zaterdag 14 december 2024

Van de panic room naar de wereld - De fenomenologie van Patočka

De wereld en ik, dat was altijd een moeizame combinatie. Ga maar na, je hebt er hoogstwaarschijnlijk niet om gevraagd om geboren te worden, en als je eenmaal aardig gesetteld bent ga je dood, met allerlei dreigingen die daaraan voorafgaan. Dan kun je het wel hebben over contact, zoals in mijn vorige blog, maar dat contact is voor mij dus niet iets dat vanzelf spreekt. Misschien daarom ook verzuchtte ik dat ik toch maar weer eens bij de fenomenologen op bezoek moest. Die zetten een stap terug, en zagen dat onze geest bezig is met objectivering, van alles maken we een object.

Het zou goed kunnen zijn dat dit nu precies onze manier is om in de wereld te zijn, om contact te maken met de wereld. Het geeft ons veiligheid. Als we even geen vriendjes zijn met de wereld kunnen we ons terugtrekken in onze binnenwereld, die misschien niet echt een wereld is, eerder een panic room. Vervolgens, als we in onszelf weer krachten hebben opgedaan, kunnen we de wereld weer te lijf, met ons lijf stappen we de wereld in, maar nu met de zekerheid van Descartes dat we in staat zijn de wereld met ons denken op te bouwen vanuit de basis van de zelfreflectie.

Die zelfreflectie is zeker ook een vorm van inner touch (zie mijn vorige blog) Het denken gaat terug op een vorm van voelen, contact maken en contact ervaren (Heller-Roazen wees erop dat het Duitse woord voor voelen (fühlen) beide dingen betekent, het zintuiglijk ervaren van iets en het betasten van iets, en dat geldt ook voor het Nederlands). We voelen dat we denken, en staan daarom al altijd in contact. Toch lijdt onze wereld aan anesthesie, contactloosheid, we maken alleen nog contact vanuit onze oneindige panic rooms, de mobielen, sociale bubbels, ficties. Er is dus ook vanuit deze invalshoek aanleiding tot kritiek, oordelen, verantwoordelijkheid, politieke actie.

Wellicht brachten dit soort overwegingen me bij het boek van de Tsjechische filosoof Jan Patočka (1907-1977) dat in mijn kast stond, Le monde naturel et le mouvement de l'existence humaine (Dordrecht 1988), met diverse teksten, maar startend met een essay uit 1936, 'Le monde naturel et la phénoménologie'. Dat ik een Franse vertaling lees is toeval, er bestaan ook Engelse. In voetnoten zie ik soms verwijzingen naar het Tsjechisch, zodat we aanvoelen dat de taal - hoe marginaal schijnbaar ook - meespeelt. Ik denk aan het onderscheid tussen mondial en mondain, dat overeenkomt met het Tsjechische svetový en svetský (voetnoot van de vertaler p.5), en waarin een belangrijk probleem dat Patočka wil aankaarten in notendop al gegeven is. We zijn in de wereld, 'wereldlijk', maar ook 'werelds', en we moeten vooral nadenken over dat eerste, wat het betekent om in de wereld te zijn.

Nu kunnen we zeker ook bij Heidegger terecht om de fenomenologie op dat punt bij te stellen. Je kunt je wel terugtrekken om vanuit filosofische, wetenschappelijke distantie de essentie van de dingen in alle rust te onderzoeken, maar je bent hoe dan ook altijd al in de wereld. Patočka gaat op dat punt met Heidegger mee, en zelfs nog een stap verder, omdat hij vindt dat Heidegger de wereld nog tezeer ziet als een plaats waar de waarheid aan het licht komt. De wereld is geen positie, these of stellingname, zelfs geen houding, het is la condition de possibilité de toute clarté et de la conscience en général (p.56), de mogelijkheidsvoorwaarde voor alle helderheid en bewustzijn in het algemeen.

Nu is het met die helderheid slecht gesteld in onze wereld, dat ziet ook Patočka. We worden van alle kanten opgezadeld met vervormingen en illusies. Dat kun je wijten aan kwade opzet, de vijanden die ons belagen. Maar het heeft ook te maken met iets essentiëlers, namelijk de tijd. We hebben tijd nodig om tot bewustzijn te komen. Dat is de belangrijkste ontdekking in een paar essays van vele jaren later, 1967-69, waar Patočka in belangrijke opzichten afstand neemt van zijn eerdere tekst. Voor mij is dit inzicht extra van belang, omdat ik daardoor een duidelijke lijn zie lopen naar de eveneens door Heidegger geïnspireerde Agamben. Als de tijd een factor is van het bewustzijn, dan - zegt Patočka - leven we niet in realiseringen maar in mogelijkheden. Precies dit maakt het onmogelijk om alle zijnden te reduceren tot een object. De objectivering als belangrijkste kenmerk van het menselijk leven valt daarmee in het water.

In één adem met de mogelijkheden noemt  Patočka de verantwoordelijkheid. Daarmee komt hij haast vanzelf in de buurt van de filosofie van Hannah Arendt, zijn denken over natuur beweegt langs lijnen die hem brengen in de ethiek en politiek. Zo is Patočka ook bekend geworden, als mede-oprichter van Charta 77, de naam die niet toevallig ook verwijst naar zijn sterfjaar. Na een gesprek met onze meester-diplomaat Max van der Stoel werd Patočka uitgenodigd voor een politieverhoor, dat zo intens was dat de filosoof met zijn zwakke gezondheid kort erna overleed. In het boek over de natuur kom ik (tot dusver) geen beschouwingen tegen over de politiek. Dat maakt het niet minder interessant, integendeel. We kunnen nu nadenken over wat het betekent om in de wereld te zijn, niet alleen als politieke tragische held, maar ook als gewone, feilbare, eindige mensen.

En dieren? Was het antropocentrische bewustzijn niet al een gepasseerd station met Heidegger, Agamben en Heller-Roazen? 'Het centrum van de wereld is bezet door ons contact met de ander.' (34) Dieren zijn al wat ze zijn, geen spoor van mogelijkheden en verantwoordelijkheid bij hen. We kunnen naar de wereld niet anders kijken dan via het netwerk dat er gespannen ligt tussen de bewustzijnen, de ander die net is als ik. Daarmee stelt Patočka zich bloot aan de lijn Levinas-Derrida, en we komen hem dan ook tegen in een belangrijk essay van Derrida, Donner la mort, waarin de ander zich ontpopt als de 'totaal andere', dat wil zeggen een ondoorzichtige combinatie van de andere mens, God, en het zelf dat zichzelf vreemd is.

Ik moet nu dus bij mezelf te rade gaan om opnieuw te formuleren wat er bij Patočka te halen valt. Ik vermoed dat het te maken heeft met zijn poging om het subject los te maken van de objectivering, in verbinding te brengen met de wereld, en via de wereld met de natuur. Bij dit alles heb ik Plato in mijn achterhoofd, Patočka was Plato-expert. Zijn clandestiene lezingen in zijn appartement in Praag zijn later uitgegeven onder de titel Plato en Europa. Ik kan niet om Patočka heen in deze serie met de titel Ideeën, waarmee ik uitdrukkelijk wil blijven verwijzen naar Plato.

Het is alweer teveel voor een blog, het gaat weer een serie blogs worden. In deze blog wil ik graag de vraag beantwoorden in welk opzicht Patočka voor mij, ondanks zijn antropocentrisme, geen gepasseerd station is, waarom ik vind dat ik hem moet blijven lezen. Het meest zie ik nu in de waarde van het geneesmiddel, de therapeutische betekenis van zijn centraalstelling van de wereld, het contact met de wereld. Er zit iets vijandelijks in de wereld, zoals ik aan het begin van deze blog al zei, en dat maakt dat ik moeite heb met het pantheïsme van Agamben (zie daarvoor deze blog) De wereld is misschien een 'waarneembare God', of Gods zintuig, maar met deze God heb ik zo mijn worstelingen.

Laat ik eens een snelle, beetje onbezonnen these wagen. Zou de verantwoordelijkheid zo aantrekkelijk voor ons zijn omdat we moeite hebben met de liefde, de liefde volgens Plato en Agamben? We kunnen natuurlijk hiervoor ook terecht bij Arendt, 'for the love of the world', maar Arendt zit al in het handelen, de actie, het moment dat we moeten grijpen. Patočka is (zo lijkt het) meer geïnteresseerd in de alledaagse mens, de mens met een lichaam, die zijn behoeften doet en heeft, naar de winkel gaat. Met de verantwoordelijkheid moeten we juist deze mens redden. Niet de held, de wachter, de martelaar.

We willen deze shoppende, etende, poepende mens beter begrijpen, de mens die niet per se werelds is maar wel wereldlijk, de mens die in contact staat met de wereld terwijl hij voortdurend wordt bedrogen, zichzelf bedriegt. Dat was zo in het communistische Praag, nu is ook steeds duidelijker dat het in de westerse democratieën zo eraan toegaat. Shocktherapieën helpen niet, er is een Bildung nodig met geduld, veel geduld, het geduld van de fenomenoloog.

Tuzex shoppen in communistische dagen | Praag-Nu

2 opmerkingen:

  1. Ha Anton, interessante aflevering. Ik kijk uit naar de vervolgdelen in deze serie "Jan Patočka". Hoe hij ons helpt om dieper in de wereld te landen... Intrigerende slotzin ook over het geduld en de Bildung die mij moet oefenen. Mijn bedenking hierbij is dat het best duidelijk is wat er nu in de wereld gebeurt -ik bedoel hoe de politieke wind waait- en dat het de hoogste tijd is voor actie. Ik denk dat daar een verschil van mening tussen ons is. Zo kijk ik ook terug op ons gesprek van vanavond. Ik zie onze de wereld als een arena die ons uitlokt om partij te kiezen. Dit engagement had jij vroeger ook, maar ik denk dat je hoe langer hoe meer toeschouwer bent geworden. Hoe dan ook, ik kijk uit naar jouw volgende aflevering over Patočka.
    Amicale groet van Martien.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Martien, acties zijn niet de enige mogelijkheid om in de wereld te zijn en lang niet zo effectief als geduldig begrijpen en coachen.

      Verwijderen