zaterdag 19 januari 2019

Een slaapverwekkende roman - Ottessa Moshfegh

Het liefst schrijf ik blogs waarin de essenties van mijn vorige blogs samenkomen, en dat ook nog met een min of meer toevallige aanleiding. Soms is het toeval te mooi en denk ik dat ik gestuit ben op de tijdgeest of dat ik onbewust mijn gedachten aan het regisseren ben. Maar hoe dan ook ben ik via Agamben en Benjamin aan het denken over rust als iets dat ons kan redden. En daarover heb ik net een roman gelezen, My year of rest and relaxation (2018) van Ottessa Moshfegh.

Er wordt niet veel verteld in deze roman. Het is gewoon een vrouw, de ik-figuur, die heel veel slaapt. Daarmee heb je de plot wel zo'n beetje verteld. Ze maakt gebruik van slaapmiddelen. Ze heeft een vervelende vriend en een aardige vriendin. Een problematische voorgeschiedenis, de dood van haar ouders, wil wel helpen voor de identificatie. Maar sympathiek is de schone slaapster zeker niet. Ze is vooral met zichzelf bezig.

Terloops zegt de ik-figuur dat ze een nieuwe spirit hoopt te krijgen door zo veel te slapen. Dat lukt haar nog ook. De roman sluit af met wat we allang zagen aankomen, de aanslag op de Twin Towers. De hoofdpersoon slaagt erin met een soort onpersoonlijke liefde naar de vallende vrouw uit de toren te kijken, 'a human being, diving into the unknown, and she is wide awake.'

Kijk ik terug naar Benjamin, met name een opmerking in zijn Passagenwerk, dan lijkt het of de slaap in deze roman een passage is, de opmerking dat we de bouw van de Parijse passages in de negentiende eeuw moeten zien als het zichzelf in slaap brengen van de bourgeoisie. We kunnen de roman van Moshfegh lezen als een (misschien onbedoeld) commentaar op die gedachte. De hoofdpersoon sluit zich een paar maanden op in haar appartement om te kunnen slapen, waarbij ze geholpen wordt door een kunstenaar die haar gebruikt als model voor zijn schilderijen. Die schilder is niet al te best, en gebruikt zijn ideologische praatjes om die kunst te kunnen verkopen. Die praatjes zijn mede gevormd door maatschappijkritische filosofen als Benjamin:
'School is not for artists. Art history is fascism. These paintings are about what we sleep through while we're reading books our teachers give us. We're all asleep, brainwashed by a system that doesn't give a shit about who we really are. These paintings are deliberately boring.' (p.221)
De ik-persoon vindt dit geen origineel idee. Ze is bezig met haar slaap en wedergeboorte. Maar hoe zit het met de schrijver? In een interview bekent ze dat ze houdt van Whoopi Goldberg, omdat die zo echt is, wat overkomt door alle dikke lagen illusie van de films waarin ze speelt.

Er is dus in deze roman, en misschien ook wel in alle blogs die ik de afgelopen jaren geschreven heb, iets anders aan de hand dan maatschappijkritiek. Het gaat om niets minder dan authentiek leven. Door een park lopen en kijken naar de vogels en de lucht. Dat soort dingen. Erg simpel dus.

Nu is deze echtheid zeker een gedachte die centraal staat bij Benjamin en bekend is van zijn kompaan Adorno. Maar ook de doorgewinterde maatschappijcriticus denkt bij authenticiteit al gauw aan twee onverenigbare zaken. Hij denkt aan de indiaan in ons bewustzijn, die als Ton Lemaire steeds verder van de stad gaat wonen. Dat gebaar zien we zeker ook in de roman van Moshfegh, de vrouw die zich een paar maanden opsluit om te slapen. De andere richting is die van de politiek, waarin de instituties ons steunen bij de zoektocht naar het goede leven. Dat lazen we een paar dagen geleden in het interview met filosoof Maarten Coolen. Het Passagenwerk van Benjamin sluit ook vooral hierbij aan.

Beide zaken zijn onverenigbaar omdat de cultuur alomtegenwoordig is, en die cultuur is kapitalistisch en burgerlijk. Er moet gewerkt worden, en we hebben de media nodig om onze relaties met anderen te kunnen onderhouden. Zo raken we steeds verder verstrikt.

Het knappe van Moshfegh is dat ze beide onverenigbare perspectieven zo nauw samentrekt dat we al lezend zelf worden meegezogen door de passage. Daarvoor gebruikt de auteur een truuk die ze van haar moeder heeft geleerd: schrijf iets dat ongeveer net zo lang duurt als de tijd die het lezen van de roman in beslag neemt. De lezer maakt zodoende alles mee in real time.

Dat is slaapverwekkend. We gingen die roman juist lezen omdat onze realiteit saai is. Daar wilden we juist aan ontsnappen. Het is dus ook nog eens frustrerend. Een saaie roman, wie zit daar nu op te wachten? Is dat niet het praatje van die matige kunstenaar die wil dat zijn publiek van hem houdt en/of hem haat? De schok ook van Baudelaire en de jetztzeit van Benjamin? Ja, deels wel. Maar we hadden al gezien dat die schok deel uitmaakt van het universum van de passages, dankzij de schok duiken we opnieuw de passages in en vallen we in slaap. Het gaat dus niet om het spektakel maar om het motje dat om de vlam danst en verteerd wordt.

En zo kan het gebeuren dat we eventjes niets en niemand zijn. Nacht. Wat ons daarna kan overkomen is dat we zelf Whoopi Goldberg zijn of de springende vrouw op nine eleven. Maar niemand die het weet.

Afbeeldingsresultaat voor doornroosje

Geen opmerkingen:

Een reactie posten