zaterdag 3 augustus 2013

Neume

Aristoteles noemde Plato's ideeën teretismata, betekenisloze deuntjes. In latere eeuwen werd dit de benaming van nootjes of van vocalisaties van betekenisloze lettergrepen.

Misschien kunnen we bij Rousseau's 'neume' ook wel aan zoiets denken. Het is de betekenisloze ademtocht waaruit hij de taal laat voortkomen. Derrida beschrijft en deconstrueert die theorie uitvoerig in zijn Grammatologie.

Ik vraag me af of je hier niet rechtstreeks zou kunnen doorschakelen, via Aristoteles' kritiek, naar de Platoonse ideeën. Voor de zichtbaarheid staat het teken garant dat de ademtocht vertaalt in zichtbaarheid zonder die prijs te geven aan de meervoudigheid en het verval van de taal. Je zou een logocentrisme kunnen uitvinden zonder logos. Het muzikale teken zou het model vormen van deze oorsprongsvisie.

Het lijkt of Rousseau de muziek inderdaad wil losweken van de logos. Het wordt spannend wanneer Rousseau de zang niet goed kan plaatsen. Hij hoort noch bij de muziek noch bij de spraak. Maar daardoor staat hij op een beslissend moment ook buiten de geschiedenis. De zang verwijdert zich van de spraak en wordt muziek. De muziek wordt kunst en in essentie nabootsing als representatie. Verval, maar hier ligt ook een kans, de kans van het noodzakelijke 'supplement', het spel der vervangingen. Het zien wordt vervangen door een horen, het horen door het schrift en de geest.

Rousseau probeert met zijn mythes, de homme sauvage, het kind en de neume de oorsprong nog te beschermen tegen de supplementariteit. Hopeloos. Ze raken verstrikt in de vervalsgeschiedenissen.

Voor Rousseau is dat vervelend, want hij wil de natuur redden van de simulatie-effecten van de samenleving. Derrida volgt hem graag ("Nous devons maintenant le suivre.", Gram. 284) om juist het vermogen van supplementariteit te tonen. Die supplementariteit is niet negatief, ze is de kans om het logocentrisme af te sluiten, te herhalen en er voorbij te denken.

Ik denk aan een Messiaen die in Catalogue d'oiseaux de nabootsing alle ruimte geeft. Er zit echter geen melancholie bij, Messiaen omarmt de techniek, zoals wellicht de componist Rousseau dat ook deed. En die bij Derrida bijna verzwegen wordt, misschien omdat hij niet ter zake doet, omdat hij buiten de geschiedenis staat, of omdat Derrida zich niet safe voelt op het gebied van de muziek.... Welnu, het is mogelijk die muziek te bekijken, als representatie van representatie. Of als een via rupta van de spraak.









Geen opmerkingen:

Een reactie posten