zondag 12 november 2023

Door de podcast heen slapen - Weer Plato en Agamben

Het is moeilijk te verdragen als mogelijkheden ongebruikt blijven. 's Nachts luisteren we podcasts waarbij we hopelijk in slaap vallen. Worden we wakker, dan staat er dat de podcast inderdaad is afgespeeld. Er zit niets anders op dan de podcast maar weer op te zetten en opnieuw te proberen. Al die mensen die zich zoveel moeite hebben gedaan om die podcast in elkaar te zetten! En alle frustratie die we oplopen doordat we niet in staat zijn gebleken die podcast zelfs maar liggend te luisteren!

Terug naar onze matrices, de grotvergelijking van Plato en de duiding van Plato door Agamben. De mensen zitten vanaf hun geboorte vastgebonden aan hun zittingen en kijken gedwongen naar voren. Wat ze zien zijn de schimmen van de sjablonen op de muur, de projecties. Ongebruikte mogelijkheden, kun je zeggen, want buiten schijnt de zon. Daarom wellicht wordt die ene naar buiten gesleurd om daar te kijken naar de dingen zoals ze door de zon beschenen zijn. Dat doet pijn, maar het is tenminste de pijn van de werkelijkheid. Daarna gaat het weer mis. De man wil weer terug naar de grotbewoners om hun uit te leggen hoe het buiten is. Ze lachen hem uit en willen hem zelfs doden omdat hij hun schijnzekerheden komt verstoren.

Agamben neemt het op voor de ideeën, de dingen zoals ze zijn, zoals ze door de zon van het goede worden beschenen. Die ideeën 'redden de verschijnselen', citeert hij Plato ergens. Omdat de ideeën er zijn, kunnen we vrede hebben met de dingen zoals ze aan ons verschijnen, in de grot of erbuiten. Ja, misschien ook in de grot, denk ik. Daar moeten die ideeën ook bestaan, ook al zien we ze niet en willen we niets ervan weten. De grot is niet voor niets een beeld in een vergelijking, we moeten die grot gebruiken om te begrijpen hoe we in ons leven steeds pendelen tussen de grot en de buitenwereld.

Als we weten dat de ideeën ook in de grot zijn, is het niet nodig om naar buiten te gaan. Dat brengt me bij de paideia, het onderwijs. Als ik weer eens een toets heb nagekeken waar zelfs de eenvoudigste zinsconstructies niet worden gezien, denk ik dat we ons midden in de onmogelijkheid bevinden. Doe dat die kinderen niet aan! ben ik dan geneigd om te roepen tegen alle stichters van gymnasia en dus tegen Plato. Waarom moeten ze daar gedwongen die toetsen zitten maken als de ideeën toch al bestaan, ook zonder dat we dat al denkend en vertalend ontdekken? Waarom al die pijn en frustratie?

In mijn voorgaande verkenningen heb ik Plato en Agamben gevolgd via het spoor chora, zoals Plato dat in een ander geschrift uiteenzette. Grofweg gezegd kwam Plato bij dit spoor uit, startend vanuit de ideeën als de voorstellingen van het zijn. Daarna verschoof hij naar de voorbeelden, 'paradeigmata', dingen, woorden of personen die ons via onze waarneming kunnen brengen naar de ideeën. Denk aan de mens die in Timaeus ogen krijgt, waarmee hij de hemellichamen kan zien die hem door hun regelmatige bewegingen op het idee brengen dat er orde in de natuur is, die we met begrippen en getallen kunnen verhelderen.

De overgang naar chora ('plaats', 'ruimte') houdt in dat we in eerste of laatste instantie geen heldere ideeën hebben, en ook geen voorbeelden waarmee we met ons denken verder kunnen komen (over chora volgens Agamben, zie deze blog). We zijn aangewezen op de plaats waar beide ordes, van het denken en de waarneming, elkaar raken, de plek waar ze met elkaar kunnen communiceren zonder dat die plek tot een van beide ordes behoort. Plato noemt dit het denken 'met onwaarneming', een bastaarddenken. Agamben neemt dit tot uitgangspunt van zijn denken over taal, zoals we hebben kunnen volgen in zijn beschouwing over de menselijke stem, La voce umana (zie ook deze blog).

De taal is een uitvinding, een apparaat dat is uitgevonden en ons steeds meer in de greep is gaan houden. De misleiding bestaat in de idee dat taalelementen een op een corresponderen met dingen in de werkelijkheid. Er bestaat geen begrip zonder ding, en geen ding zonder dat het onder begrip gebracht is. Zo kunnen we - menen we - de taal gebruiken als instrument om de dingen naar onze hand te zetten. Daarbij vergeten we dat dit 'we' zelf geen instrument is, en tegelijk ook wel. Het behoort tot de orde van het taalsysteem en tot de orde van de taal zoals we die gebruiken, maar tegelijk ook niet, het wordt erin voorondersteld als iets dat tot geen van beide ordes behoort. De stem is chora, chora van de taal.

De podcast is natuurlijk niet die menselijke stem. Het is een functie van een apparaat, de mobiel in ons bed. Maar toch ook weer wel, het is de stem die verschuivingen aanbrengt in onze ideeën. Als we ernaar luisteren vergeten we de stem, en gebruiken we die vergeten stem als doorgang naar de ideeën, die nu onze ideeën worden. Dat is het proces van toeëigening, oikeiosis zouden de stoici zeggen, onderwijs. Onderwijs verloopt via apparaten, het apparaat taal met name, die we aanzetten vanuit de oorspronkelijke situatie van de infanzia, de stem zonder taal, waarmee ik een begrip van de vroegere Agamben herneem.

De stem klinkt door, ook als we in slaap vallen. Het apparaat staat altijd aan, en wij zijn er niet tegen opgewassen, we zijn te onmachtig en te moe. Maar wat als we die slaap beschouwen als die infanzia, het beeld dat de infanzia op een bastaardachtige manier verdicht tot een voorbeeld? En misschien meer dan een voorbeeld?

Ik denk aan de uitleg van Agamben bij ideeën van Leibniz en Benjamin over materie, in What is philosophy? (Die uitleg heb ik besproken in deze blog.) Kort gezegd is chora materie, het is materie niet in de zin waarin Aristoteles dat meestal bedoelt, als passief complement van de vorm, die we kunnen begrijpen door de vorm weg te denken, als 'beroving' (sterèsis) van de vorm. Materie is de 'eis om te bestaan', en zo gezegd lijkt het de mogelijkheid die erom vraagt te worden gerealiseerd. Maar Agamben duidt Leibniz en Benjamin zo dat de eis wordt omgedraaid. Een bepaalde realisering is materie in de zin dat ze om haar mogelijkheid vraagt. Je zou hier naar analogie van Patocka kunnen spreken van 'omgekeerd platonisme', met het verschil dat Agamben hier de niet-omgekeerde Plato gebruikt om Aristoteles om te keren, dus eerder 'omgekeerd aristotelisme'.

Iets daarvan merken we wanneer we in slaap vallen bij een podcast. De stem is een en al realisatie, 'in-werking-stelling', het apparaat dat aan staat. Maar in plaats van onszelf in te zetten als verlengstuk ('entelecheia') van dat apparaat of het uit te zetten, stellen we het buiten werking door in slaap te vallen. Je kunt dit zien als een ander gebruik van dat apparaat, een gebruik waar het niet of nauwelijks voor bedoeld was. Maar dit andere gebruik ontdekken we juist door onszelf ook buiten werking te stellen, door in slaap te vallen. Onze frustratie bewijst ons dat dit niet echt onze bedoeling was, we blijven als 'we' heen en weer gaan tussen beide polen, de realisatie en de mogelijkheid. Vervolgens zijn we misschien tevreden juist doordat we in slaap vielen en spreken we van een win-winsituatie. We zijn in staat gebleken gebruik te maken van deze situatie, door ofwel te luisteren ofwel te slapen.

Je ziet hoe ik met mijn ideeën, of liever de ideeën van Plato en Agamben, de verschijnselen probeer te redden. Ik zal wel moeten, want het onderwijs bezorgt me altijd stress. Misschien is een van de stressfactoren wel de dwangidee dat ik niet mag versagen. Als de resulaten tegenvallen denk ik dat ik de mogelijkheden niet heb weten om te zetten in realiteit.

Laat ik het van nu af aan het eens vaker omdraaien. Er gebeuren dingen, en die vragen om hun mogelijkheid. Ze hebben Livius niet weten te vertalen. Goed, Livius is nu veranderd, van een instrument (tot een diploma) in een raadselachtige taal, een taal waaraan we blijven ploeteren. Livius die met zijn Hannibalverhalen en zijn lange zinnen ons probeerde wakker te houden, ons probeerde uit te dagen om onze kop erbij te houden. Het lijkt of we Scipio zijn en moeten nadenken over de enorme nederlagen die we hebben ondergaan. Die Scipio, herinner ik me van een tekst van Cicero, is in staat tot dromen. In de slaap van een consul eeuwen later spreekt hij tot hem en zegt hem dat hij in zijn hemel volmaakt gelukkig is. Het lijkt alsof de actie hier is uitgelopen op rust, de rust van de slaap en de droom.

Ik vraag me soms af of ik nog wel in een leerproces zit. Zo heb ik mijn blogs steeds vormgegeven, als lessen die ik mezelf vertel, met jou als toeschouwer. Nu droom ik soms al van mijn pensioen, over een paar jaar. 'Escape from Alcatraz', zeg ik dan grappend. Misschien zit er meer in, en ben ik veeleisender geworden dan ik dacht. Bij lessen die ik vertel denk ik dat ik wakker moet blijven om naar mezelf te luisteren. Nu ontstaat geleidelijk de vrijheid om te denken: ik ben zelf die podcast. Ik vertel, maar niemand hoeft te luisteren, ook ik niet. Ben je er nog?

How do I choose the best sleep earbuds for me? - Coolblue - anything for a  smile

1 opmerking:

  1. Ha Anton, ik ben er zeker nog en ik ga jouw tekst nog een paar keer lezen. Het is nog niet helemaal duidelijk, maar mijn ervaring is dat ik er steeds meer grip op krijg als ik echt de tijd neem en meedenk met de verbindingen die jij maakt. Jij gaat hier nooit mee stoppen, ook niet als je met pensioen gaat. Dan blijf je je zelf lesgeven. Ik moet hier denken aan mijn collega Fernando Suarez Muller die tijdens zijn colleges altijd weer verbaasd is over de ideeën die bij hem opkomen als hij college geeft. Soms zit hij naar zichzelf te luisteren als hij college geeft. Van zulke docenten moeten wij het hebben. Ik hoor mijzelf steeds vaker tegen klagende studenten zeggen dat het niet perse vaag is als het niet meteen duidelijk is.
    Ik ga jou tekst herlezen, Anton, en misschien ga ik er dan inhoudelijk op in. Jouw visie op de ideeën is fascinerend. Plato is nog lang niet voorbij. Zo veel is zeker.
    Groet van Martien (vriend van Anton)

    BeantwoordenVerwijderen