maandag 22 juli 2019

Boek of scherm - Denken met Agamben

Giorgio Agamben, 'Dal libro allo schermo. Il prima e il dopo del libro', in Il fuoco e il racconto, 2014.

Ik lees mijn blog over De goede zoon nog eens, en zie dat ik Van Essen best lang ben gevolgd. Hij was tamelijk verheugd over het boek, over zijn boeken. Het zijn dingen, en dingen mist hij nu al. Zijn dingen behoren tot het futurum exactum, ze zullen zijn geweest. We zijn in staat om de tijd te voorspellen waarin er geen dingen meer zijn, maar slechts bits en pixels. 'Ik mis de dingen nu al', zegt Van Essen, met de aantekening dat hij zelf ook een ding is.

Ik raak langzaam in de opruimmodus, ja, begin vakantie. En ik merk bij mezelf een verlangen om de dingen het huis uit te werken. Inclusief de boeken, tenminste de boeken die elkaar verdringen, die zich ophopen rond mijn bed. Ze wachten op hun beurt om te worden gelezen, en helaas of gelukkig, vlak voordat het belletje gaat heb ik weer nieuwe boeken gekregen. Ik ben misschien bang om de dingen teleur te stellen, en dat zal het wel zijn wat ik tegen ze heb. Ze bezorgen me een slecht geweten.

Stel dat ik toch nog mijn boek schrijf. Dan weet ik nu al dat er een tijd komt dat ik dat boek omzet in een pdf. Of dat ik - zoals ik nu al doe - de digitale bestanden van mijn schaarse artikelen stuur naar mijn vrienden, omdat dat veel makkelijker is en ze die boeken toch niet zullen kopen. Het zijn immers vrienden.

Ik voel dus mijn geweten knagen. Het is voor een groot deel de stem van mijn magister philosophicus Agamben, die het opneemt voor het papier tegen het scherm, in Il fuoco e il racconto. Agamben gaat zo ver dat hij de witte bladzijde de essentie van het denken noemt. Denken komt erop neer dat je denkt aan de witte bladzijde. Als de bladzijde nog wit is, is alles nog mogelijk, het is de mogelijkheid par excellence.

Nu ik schrijf, zie ik ook een witte bladzijde op het scherm. Maar dat is toch anders, zegt Agamben. Die bladzijde wil me laten vergeten dat er iets tussen mij en de tekst in staat, namelijk de witte bladzijde. In plaats van de witte bladzijde komt er het scherm ('lo schermo'). Juist hier helpt het Nederlands (of het Duits) ons meer dan het Italiaans. Scherm is afgeleid van het werkwoord skirmjan, dat beschermen, herstellen of verdedigen betekent. Ooit had het nog de materiële connotatie, vergelijkbaar met de witte bladzijde. Maar in het digitale tijdperk gaat die verloren. Het scherm is wat geacht wordt niet zichtbaar te zijn, en wat ons de witte bladzijde wil doen vergeten.

Afijn, ik had deze blog geframed vanuit een ander probleem, namelijk de betekenis van dingen. Bij Agamben gaat het (anders dan wellicht bij Heidegger) niet om het ding, maar om het middel, het middel of de materie als mogelijkheid die nooit helemaal opgaat in welke realisering ook, van welk doel ook.

Maar geachte meneer Agamben, hier moeten we toch pas op de plaats maken. Wat ik zie is weliswaar een scherm, een scherm dat zelf niet wil worden gezien, en ik weet dat de hier geprojecteerde witte bladzijde fake is, het is geen materie maar het zijn bits, lichtgolven en/of -deeltjes, pixels. Tot zover akkoord. Maar ik laat mijn polsen glijden over een soort aluminium, ik voel de laptop drukken op mijn buik en mijn benen. Het is allemaal tastbaar, het is een ding, een blinkend ding. Het is een ding, preciezer gezegd, dat middel is. Talloze keren per dag gebruik ik dit middel voor zaken waarvoor het al dan niet bedoeld is. Ik kijk naar mijn mail, of ik schrijf een blog waarvan ik vermoed dat die door meneer Google niet bedacht had kunnen worden. Ik voel mijn vingers dansen, ze zijn mijn zinnen vooruit. Mijn denken krijgt een zintuiglijke, haast ritmische kwaliteit.

Het valt me kortom moeilijk te geloven dat het scherm de materie buitenspel heeft gezet. Aan de andere kant verandert de witte bladzijde met terugwerkende kracht in een soort supervoorbeeld, een ultieme realisering, precies in iets anders dan de mogelijkheid van het denken.

Een mogelijkheid die me aanspreekt, waarbij ik steeds moet terugdenken aan de thematiek van het fetisjisme bij Freud en Agamben, is het minder uitbundige middel. Alle boeken naast mijn bed overwoekeren me en maken lezen onmogelijk. Ik breng al die boeken terug tot een draagbaar ding, een ding dat ik steeds opnieuw kan bekijken. Ik lees de tekst van Agamben, en een jaar later lees ik diezelfde tekst nog eens. Nu zit er een andere betekenis in. Het lijkt erop dat deze tekst zelf een soort witte bladzijde is geworden, de boodschap is veranderd in denken.

En zo neem ik mijn e-reader mee, overal naartoe. Het is een ding, een dingetje. Ik houd ervan het aan- en uitknopje in te drukken, waarbij een blauw lampje opflitst. Er verschijnt een zandlopertje. Lekker langzaam. Het geeft me de kracht om die veelheid van papieren boeken te weerstaan, ze te laten liggen, als pure mogelijkheden, naast mijn bed. De blauwe flits: dat ben ik, dat is mijn leven.

Afbeeldingsresultaat voor witte bladzijde




Geen opmerkingen:

Een reactie posten