zondag 17 december 2023

De stap naar de goden - Met Cor in Museum Arnhem

De stap naar de theologie schuilt in het getal vier. Dat zagen we al bij de manier waarop Agamben Timaeus las (deze blog). Denk aan die fameuze beginzin, waarin de deelnemers aan het socratische gesprek met zijn drieën zijn, en zich afvragen waar de vierde is. Je zou daarbij kunnen denken aan Socrates zelf, maar om een of andere reden telt die niet mee. Al lezend ontdek je dat het gesprek uitloopt op de uitgebreide overdenking van deelnemer Timaeus over de structuur van het heelal. Dat bestaat uit driehoeken, waardoor drie bij nader inzien het getal van de volmaaktheid lijkt.

Agamben volgend zijn er twee overwegingen waardoor we het getal drie toch weer moeten openbreken of verruimen om de volmaaktheid van ons universum te kunnen overdenken. Allereerst is daar die startzin van Timaeus die blijft rommelen in ons hoofd. Een generaal, twee magistraten... dan moet die afwezige deelnemer waarschijnlijk een generaal zijn... En zo komen we uit bij Alcibiades, de infame generaal van Athene, de ideale tegenhanger van de wetenschapper Timaeus. Nu we eenmaal het getal drie doorbroken hebben, kunnen we op het idee komen om ook de ontologie uit te breiden: ideeën, waarnemingen, chora, ook hier duikt de vraag op naar het element dat deze drie bij elkaar houdt, en dat is dan de 'waarneembare god' waarmee het boek afsluit. Het heelal is in god, het 'is' god.

Mijn vriend en vroegere stagebegeleider Cor Arends stuurde me gisteren zijn proefschrift, een theologische studie naar de waan bij Anton Boisen (1876-1965), een Amerikaanse geestelijk verzorger die zelf aan wanen leed en daarover schreef. Aanleiding voor Cors cadeau was ons bezoek, gisteren, aan de tentoonstelling over nazikunst in Arnhem, waar het getal drie zo nadrukkelijk opdook in de schilderijen dat het iets dwangmatigs had. Dit roept bijna automatisch de vraag op naar een vierde element dat die drie bij elkaar houdt. Misschien ligt hier een sleutel om de verhouding van de nazi's tot de beeldende kunst te begrijpen, bedachten we al bij de lunch.

Bij Boisen bestaat het getal drie allereerst uit zijn geliefde Alice, met wie hij een knipperlichtrelatie had. Er is een andere man in het spel, en van Cor begrijp ik dat Boisen zijn Alice, die hem overigens keer op keer afwijst, aan die man afstaat. Boisen zelf probeert de sprong naar het getal vier te maken door een beroep op de toekomstige generatie:

'Toen deze gedachte van de family of four bij hem doorbrak, was de opluchting enorm - de kwadratuur van de cirkel bleek gevonden te zijn, er was ruimte voor ieder in de constructie. Ook de aporieën inherent aan het christelijk geloof, nl. de problematische verhouding tussen persoonlijke zonde en verantwoordelijkheid voor de gemeenschap, was opgelost. Het onvolmaakte kreeg een rol toebedeeld doordat er een vierde factor ingevoerd kon worden - de reproductie van de soort. Deze stond, als iets geheel nieuws, naast de andere drie en tegelijk verbond zij de drie tot een eenheid.' (Cor Arends, If Billy Sunday comes to town, p.174-75)

Ook hier weer die structuur van de immanentie die ik in mijn vorige blogs opnam, het zich bevinden in iets, het omvat worden door iets, zonder dat dit andere, 'God', als een losstaande realiteit wordt gezien, het is een God-in-alles en alles-in-God, een pan-en-theïsme. Ik moet me nog verder verdiepen in het proefschrift van Cor om te zien of zijn theologie ook deze kant opgaat, maar de basisstructuur van het vierde element dat voortvloeit uit de andere drie en die drie omvat is er dus zeker in te onderkennen.

De vraag is dus of we met deze structuur een licht kunnen zetten op die nazikunst. We stonden lang stil bij een schilderij van drie paarden voor een primitieve ploeg, met een boer erachter. Drie paarden voor een ploeg, zei Cor, dat kende hij niet van zijn Groningse verleden, het is altijd een paard, hooguit twee. Dat derde paard staat midden tussen de andere en lijkt wat in de verdrukking te komen. Er moet iemand aan de teugels staan die van vele markten thuis is, de paarden in bedwang houden, hun de ruimte geven en ook nog opdrijven om door die kennelijk zeer zware klei of droge grond heen te ploeteren.

Je zult maar Führer zijn van een land met zoveel kracht, dat ook alle kanten dreigt op te schieten. Het is natuurlijk wel fijn als je de Joden overal de schuld van kunt geven en alle beloftes inlost met je industrie (auto's en oorlogstuig), maar je moet die miljoenen werkpaarden ook motiveren. Voor dat doel hadden de Duitsers behalve de verlossing uit de crisis ook hun mythen, maar visuele prikkels brengen de mythe dichtbij de massa's. De kracht van het fascisme zit voor een groot deel in de directheid en snelheid (zoals ook deze week dus weer bleek in ons land, zie ook mijn vorige blog).

In dat kader is het onvoldoende om de Führer af te beelden als een virtuoze boer die zijn paarden door de klei stuurt. Hij moet ook aan onze kant staan, met onze blik kijken naar de toekomst, van de reproductie van het volk, de family of four. Een schilderij waarin dit is uitgedrukt zou zomaar het volgende kunnen zijn:

We kijken naar Het oordeel van Paris, van Ivo Saliger uit 1939. Het werd door Hitler zelf aangekocht en hangt tegenwoordig in het Deutsches Historisches Museum in Berlijn (en nu dus tijdelijk in Arnhem). Ik herken het schilderij uit mijn schoolboek Forum dat ik gebruik voor mijn lessen KCV, als voorbeeld van de interpretatie door nazikunstenaars, naast voorbeelden van andere stijlen en andere periodes, allemaal over datzelfde thema, het oordeel van Paris.

Het verhaal kennen we. Godin Thetis trouwt met koningszoon Peleus, en bij het feest duikt twistgodin Eris op die haar gouden appel gooit met het opschrift τῇ καλλίστῃ, voor de mooiste. De drie mooie godinnen Afrodite, Hera en Athena komen er niet uit wie van hen dat dan wel mag zijn, en ze zoeken een mooie sterveling om de knoop door te hakken. Hera belooft hem macht, Athena wijsheid en Afrodite de mooiste vrouw op aarde.

Nu moet je weten dat we op school in de brugklas vorige weken een 'godenverkiezing' hebben gehouden, die toevallig parallel liep met de landelijke verkiezingen. In mijn klas ging de strijd tussen Dionysus en Afrodite. De jongens stemden op Dionysus, die hun gratis alcohol vanaf vier jaar beloofde, en Afrodite beloofde iedereen gratis dates. Net als bij de mythe van Paris won ook in mijn klas Afrodite. Wat de vraag oproept of die godin niet over een geheime kracht beschikt die werkzaam is zelfs binnen een door oorlog bezeten cultuur (zie ook deze blog van een paar maanden terug).

Met Saliger komen we al snel uit bij de verduitsing van deze mythe. Paris is nu even geen Trojaanse prins maar een kräftiger deutscher Bube, een verkennerstype of Wandervogel. Zijn opgetrokken rechterknie vind ik raadselachtig, evenals het gebaar dat hij maakt met zijn linkerhand. Wenkt hij haar, alsof hij in een bordeel zijn keuze gemaakt heeft? Bewijst hier de man zijn superioriteit over de goden? Of schrikt hij een beetje, valt hij zowat van zijn stoel (rots) van verbazing, wil hij een onduidelijk spontaan gebaar met zijn linkerhand maken en zoekt hij in tweede instantie snel steun met zijn rechterhand achter zich? Hoe dan ook, we lijken hier niet zozeer met het geslacht of de soort mens te maken te hebben, maar met de witte Duitse man die beslist over de goden.

De godinnen zijn mooi op een merkwaardige manier. Nauwelijks erotisch prikkelend (vind ik, en daarin ben ik niet de enige), eerder bewijzend dat ze kerngezond is, ze straalt gezondheid en kracht uit. Ze laat zich keuren en wat ze laat zien zijn vooral haar deugden: gezond, bereid, zonder verdere emoties, en zonder opwinding. De andere godinnen nemen al hun verlies, ze hebben de wedstrijd niet gewonnen en hebben hun blik of hun lichaam al afgewend.

Zo bezien lijkt de kunst door de nazi's te worden ingeschakeld als toeleiding naar de reproductie van het ras. Maar als dat ras het lot van de mensheid symboliseert leidt het ook de toeschouwer daarheen, via de blik van de Duitse jongeman. Wij zijn het die via dit schilderij ontdekken dat we de goden kunnen kiezen en samen de wereld kunnen redden door alles in het teken van de voortplanting te stellen.

Laten we ons niet vergissen. De keuze voor de schoonheid kost een hoge prijs.  Paris ziet af van macht en wijsheid. Hij gaat halfbewust allerlei onheil tegemoet, voorvoelend dat de afgewezen godinnen het er niet bij zullen laten zitten en broeden op wraak. Lees het verhaal van Aeneas (familie van Paris) bij Vergilius, of denk terug aan het lot van de Duitsers in de jaren na 1939, en je begrijpt zonder veel moeite hoe moeilijk deze mannen het nog gaan krijgen.

In ons lunchgesprek legde Cor me voor dat hij nu Duns Scotus aan het lezen is. Deze middeleeuwse filosoof probeerde een alternatief te bedenken voor de opvatting van de dingen als 'soort'. Elk ding is uniek, en kunnen we aanduiden bij zijn naam. De vraag zou dus kunnen zijn wat de reproductie van de soort nog kan inhouden, wanneer we voor die reproductie in de positie van Paris gesteld zijn, kiezend voor de een en dus tegen de ander. En waarbij we ook, zoals Boisen, moeten verhapstukken dat die geliefde ander ons afwijst. Zijn we in staat om de gevolgen van onze keuzes te dragen?

Ik denk aan de ruimte waarin we ons gisteren bevonden, het Museum Arnhem, waar heel veel schilderijen hingen. Het was onnodig te kiezen, we konden langs de schilderijen lopen zonder een keuze te maken. Je hoefde niet eens te oordelen, het was waarschijnlijk de bedoeling dat je je openstelde voor deze kunst die we voorheen altijd fout vonden, en waardoor je nu de nuances kon zien. Je kon ook op de vensterbank zitten en over die magnifieke Rijn kijken met het schitterende uiterwaardenpark Meinerswijk aan de overkant. Lopend uit het museum passeer je het conservatorium waar in de oorlog de Sichterheitsdienst was gevestigd. De tentoonstelling wordt druk bezocht, je wordt ondanks het tijdsslot voortdurend per ongeluk aangestoten door andere bezoekers. Je weet minder zeker dan vroeger of de bezoekers met een kritische blik kijken, mogelijk is deze tentoonstelling een voorbode van de nieuwe cultuurpolitiek waarin eenvoudig realisme door Wilders cs wordt gesubsidieerd. Kortom, de tentoonstelling geeft je de ervaring dat je in deze wereld en in deze tijd staat.

Zou ik in deze situatie toch een sprong naar de theologie wagen, dan zou ik net als Paris en de Duitse jongeman kiezen voor Afrodite. Ze belooft hem de mooiste vrouw op deze wereld, en dat wordt zoals we weten de schone Helena. Volgens de mythe is duidelijk dat Leda haar moeder is. Onhelder is wie de vader is. Zeus heeft ooit Leda bezwangerd in de gedaante van een zwaan, maar na deze daad vrijde Leda nog met haar eigen man. Negen maanden later kwamen er vier kinderen uit vier eieren, behalve Helena ook Klytaemnestra, Castor en Pollux. Onhelder bleef wie van deze kinderen halfgoden waren en wie niet.

Kortom, de liefde brengt ons bij een bepaald soort onhelderheid, onhelderheid over de grenzen tussen mens, dier, god en wereld. Het water is op sommige plekken ver buiten de oevers van onze Rijn (onze?), een onhelderheid waar we godzijdank nog enige tijd hebben om aan te wennen.

Hoogwater Rijn Bij Arnhem | Jan Adelaar Fotografie

2 opmerkingen:

  1. geweldig zoals je alles aan elkaar knoopt, Anton, zo wordt het soortgenoten overwonnen, maar ook de versplintering. er ontstaat een reeks! Cor

    BeantwoordenVerwijderen
  2. soorrtdenken,ipv soortgenoten , Cor

    BeantwoordenVerwijderen