Kerstmis is en blijft een disneyfeest. Je hebt behoefte om een zacht snoetje te zien waar iets gewelddadigs mee gebeurt en waarna het op een of andere manier toch nog weer goed komt. De geoefende kijker ziet daar natuurlijk Christus in. Graag vertel ik u dat verhaal terwijl u aan de kerststol zit. Ik met mijn vriend bel aan, u doet open en laat me wel of niet binnen. Wij vertellen u het goede nieuws, en als u de deur voor ons dichtgooit, lopen wij door en schudden het stof van onze voeten.
Je denkt bij een hertje ook onmiddellijk aan de tragedie. Een paar jaar geleden zat ik nog voor The killing of a sacred deer, waar een chirurg geleidelijk in de problemen kwam en begon te moorden. Tegenwoordig kun je geen tragedie meer uitbeelden zonder dat het komisch wordt. Een chirurg die om zich heen begint te schieten! Maar was dat vroeger niet ook al zo? Die Agamemnon had een hert in de heilige bossen van Artemis afgeschoten en moest zijn dochter offeren. Eigenlijk is het wel komisch hoe hij dit voor zijn vrouw moet verzwijgen. Dramatische ironie ook, want de kijker voelt al aankomen dat hijzelf later ook de klos is, in de ruzie met Achilles en als hij thuiskomt, wanneer hij als een rund bij zijn ruif te grazen wordt genomen door zijn overspelige vrouw.
Langzaam had duidelijk kunnen worden dat jijzelf dat hert bent. Stel je voor, je bekleedt jezelf stuk voor stuk met hertenhuid, je fantasie slaat op hol, je begint een totaal nieuwe episode in je leven, en wel de laatste. Je wordt neergeschoten uiteraard, maar op een of andere manier heb je zo een soort hemel gecreëerd waar je als hert meteen wordt toegelaten.
Ik zou graag zien dat, als je hier een film van maakt, dat die film deel uitmaakt, met logische precisie volgt uit het gegeven van je hertwording. Je zou bijvoorbeeld kunnen fantaseren dat je een jas van hertenleer over een stoel hangt, jij ligt op je hotelbed, en die jas begint tegen je te praten. Let wel, die jas is nog steeds Bambi of Christus. Hij/zij zegt dat er maar een echte jas is, en dat alle andere mensen hun jas moeten inleveren, opdat we gelukkig worden met deze ene jas. Dan zijn we al een heel eind, al begrijpen we nog steeds niet waarom deze fantasie de vorm van een film aanneemt.
Met mijn associatietalent denk ik wel meteen aan het Spaanse woord voor film, película. Het is afgeleid van het Latijnse pellicula, 'huidje'. Het is een zeer dun laagje gaan betekenen, een gevoelig laagje, dus waarop je beelden kunt vastleggen. Die jas van hertenleer, dat is dus het symbool van het filmdoek waarnaar we zitten te kijken naar Bambi of Christus. Bambi of Christus zijn personificaties van dat filmdoek. Het doek spreekt en toont zijn zachte gezicht om ons ervan te overtuigen dat we op een of andere manier redding zullen vinden wanneer we naar dit doek kijken, naar alleen maar dit doek en nergens anders naar. Zijn we eenmaal zo ver, dan vergeten we alles en dan schuift alles ineen. De film wordt zelf die hemel of die onderwereld waaruit de persona (masker of Phersu) naar boven komt om voor ons zijn spel op te voeren.
Mijn goede nieuws, nu u besloten hebt mij binnen te laten in uw hart: de film Deerskin draait nog steeds, en met dit nieuws wens ik u een Zalige Kerst!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten