donderdag 4 januari 2024

De personeelskamer gefilmd

Ik denk bij de film Das Lehrerzimmer om meerdere redenen meteen aan Oskar. De film is door Duitsland ingezonden voor de Oscars, de belangrijkste leerling in de film heet Oskar, die weer doet denken aan Oskarchen uit Die Blechtrommel, en toevallig of niet heet ook een leerling in mijn tweede klas gymnasium Oskar. Oskar is een jongen die niet met zich laat sollen, zijn eigen weg kan gaan, en op wie het systeem geen vat krijgt. Kortom, een voorbeeld, een teken van hoop in onze samenleving die de druk op het individu graag opvoert.

Doordat ik deze film hier in mijn blogreeks Ideeën bespreek - en niet bijvoorbeeld in de serie Speciaal voor mij - kan ik makkelijker een link leggen met de winnaar van de Buchpreis, een boek over de schoolwereld dat ik kort geleden las, Echtzeitalter van de Oostenrijkse schrijver Tonio Schachinger (mijn bespreking vind je via deze link). Ook met de film duikt Duitsland weer op de school, zo lijkt het, en vindt daar iets wat iedereen aangaat. Het heeft ongetwijfeld met de heroïek van Oskar te maken, maar - als mijn analyse van Schachinger klopte - zeker ook met de school als miniatuurversie van de grote wereld. Dit wordt bevestigd door regisseur Ilker Çatak, zie bijvoorbeeld dit interview. De school is een filmische ruimte, die de regisseur aan de samenleving als spiegel voorhoudt. De samenleving kan lekker naar zichzelf kijken en er hopelijk ook iets van leren.

Als we deze lijn volgen, is de hele samenleving een grote school. We hebben allerlei instanties die we ook op school terugzien, leiding, pers, bevolking, wetenschap. Is de les inderdaad dat we als individu weerstand moeten bieden tegen onrecht? Nee, zo simpel ligt het niet. En met de complicaties die de film ons voorlegt komen we terecht in een politieke ruimte die we een tijd geleden ontdekten met de Italiaanse filosofen Massimo Cacciari en Giorgio Agamben (zie met name deze blog).

Vergeet ook Plato niet, de schutspatroon van deze blogserie, met zijn grotvergelijking in Politeia. De grot waar de bewoners sinds hun geboorte zijn vastgebonden en kijken naar geprojecteerde beelden op de muur is precies al de filmische ruimte waarover Çatak spreekt. Als politieke ruimte is dit verhaal onder meer uitgelegd door René ten Bos (zie deze blog). Nu problematiseert Plato deze ruimte door te vertellen dat er een buitenwereld is, waar de dingen belicht worden door de zon. Agamben volgend hebben we dit model teruggebracht tot de formule dat de ruimte (grot, wereld) moet worden opgevat als het zijn in iets, als omvat wordend. Zo kom je vanuit de verkenning van de wereld uiteindelijk in de theologie, God is de naam voor de wereld die omvat wordt, de wereld is - met de woorden van Newton - 'Gods zintuig' (zie deze blog). Dat was ook zo ongeveer waar ik uitkwam toen ik nadacht over Echtzeitalter. Hoofdpersoon Till ontdekt via het gamen dat hij de grote schoolwereld tot iets kleins kan terugbrengen, en kan zo met dat gamen weer makkelijker zijn plaats zoeken in die school.

Kunnen we met het kijken naar Das Lehrerzimmer een vervolgstap zetten? Zo groot is mijn vertrouwen in het leren blijkbaar nog steeds. Daar moet ik wel de lessen bij betrekken die ik bij het lezen heb getrokken, in afgelopen weken. Als je Beckett leest (zie deze blog) word je een kat die achter zijn eigen staart aan rent, je dwaalt wat rond, raakt in verwarring en verlangt naar een houding waarin je je kunt terugtrekken en de wereld weer even aankunt. Het vagevuur, we zijn half-gepureerde zielen, meer valt er in onze wereld niet te halen. Met andere woorden: je gebruikt de erupties en het verzet om jezelf in beweging te houden, en dat is ook de belangrijkste reden dat ik deze blogs schrijf. Ik wil mijn denken in beweging houden, omdat ik niet alleen een lichaam ben. Ik ren mijn rondjes in de buurt, maar moet ook mijn hersencellen in leven houden, als levend en menselijk wezen.

Hoofdpersoon in Das Lehrerzimmer is Carla Nowak, lerares en mentor van de gymnasiumbrugklas. Ze wordt geconfronteerd met diefstal op school, en dat brengt een hele machinerie op gang, waarin elke stap leidt tot grotere druk en verwarring. Volkskrantrecensent Pauline Kleijer (zie hier) spreekt van claustrofobie, Çatak weet blijkbaar de begrenzing van die filmische ruimte goed vol te houden. Carla kan geen kant op, zelfs als ze zit te peinzen zit ze nog op school. Ik ken die ervaring. Je hebt een les die niet goed gaat, of een proefwerk dat slecht gemaakt is, en je dreigt het vertrouwen te verliezen van je collega's. Maar je kunt niet echt weg, je hebt meteen daarna weer een andere les met een groep voor je neus. De argwaan slaat toe, en Çatak voert dit systematisch door. De media verergeren dit alleen maar. Een filmopname van de diefstal gaat zijn eigen leven leiden, is meteen ook inbreuk op de privacy, en de jager wordt meteen prooi. De kat jaagt achter zijn eigen staart aan.

We zijn in staat om als toeschouwers naar deze film te kijken. Er is een buitenwereld. Toen in ons zaaltje bleek dat het geluid niet goed was ingesteld kon ik naar buiten lopen en een medewerker inschakelen. Het probleem werd meteen opgelost. Het aantrekkelijke van een miniatuurwereld, zoals de bioscoop of de school, is dat de wereld ondanks alle verwarring overzichtelijk lijkt. Er is altijd een vluchtweg als het te benauwd wordt. Dat merkt ook Carla wanneer ze door de ouders wordt belaagd. Ze vlucht naar de wc, haalt een plastic zak uit de prullenbak en kan haar hyperventilatie even oplossen. Hè wat een opluchting. Maar als ze op een gegeven moment besluit dat ze eigenlijk van school weg wil doet de leiding een beroep op haar morele inzet. Er is immers een lerarentekort. De claustrofobie wordt daarmee een middel waarmee we inzicht krijgen in de maatschappelijke positie van de school. Het personeel wordt onder druk gezet om elkaar en anderen onder druk te zetten. En vaak op een onbepaalde manier. Ook de handelingsvrijheid van docenten lost hier weinig op, de druk komt van binnen én van buiten.

De fascinatie van Duitsland voor de schoolwereld zou ik kunnen verklaren vanuit de oorlogservaringen, waar de druk maximaal was en het land de vernieling in voerde. Als iets niet lukt val je terug op bekende reflexen. Die van Duitsland is de Bildung, het onderwijs, de wetenschap, de morele vorming met name. Deze roept weer zijn eigen tegenkrachten op. Als je anderen wil opvoeden gaan die jou zien als arrogante betweter en keren ze zich tegen de rationaliteit. Enzovoorts. Het land draait in kringetjes die eerder lijken op die van de hel dan die van het vagevuur, in termen van Dantes Goddelijke komedie.

De les van deze film spreekt me wel aan, en heeft hier in deze helse context ook betekenis. Ik mag niet spoilen, maar aan het eind blijkt dat we de waarde kunnen zien van het met elkaar verblijven in de ruimte. Precies het feit dat we uiteindelijk niet weg kunnen uit de ruimte schept de kans dat we zien dat we er met elkaar zijn. Een oplossing is er zeker niet gegarandeerd, maar in feite bestaat er wel steeds de kans op het begin van een oplossing. Het sleutelgebaar zou je kunnen zien in de scène waarin Carla zich met Oskar opsluit in de klas. Ze draait gewoon de sleutel om, en zet daarmee de anderen even buitenspel.

Ik ben altijd geneigd te denken in termen van vluchtwegen, exits, deuren openzetten. De paradox van Carla's gebaar is dat ze de deur juist dichtdoet. Filosoof Cacciari ziet bij het verhaal van Kafka (Vor dem Gesetz) het omgekeerde gebaar. Een deur die openstaat is een deur waar je dus niet door kunt lopen. Een dichte deur kan veiligheid bieden, een open deur kan bedreigend werken. Ook hier dus weer complicaties, paradoxen.

Misschien ook verklaart dit waarom ik mijn blogs niet alleen gebruik om mijn hersens actief te houden. Ik stuur ze ook op, wellicht als gebaar om die deur in het spel te houden, de deur die open en dicht gaat. Gebaar dat die deur is.

Concordia in Enschede blijft ondanks coronamaatregelen wel open: 'Tot 100  mensen' | Foto | tubantia.nl

2 opmerkingen:


  1. Beste Anton, mooie geestrijke analyse van de film waarover ik een collega op de UvH ook lovend hoorde vertellen. Je brengt mij op het idee om deze film morgen op mijn trouwdag te gaan zien. Nu moet ik Marjoleine nog zo ver krijgen. Je zet mij weer aan het denken over paradoxen, er lopen zo veel ideeënlijntjes in je tekst. Ik zie steeds het rizomatische netwerk van ideeën op de achtergrond opdoemen. Weer komt daar Plato en de open deur die eigenlijk gesloten is. Ik verwachtte dat je ook weer naar het kruipgat zou verwijzen, maar dat komt nog wel.
    Groet van Martien

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Martien, veel plezier alvast bij de film! Dat kruipgat zit echt in mijn blog hoor, ik noem het vluchtweg. Een open deur kan een vluchtweg zijn, maar een dichte deur ook, bijvoorbeeld omdat hij veiligheid biedt, en daarmee openingen in een vastgelopen, bedreigde relatie. Zet Marjoleine dus niet teveel onder druk!

      Verwijderen