zondag 9 juni 2024

Sterrenloze nacht - De onzichtbaren van Frank Nellen

Heb je het over onzichtbaren, dan heb je het al gauw over levensdrift. Dat staat ergens in de roman met de veelzeggende titel De onzichtbaren, van Frank Nellen. Je kon in Oekraïne aan het eind van de sovjettijd onzichtbaar blijven als je je schuilhield in het besmette gebied. Op een of andere bizarre manier gaat deze onzichtbaarheid terug op de onzichtbaarheid van atomen. Je kunt ze niet zien, maar toch bestaan ze. Het is alsof we hier regelrecht in de metafysica belanden, in Plato, wiens 'ocularcentrisme' wordt ingezet om iets te denken wat zich aan onze waarneming onttrekt.

We hebben in deze blogserie kennisgemaakt met Plato, voornamelijk in de interpretatie van Agamben. Die kwam uit bij enkele begrippen en formules, met name chora, het gebied of de plaats waar waarnemingen kunnen communiceren met ideeën (zie vooral ook deze blog). Dat is dus zeker geen lege plaats, er gebeurt van alles, en zelfs: wat er gebeurt veronderstelt chora, de plaats waar waarneming en denken elkaar raken, in onzuiverheid, in 'bastaardredeneringen'. Een formule die Agamben citeert om Plato's onderneming te karakteriseren is 'het redden van de verschijnselen'. Door na te denken kunnen we betekenis hechten aan onze ervaringen en waarnemingen, en ze zien als wat ze zijn, namelijk verschijnselen.

Dat er tussen dit platonisme en de onzichtbaren van Frank Nellen toch een verband bestaat, vraagt dus om overdenking. Misschien hebben we ook hier weer een sleutel in handen met Agamben, die in L'irrealizzabile een genealogisch onderzoek uitvoert naar het begrip realiteit, zoals dat met name bij de vroege Marx verschijnt: 'Jullie kunnen de filosofie niet verwerkelijken zonder haar op te heffen'. Met zijn 'realisme' lijkt Marx zich dus buiten de filosofie te plaatsen, zich over te leveren aan het ondenkbare. Misschien - zo zag ik in mijn verkenning van zijn doctoraalscriptie - komt hier toch een ervaring van leegte aan de oppervlakte die Marx in aansluiting bij Hegel trachtte op te roepen en te bezweren. Opheffing heeft bij Marx (zoals bij Hegel) altijd te maken met negatie. Maar als leegte niet kan bestaan, of niet kan worden gedacht, krijgt de negatie vroeg of laat gestalte in praktijken. Misschien verklaart dit iets van het gewelddadige karakter van het marxisme.

In de roman van Nellen komen we tegen het eind uit bij een ervaring van de nacht, waarin de sterren verdwenen zijn. Dit zou je een op een kunnen leggen over de opmerking van de jonge Marx dat de mens zich afkeert van de hemellichamen, die voor hem de perfectie vertegenwoordigen. De perfectie is ondraaglijk, en daarom stellen wij ons ertegenover op. Het humanisme van de vroege Marx komt dus voort uit de natuur, maar door deze in zijn perfecte vorm te negeren. Daarmee stelt Marx zich overigens ook op tegen de Plato van chora en Timaeus, bij wie de waarneming van hemellichamen de mens juist op het idee kan brengen dat de kosmos een geordend geheel is.

Ik ben dus sterk geneigd het beeld van de sterrenloze nacht te duiden als een leegte waar geen praktijk van negatie meer aan beantwoordt. Dani en zijn vrienden moeten (spoiler alert) weliswaar optreden in het besmette gebied, waar ze de dieren alleen kunnen redden door ze af te knallen. Maar nog een stap verder en we komen uit bij verhalen (lees zelf maar in welke vorm), de verhalen, dat wil zeggen stemmen, die je nauwelijks nog praktijken kunt noemen. Misschien juist daarom zijn ze wel menselijk. Niet in de zin van het humanisme van de vroege Marx, maar wel in de zin van een kwetsbaar, voorbijgaand, nietig getuigenis van het voorbije sovjettijdperk waarbij - althans in Oekraïne - voor een toekomstperspectief geen ruimte is.

De sterrenloze nacht is dus de nacht waar we oor kunnen hebben voor dat soort stemmen, verhalen. De ik-figuur kan met een verouderd apparaat afstemmen op deze verhalen, maar is daarmee niet tevreden, en gaat op zoek naar zijn vriend die deze verhalen voorleest. Daarmee suggereert de schrijver dat vriendschap de natuurlijke 'ether' (aithèr, het vijfde element in de kosmos waarmee Aristoteles op zijn manier de leegte trachtte te negeren) van de taal vormt, taal gedacht als communicatie tussen vrienden.

Tegen de achtergrond van de oorlog die nu gaande is in Oekraïne zou je daar vraagtekens bij kunnen zetten. Worden we niet met onze neus gedrukt op het gegeven dat de vijand ons naar het leven staat, waarmee in principe ook elke vriendschap wordt bedreigd? Is het niet een kwestie van tijd voordat onze vriendschap met de Oekraïners vergruizelt, niet onder onze ogen, maar vooral bij onze blindheid, omdat we de bedreigingen van ons bestaan niet onder ogen willen zien?

Misschien is hier van extra betekenis dat de schrijver, Frank Nellen, nooit in Oekraïne is geweest. Zijn roman is een fantasie op afstand, hij stemt af op Oekraïne door de verhalen zelf te vertellen en te bedenken. Ik voel met hem enige verwantschap, omdat ik zelf ook lange tijd studie heb verricht naar Russische literatuur en filosofie, terwijl ik er maar kort geweest ben. Vriendschap moeten we misschien niet duiden als de ether van de taal, maar als de plaats of ruimte (chora) waar taal wordt ontvangen, 'stemmen' in letterlijke en figuurlijke zin, van vrienden en vijanden. Niet voor niets verwijst Nellen in zijn nawoord naar Svetlana Alexijevitsj (zie ook mijn blog) bij wie we mooie, lelijke, goede en kwade stemmen verenigd zien in haar citaten en vertellingen.

REMA Centuri 2060 Röhrenradio in Gaußig

1 opmerking:

  1. Beste Anton, ik voel de wanhoop in jouw tekst over de broosheid van onze vriendschap met Oekraine. Laatst was hier een vader van een vriendin van mijn dochter aan de deur die niet wilde binnenkomen om kennis te maken, maar die vervolgens wel heel lang bij de deur bleef staan om met mij te praten over de situatie in Oekraine die wij natuurlijk alleen vanuit media kennen. Tot mijn verbazing zei hij dat hij hoopte dat Trump de verkiezingen wint, omdat wij daarmee van die hopeloze situatie in Oekraine verlost zijn. Verder vond hij Trump niks, maar dit was een ding dat belangrijk was. Zo gaan de politieke loyaliteiten tegenwoordig. Het gaat om dingen die zogenaamd concreet zichtbaar zijn en niet om ideologieën die je niet met het blote oog kunt zien. Dat concrete dingen is in opmars, het gaat dwars door de tegenstellingen van links en recht. Er wordt steeds minder gedacht. Daarom is het altijd verademing om jouw blog te lezen. Tot snel. Amicale groet van Martien (zoals gezegd: vriend van Anton)

    BeantwoordenVerwijderen