van de opgang en terugkeer, en staat die opgang en terugkeer in de weg.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten