donderdag 13 augustus 2020

Hoe kan ik een cadeau aannemen? Io sono l'amore

Europa is bezig zich te herpakken na de globalisering. Dat heeft gevolgen voor het project 'Multitudo' waar ik in gedoken ben, rond de Italiaanse filosofen Negri, Agamben en Virno. Hoofdlijn van dat project was het verzet dat werd uitgelokt door de dominantie van Amerika. Amerika, sinds 1989 niet opgevat als imperium in de oude zin, als land dat de wereld domineert, maar als het verdwijnen van tegenstellingen en conflicten. Iedereen wil Amerikaan worden, of dat nu verloopt via de jeans, de rock of McDonalds (en tegenwoordig weer Coca Cola).

Nu het einde van deze globalisering in zicht is, vanwege de opkomst van China, de polarisatie van Amerika en Europa, zijn we misschien al bijna in staat om de globalisering bij te schrijven in de geschiedenis. Dat heeft zeker ook gevolgen voor de zojuist genoemde marxistische filosofen, omdat zij hun hoop zetten op het verzet. Hier lijken de Italiaanse denkers zich enigszins te verdelen. Negri ziet het verzet vooral in de counterinsurgencies, in een analyse van wat er allemaal opkomt aan tegenbeweging tegen het geglobaliseerde kapitalisme. Agamben ziet het anders, hij is vooral geïnteresseerd in het verzet van binnenuit. Het kapitalisme is niet zomaar weg, en we kunnen beter zoeken in de plooien van dat kapitalisme naar nieuwe manieren om een politiek te starten waarin niet eigendom en consumentisme vooropstaan, maar het gebruik van het zelf, het lichaam, de wereld, de taal ook.

We kwamen via dit spoor uit bij Dante, die de tragedie inruilde voor de komedie. Deze move heeft vooral in Italië sterke papieren. Ze zijn daar volgens Agamben ongevoelig gebleven voor het tragische levensgevoel van de noorderlingen. Daar was de persoon onschuldig, maar moest hij accepteren dat hij in eeuwig conflict met de natuur zou blijven. Volgen we het spoor van de komedie, zoals Dante of Pulcinella, dan is de natuur onschuldig, en hoeven we alleen nog maar onszelf te veranderen. Misschien kunnen we alvast de schuld ombuigen in schaamte, of zelfs nog verder, ook nog de schaamte van ons afwijzen.

U begrijpt dat ik met verhoogde interesse kijk naar kapitalistische zaken waar iets zichtbaar wordt van verzet van binnenuit. Welnu, dat meen ik te zien in de film Io sono l'amore, 'Ik ben de liefde', van Luca Guadagnino (2009). De film gaat over een Milanees bedrijf waar de macht wordt overgedragen aan de zoon en kleinzoon. Maar er verschijnen enkele barsten, en je kunt vanuit de teloorgang van de Italiaanse economie twee kanten op. Enerzijds kun je volgen hoe het bedrijf wordt overgenomen door een Indiase Amerikaan die de globalisering symboliseert. Anderzijds kun je ook met de regisseur meegaan die de echtgenote in het middelpunt stelt. Ze raakt verzeild in een liefdesrelatie met de vriend en bedrijfspartner van haar zoon. Bovendien is ze van buitenlandse afkomst. Met haar zoon spreekt ze nog steeds Russisch, dus het is haar blijkbaar niet gelukt om haar vreemdheid helemaal te vergeten.

Je zou nu ook dat tweede spoor kunnen volgen via de naam van haar man, de nieuwe bedrijfsleider, genaamd Tancredi. Deze naam verwijst naar een toneelstuk van Voltaire, dat door de beroemde componist Rossini is verwerkt tot een opera, en bij Rossini wordt dat al gauw iets komisch. Maar voor ik teveel ga zwelgen in zelfgenoegzaamheid (immers we hebben de cirkel rond, de film is via de naam Tancredi een voortzetting van de lijn Dante of Pulcinella), wil ik in de mij resterende alinea's enkele zaken aanstippen die ons iets nieuws leren. Dat is immers de inzet van mijn blogs. Niet de bevestiging van wat we al te weten waren gekomen, maar het hernemen van de vorige stap en de poging een stapje verder te zetten.

De film Io sono l'amore wordt wel 'barok' genoemd. De beelden stapelen zich in hoog tempo op, en alsof dat nog niet genoeg is hebben de producenten (onder wie hoofdrolspeelster Tilda Swinton) de Amerikaanse componist John Adams ingehuurd. Ik zou over deze door mij hogelijk bewonderde componist van alles willen zeggen, maar het belangrijkste in dit verband is dat hij sommige scènes flink aandikt, terwijl hij zich bij andere scènes juist gedeisd houdt. Zo ervaren we iets van muziek en stilte, en over een soort ritme dat iets laat horen van de afwisseling tussen muziek en stilte.

De vraag die we nu centraal moeten stellen: is deze film wel 'komisch' in de zin van christelijk (Dante) of volks (Pulcinella)? Is echtgenote Emma wel schuldig in het aangezicht van een onschuldige natuur? Ja, denk ik, zo zou je goed naar deze film kunnen kijken. Ze is als Russische vreemdeling een stoorzender in het Italiaanse familiebedrijf. Ze versterkt de andere stoorfactoren, zoals haar dochter die lesbisch wordt en haar haren laat knippen. Ze duwt, zij het per ongeluk, haar zoon in het zwembad die vervolgens overlijdt.

Tekenend is de reactie van haar man Tancredi als hij van haar verneemt dat ze een liefdesrelatie met de jonge Antonio had: 'You don't exist.' Hij zegt het in het Engels tegen haar. Tegelijk met haar wist hij ook zijn Italiaanse identiteit uit, en verruilt hij die voor de taal van de globalisering. Emma is veroordeeld tot de nietigheid, ze is in termen van Agamben homo sacer geworden. Dat roept onmiddellijk de vraag op hoe we dit soort vreemdelingen kunnen verwelkomen als een cadeau. De film werkt dit uit door ons de vreemdeling met (uiterlijke en innerlijke) aantrekkingskracht in beeld te brengen.

Terugkijkend naar de globalisering (ik had deze terugblik al hierboven aangekondigd) kun je ook zeggen dat we allemaal vroeg of laat stuiten op 'Rusland'. Emma heet in werkelijkheid niet Emma, ze is haar werkelijke, Russische naam vergeten. Maar haar mond valt open als ze in San Remo een Russisch-Orthodoxe basiliek ziet. Ook spreekt ze tot de tragische dood van haar zoon Russisch met hem. De Indiase Amerikaan die het bedrijf overkoopt vindt dit wel interessant. Immers, hij wil zijn imperium ook uitbreiden over Rusland. Je zou met enig gevoel voor melodramatiek (hier wel adequaat) kunnen zeggen dat de Russische nostalghia zich schuilhoudt in een grot totdat ze weer opduikt binnen het kapitalisme en zijn ontwrichtende werking na een lange pauze kan voortzetten.

Kijkend naar deze film krijg ik het gevoel dat we de counterinsurgencies meer moeten zoeken in subtiliteiten, in taalgebruik, het bereiden van gerechten en muziek, dan in straatopstanden. De straatopstanden, zoals nu in Wit-Rusland, worden onmiddellijk getrokken in de sfeer van kansberekening. Zullen de opstandelingen erin slagen de dictator opzij te zetten? Helaas, zo werkt het niet. En als het soms wel ineens zo werkt, dan is het alleen maar nog boeiender om te kijken naar de verborgen culturele krachten die vroeg of laat tot verandering kunnen leiden.

Een niet te onderschatten kracht is in Italië en daarbuiten de franciscaanse beweging. Wat doen Emma en haar lesbische dochter anders dan het hernemen van de knipbeurt van Clara die langs die weg te kennen geeft dat haar bestaansreden niet meer de vrouwelijke schoonheid en het moederschap is, maar de liefde. Io sono l'amore, dus ik knip mijn haar.

Daarnaast dus, onthoud dat, is Io sono l'amore een film die erin geslaagd is de 'voortjakkerende' componist John Adams af en toe zijn mond te laten houden. Wat er in de plooien van de barok niet allemaal aan mogelijkheden geborgen ligt....

St. Clare of Assisi: From Noblewoman to Lady of Poverty | Clare of assisi,  St francis, Assisi
Franciscus knipt het haar van Clara


2 opmerkingen:

  1. Ik ben het met je eens dat we de opstand moeten zoeken in subtiliteiten. En John Adams is inderdaad het mooist wanneer hij stil is. Een paar subtiele toevalligheden: ik heb vandaag mijn haar geknipt (niet zo kort als Clara) en ik heb recentelijk ook Io sono l'amore gekeken. Gelukkig wist ik dus al hoe het afliep.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Heb ik me daar toch weer een potje lopen spoilen! Kort haar lijkt me ook wel prettig met 35 graden. Ben benieuwd naar je hoofd.

      Verwijderen