In de film Das schweigende Klassenzimmer vinden we eenzelfde structuur als in de geschiedenis van Die Weisse Rose. Een groep studenten, in dit geval scholieren, komt in verzet tegen de totalitaire overheersing. Daarbij laten ze zich mentoraal bijstaan door een oudere man die - ook hij, net als Kurt Huber bij Die Weisse Rose - iets met muziek heeft.
De scholieren fietsen een eind door het veld waar de oom van een van hen woont. Het is een boerderij die in de oorlog door de Russen in puin was geschoten. De man is homo bovendien (homo's werden hard aangepakt in de DDR) en de kinderen zien hem naakt uit het meertje stappen. Bij hem kunnen ze RIAS luisteren, de westerse radio die voor de DDR vijandradio is. Het luisteren naar die radio betekent eigenlijk al dat je zelf volksvijand bent. De kinderen horen via de radio hoe het gaat met de Hongaarse volksopstand van 1956. Dat inspireert hen tot twee minuten zwijgen in de klas.
De klas wordt hard aangepakt. Zelfs de minister van Onderwijs komt zich ermee bemoeien. Uiteindelijk krijgen ze de kinderen niet in het gareel, omdat ze in die tijd nog kunnen vluchten naar het Westen. Het is vijf jaar voor de bouw van de muur.
Wat mij nu interesseert is waarom de regisseur ervoor kiest om de man in de boerderij piano te laten spelen bij de kinderen op het moment dat de Hongaarse opstand mislukt. Al daarvoor kon je het voorblad van de pianopartituur op het plankje lezen: Bartók, zijn Rumänische Volkstänze. Het wordt de achtergrondmuziek van de volgende scène, wanneer een van de jongens met de vriendin van zijn beste vriend naar buiten loopt en ze elkaar kussen. Zodoende wordt het persoonlijke politiek. Want een andere vriend ziet hen, brieft het door, en de liefde gaat interfereren met de ontplooiing van de politieke inquisitie.
Hoe moeten we die muziek nu beluisteren? Kunnen we haar überhaupt duiden? Of moeten we spreken van dispositie zoals we dat hebben begrepen bij de politieke filosofie van Aristoteles? In dat geval kunnen we het spoor Agamben volgen, die de muziek graag wil inzetten om de taal te onderbreken. Het is een half interne, half externe kracht die de het lopen der radertjes stillegt, ook als we dat niet direct merken.
Ik vermoed dat het juist niet de bedoeling is dat we dit merken. Als je er teveel aandacht aan geeft ga je het duiden in termen van taal. De kracht van de muziek gaat verloren doordat we hem reduceren tot taal, dan gaat de taal weer door en vervalt de kans om ons van die taal als zodanig bewust te worden. De kinderen besteden in de film dan ook geen aandacht aan Bartók. Dit geheel in onderscheid tot de pop- en jazzmuziek die een feeststemming uitlokt en de radiogeluiden van RIAS versterkt.
Bartók is ook niet zomaar nationale Hongaarse muziek. Het is natuurlijk al veelbetekenend dat het gaat om de Roemeense volksdansen, de Roemenen vormden (en vormen) een minderheid binnen Hongarije. En Bartók was niet zomaar symbool van de volksopstand, hij was in 1940 al naar de VS geëmigreerd. Misschien verklaart dit waarom er zo'n onbestemde sfeer ontstaat. De groep, die tot het eind van de film zijn eenheid koestert, staat op het punt om bij de oom te vertrekken, en het is dus het moment van de overspelige kus.
Misschien moeten we niet zeggen dat we de muziek niet kunnen duiden, maar dat we bij alle duiding steeds essentiële zaken over het hoofd zien. Zo wordt onhelder wat nu precies het politieke resultaat of effect van de actie is. Het schoolhoofd mompelt aan het eind dat de Hongaren er niet mee zijn geholpen. Daar heeft hij een punt. Het enige wat je kunt bedenken is dat de leerlingen nu in het Westen abitur kunnen doen, wat goed Latijn is voor 'er wordt weggegaan'. Weggaan als opening naar de toekomst. Maar dan wel een toekomst zonder concrete vooruitzichten voor hun familie en land.
Een andere onbestemde richting is de ontdekking van het verleden, of in termen van een vorige blog: de breuklijnen die zichtbaar worden door de vochtplekken achter het behang. De trouwste socialistische leerling put inspiratie uit het heldhaftige verleden van zijn overleden vader, maar raakt totaal gedesillusioneerd als hij erachter komt dat zijn vader een verrader in de oorlog was. Ook aarzelen de socialistische autoriteiten niet om deze jongen te vragen zijn klasgenoten te verraden. Bij de executie van die vader was een andere vader van een leerling betrokken. Al die vaders zwegen over hun rol bij politieke gebeurtenissen.
Het startpunt van deze ontdekking is relatief helder, de stakingsactie van de zwijgende klas en de harde reactie van de autoriteiten. Maar de kijker voelt zich al gauw verzand in al die complexe politieke verwikkelingen. Ook de filmcritici hebben het er moeilijk mee. Kun je dat de kijker wel aandoen? Die wil gewoon bevestigd zien dat de DDR en het fascisme allebei fout waren, en wijzelf gelukkig niet. Dan kunnen we het tenminste volgen.
Zodoende wordt achter ons verlangen om te begrijpen wat er gebeurt langzaam een onbestemdheid voelbaar die wordt geëchood in de muzikale stemming van Bartók.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten