Steeds schrijf ik mijn blogs wanneer er aanleiding voor is. Maar soms weet ik ineens niet meer wat een aanleiding is. Zeker, er zijn voortdurend aanleidingen. Maar de ene is de andere niet. Misschien zit er een patroon in?
De lezer wil me graag volgen. Aanleidingen, prima, ga je gang, maar we wachten op de zaak waartoe. Vooruit met de geit.
Ja, zeg ik dan weer. Jazeker! Geit, daar zeg je me wat. Je hebt het over een dier, en een dier kan een prima aanleiding zijn. Neem een geit. Dan hebben we het beest, we hebben de leuke titel van Claudia de Breij, we hebben een toespeling op de performance van mijn opa bij feestjes. Dan stond hij op en stak van wal: Adam gaf namen aan alle beesten. Het ene na het andere beest werd voor zijn ogen gezet. Als laatste de geit. Adam kon niets bedenken, behalve: 'Dat dea mer geit.' (Die mag ophoepelen.)
Dieren zijn sindsdien voor de mens blijven staan. Neem de rabbi die de mens wees op zijn plaats: vele dagen voordat God de mens schiep, schiep Hij de mug. Dit kun je corrigeren vanuit Darwin tot je een ons weegt, of veel minder zelfs, maar die mug blijft zijn voorrang houden.
Neem de aanleiding, het dier. We lezen in de klas Aisopos, de mysterieuze fabeldichter uit het oeroude Griekenland. Misschien had hij politieke bijbedoelingen, wanneer we de mens opzichtig wijzen op zijn beperkte plaats ten opzichte van Het Dier. Het Dier is toch de totem van de Oudheid, kijk maar naar de Sfinx en de Minotaurus.
Langzaam kom ik tot mijn punt. Ik doel op de fabel De leeuw en de vos. De leeuw gaat in een grot liggen, doet alsof hij ziek is en wacht af. Andere dieren komen bezorgd naar de grot om te vragen wat er aan de hand is. De leeuw springt op en eet hen op. Hoe het met de vos verder gaat kunt u opzoeken of desnoods zelf bedenken.
Tegen een leerling zei ik dat ik juist aan het lezen was in Joseph Boyden, de Canadees die schreef over de Eerste Wereldoorlog. Twee indianen (sorry, natives bedoel ik) kunnen erg goed schieten en bewijzen hun kwaliteit in de loopgraven. Tegenover hen bevindt zich de loopgraaf met Duitsers, met ook weer een goede scherpschutter. De natives denken na en na. Ze beredeneren aan de wonden van de eigen doden dat het schot van onderaf moet zijn gelost, niet van boven. Ze wagen zich 's nachts in het tussengebied omdat ze weten dat de Duitser bij zonsopgang zijn slag slaat. En inderdaad. De Duitser schiet van onderaf, maar toch worden de natives verrast. Gelukkig voor hen worden ze niet geraakt, maar ze realiseren zich dat de Duitser zich 's nachts schuilhield tussen de lijken en dan ineens schiet. Snel schieten ze terug en de Duitser legt het loodje.
De aanleiding is dus die leerling. Hij antwoordde dat hij John Williams las, de beroemde Amerikaan die zijn eigen draai gaf aan going West. Ik dacht: now we are going somewhere. Om een lang verhaal kort te maken, ik dacht dat hier vast wel de aanleiding zat voor een nieuwe blog.
Je gaat ergens heen, maar het spoor gaat alleen die kant op, er zijn geen voetsporen terug naar de kant waar je vandaan komt. Let this be a lesson, boy!
Ik vraag me dus af of je de aanleiding kunt zien als sporen naar de grot. We zien de zieke leeuw. Maar vanuit de zaak zelf, de causa, zien we geen sporen terug. Zo worden we ook met deze blog geleidelijk de grot in gevoerd. We worden karkas.
Engelstaligen spreken van aesopic language wanneer je in bedekte termen een politiek explosieve boodschap vertelt. Door die boodschap worden we gelokt naar de politiek, en hopen we tegelijk dat we beschermd zijn door het cryptische karakter van de boodschap. We wanen ons veilig.
De fabel wil niets anders dan de ander in slaap sussen. Maar zelf vallen we ook in slaap. We herhalen de moraal zo vaak dat die alle scherpte verliest.
Dat verklaart wellicht mede waarom de moraal het aflegt tegen de verhalen, en dat de moraal zelf een verhaal wordt.
Let this be a lesson, boy! Zeg het drie keer en je raakt in een roes. Je kunt alleen nog maar hopen op een plotseling inzicht. Er lopen alleen maar sporen heen, en geen sporen terug.
De vos gaat in gesprek met de leeuw. Misschien is dat niet erg verstandig. Je kunt ook over je eigen spoor teruglopen. De dieren na jou kunnen dan ook zien wat jij zag.
En zo loopt deze blog uit op het terugvolgen van mijn spoor naar de vorige blog over de man die terugkijkt naar zijn spoor. Vertaald naar de methode van historisch onderzoek zou je dit genealogie kunnen noemen, het terugvolgen van de sporen om te zien welke afslagen je hebt gemist. Methode is Grieks, μέθοδος. Het betekent letterlijk 'een weg erna' of 'met een weg'. De etymologie verwijst naar het volgen van iets, bijvoorbeeld een weg of spoor, maar omdat meta ook 'met' kan betekenen wordt er een tweede spoor gesuggereerd.
Deze methode kan in gang gezet worden door een aanleiding. Maar er is steeds ook een onderbreking nodig, een muur, loopgraaf of gevaar (leeuw, scherpschutter) waardoor je bijna wel gedwongen bent om de sporen terug te volgen. Deze situatie is ook die van de literatuur, die we met Anke Snoek hadden verkend. Vergeten we niet dat literatuur en geschiedschrijving ook over de Parnassus dansten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten