woensdag 15 november 2023

De school als miniatuurruimte - Tonio Schachinger

Plato leert ons dat het politieke leven een marionettenspel is. Het lijkt een metafoor die we alleen kunnen begrijpen als we even buiten de politiek stappen. Maar misschien bewijst de onmogelijkheid van deze stap wel juist dat we niet met een metafoor te maken hebben. Agamben, onze meesterduider van Plato, ziet daar iets positiefs in. Als we allemaal marionetten zijn, is het leven een spel. Het wordt allemaal weer wat leuker.

Er zijn wel verschillende soorten marionetten, of goed dan, 'marionetten' (marionet kan wel als naam worden gebruikt voor iets dat wij niet zo gauw marionet zullen noemen, en dan wordt het toch weer een metafoor, maar nu als iets dat we aan het politieke spel ontlenen en vandaaruit zijn betekenis krijgt). Pinocchio, de held van Italië en van Agamben, is een marionet zonder touwtjes (zie deze blog). Via hem maken we het leven van school en opvoeding mee. Nu eens geen held die presteert of juist een menselijke mens. Nee, Pinocchio is een pop, een marionet, en als zodanig een voorbeeld dat iets over onszelf verheldert, als mensen die ooit op school zaten en voor een deel ook zo'n veranderlijke marionet waren. Om ons vege lijf te redden moesten we kunnen veranderen in brave leerlingen, of juist even niet, als de situatie erom vroeg. In een diepere zin waren we dus marionetten, we trokken zelf niet aan de touwtjes waarmee we bewogen en veranderden.

Zo lees ik de roman van Tonio Schachinger die dit jaar in Duitsland bekroond is met de Buchpreis, Echtzeitalter. Het speelt zich af op een prestigieus gymnasium in Wenen, waar nog een drilsysteem heerst. Till (ik denk dan meteen aan Tijl Uilenspiegel) en zijn vriend vluchten in het gamen om nog iets van vrijheid te ervaren. Hun favoriete spel is Age of Empires, een soort Triviant op hoog niveau waarbij imperia het tegen elkaar opnemen. Het fijne weet ik er ook niet van, ik heb zelf weinig ervaring met gamen en heb ook niet veel met spelletjes. Wel bestudeerde ik lange tijd de filosofie van de Rus Michail Bachtin, die ik interpreteerde als een ethiek van de vluchtweg, het 'kruipgat' (Russisch: lazejka). Probeer altijd een vluchtroute te ontwerpen, wat je ook doet en waar je ook bent. Met dit in mijn achterhoofd kon ik me beter in Till verplaatsen.

Daarnaast geef ik les op een gymnasium. Dat speelde bij het lezen ook in mijn achterhoofd. In mijn klas zitten jongens die op hun mobiel gamen als ze maar even de kans krijgen. Bij het lezen van de roman steeg mijn waardering voor hun ontsnappingsverlangen of - wellicht - gewoon direct plezier. Ik moest mijn gymnasium weer met nieuwe ogen gaan bekijken. Als het gymnasium de plaats is waar we kinderen inwijden in het leven van de politiek en het burgerschap, waarbij Plato altijd in enige vorm de oervader is, begrijpen die leerlingen dan niet juist iets heel goed wanneer ze zitten te gamen? Even terzijde: deze jongens zijn ook de beroerdsten niet, ze doen hun best bij het vertalen van Latijn, en een van hen vertelde me zelfs dat hij deze zomervakantie Marcus Aurelius heeft gelezen.

Het zegt wel iets dat Duitsland Schachinger heeft omarmd. Het land sympathiseert duidelijk met de jongens die zich zo afzetten tegen de school die voor hen een gevangenis is. Natuurlijk moest ik ook aan Thomas Bernhard denken, die Oostenrijk bekijkt als land vol fascisten en katholieken, ook als ze dat zelf niet doorhebben en zichzelf neerzetten als sociaaldemocraat. Het aardige van Schachinger is dat hij zijn alter ego Till laat kennismaken met Bernhard en andere inspiratiebronnen. Zo zet hij zichzelf in een respectabele traditie, en laat hij de positie van Bernhard evolueren. Bernhard kiest voor het tragische en komische register. Zijn ik-figuren schrijven vaak over eenlingen die ten onder gaan, denk aan Der Untergeher (zie deze blog). Schachinger past meer bij de traditionele Bildungsroman, zijn held Till zoekt via het gamen en het schrijven zijn ruimtes waar hij binnen het systeem kan overleven door er anders naar te kijken.

Wat hieruit resulteert is de herontdekking van zijn wereld als een miniatuurwereld. Voor een gamewedstrijd vliegt Till naar Shanghai, waar alles enorm groot is. Als hij dan terugkeert in Wenen en zijn school komt alles hem onbeduidend voor. Je zou kunnen zeggen dat Till via het gamen de verhoudingen omkeert. De school was een wereld die te groot voor hem was, en dankzij de verkleining van de wereld in zijn games kan hij die wereld inpassen. Till trok bij het gamen aan de touwtjes, en later ook als schrijver. Daarmee vertelt hij zichzelf en ons dat de wereld een game is. Een hel, zeker, maar een hel die bij het schrijven blijft krimpen.

Nu is het niet meer zo moeilijk om een link te leggen met dat intrigerende ruimtebegrip van Plato in Timaeus onder de naam chora (zie ook deze  blog). Wanneer de grenzen van de ruimte systematisch vervagen, de leerlingen in de school, de school in de wereld, de wereld in de game, de game in de roman etcetera, dan treden we in contact met een ruimte die wordt omvat, zonder dat je nog kunt zeggen dat er een binnen of buiten de grenzen is, het is een alles-in-alles, een alomvattend en alomgevat alles. 



2 opmerkingen:

  1. Beste Anton, Mooie inspirerende tekst die herinnert aan zo veel andere teksten waarin die geest- en grensverruimende spelen verbeeld worden. Ik hoop dat je van hieruit nog een link gaat leggen met het Kralenspel van Herman Hesse. Wat ik mij herinner van het lezen van die enorme roman -alweer jaren geleden echt gelezen- is dat de vraag oprijst of het spel uiteindelijk meer is dan vorm of esthetica. Daar loopt de hoofdpersoon -Knegt- in vast. Het kralenspel waarin hij steeds verder wordt ingewijd totdat hij zelf een meester wordt, lijkt de kosmische harmonie van sferen tot klinken te brengen, maar uiteindelijk is het prachtige muziek en dat is het dan. De wereld staat daarbuiten. Als hij uiteindelijk breekt met deze gemeenschap en de wereld ingaat, dan is het al snel gedaan met hem. Hier wordt ook kritiek op de estheticisme van het spel uitgeoefend. Uiteindelijk moet een spel een doorgang zijn naar de echte wereld. Maar ligt de grens tussen spel en wereld, metafoor en letterlijkheid? Daarover gaat jouw tekst en ik kijk uit naar de volgende aflevering.
    Groet van Martien (vriend van Anton)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Beste Martien, dank voor je tip! Het wordt tijd dat ik die Hesse weer eens ga lezen. Bij Siddharta werd er ook een spel gespeeld, toch? In mijn blog zit de wereld aan twee kanten. Hij wordt omvat door de game, en die game wordt weer omvat door de wereld. Daardoor weet je niet meer zo goed wat die wereld is. Maar het spel helpt je wel daarbij, en niet alleen omdat die de wereld verkleint, maar ook om in de buitenwereld te kunnen leven, zoals Till en vrienden. Vertel me binnenkort maar eens welke van beide werelden die 'echte' wereld is, Martien, ik ben benieuwd!
    Groet, Anton

    BeantwoordenVerwijderen