Verworteling is een belangrijke metafoor in de filosofie van Simone Weil (1909-1943). Dat roept vooral het beeld op van de aarde, het land waarin je bent opgegroeid en misschien zelfs de gewoonten waarmee je vergroeid bent. Des te verbaasder was ik toen ik bij haar las:
'Alleen het licht dat voortdurend uit de hemel valt geeft de boom de energie die zijn krachtige wortels diep in de aarde doet wortelen. De boom is in werkelijkheid geworteld in de hemel.'
Deze zinnen vond ik niet in haar boek over de verworteling, L'enracinement (1949), maar in een nog dunner boekje over de persoon, La personne et le sacré (1957). Blijkbaar gaat het om een hoofdthema dat misschien zelfs als een rode draad door haar werk loopt.
De verworteling is iets positiefs, maar dat kun je over de persoonlijkheid niet zeggen. Weil voert een pleidooi om ons leven en handelen niet af te stemmen op de waarde van de mens als persoon, maar juist het onpersoonlijke. Het persoonlijke is meer een thema van haar contemporaine filosofen, iets dat nog in de jaren veertig zelfs in verzetskringen erg belangrijk werd gevonden. Daar kan ik uit eigen ervaring bij voegen dat de persoonlijkheid iets erg belangrijks is bij de spiritueel gestemde Russen, die in vorige eeuw (net als nu) naar het Westen vluchtten, en geloofden in een vrede die zou kunnen ontstaan als we maar - kantiaans - respect zouden hebben voor de menselijke waardigheid. Grote namen van de filosofie van de persoonlijkheid waren in Frankrijk Emmanuel Mounier en Jacques Maritain. Vriend Eric Bolle schetst in een lezing (zie deze link) hoe Simone Weil met haar ideeën niet wist door te dringen tot deze verdedigers van de waarde van de persoon.
Even nog een paar opmerkingen over mijn persoonlijke betrokkenheid. Als dat al nodig was na voorgaande zin waarin ik op een bepaalde manier de hele problematiek heb neergezet. We hechten altijd waarde aan personen en persoonlijkheid. Als ik een blog schrijf heb ik het gevoel dat ik niet zomaar over iets mag schrijven, de lezer verwacht dat ik er een persoonlijke draai aan geef. Heb ik niet zelfs een hele blogserie gewijd aan dat thema, in relatie tot mijn vader? Zie deze link. Ook als je het niet persoonlijk wil houden, komt het thema persoon al gauw op in de filosofie. De verdinglijking en het fetisjisme zijn belangrijke thema's in freudianisme en marxisme, twee stromingen die hun stempel niet alleen hebben gedrukt op de filosofie maar ook op de linkse beweging en zelfs op ons levensgevoel. Als je mensen gaat zien als dingen is er iets goed mis. Ook bureaucratie is zo'n ding. Hoe onpersoonlijker hoe kwader, hoe gewelddadiger. Je zit al zowat in de banaliteit van het kwaad van Arendt. (Over verdinglijking in verband met Weil schreef ik eerder een blog.)
Nu heb ik ook vanwege diezelfde Arendt behoorlijk veel sympathie voor dwarse denkers. We denken vaak dat... maar als je er even wat beter over nadenkt dan... Het herinnert aan het gebaar van Jezus: u hebt de ouden horen zeggen... maar ik zeg u.... Denk ook aan Socrates, die dwars tegen de stroom in ging. Het is beter om onrecht te ondergaan dan om het te doen. Kortom, de waarde van de tegenspraak is zowat het handelsmerk van de filosofie en de godsdienst. Als ik het zo zeg, zit Simone Weil ineens weer in de mainstream. Het minimale wat we van een filosoof willen is dat hij verrassende gedachten schenkt, en het verrassingselement is alleen maar groter wanneer die hij een zij is.
In deze blog wil ik niet veel meer doen dan getuigen van mijn geraaktheid. Vanochtend las ik de lezing van Eric in de trein, op mijn telefoontje (zie deze link). Hij is nu hoogstwaarschijnlijk met zijn Loes aan het fietsen in Oostenrijk. Ik dacht al lezende terug aan Agamben, die als student zijn scriptie schreef over Weil, later een voorwoord schreef bij het essay over de persoonlijkheid, en er ook in zijn werk nog soms op terugkwam. Ik beschik nu niet over de essentiële bronnen om een studie te maken van de invloed van Weil op Agamben, maar kan er wel al het nodige bij denken.
Soms zijn de gedachten die je hebt in een beginstadium de krachtigste. Zo kan het zijn dat we tot een kern doordringen van Agamben door verbanden te leggen met Weil. Tegen dat licht bezien is het niet zo vreemd om aan te knopen bij dat thema van verworteling, niet in de grond, maar juist ertegenover, in het licht. Had ik in een recente blog daar niet al een voorschot op genomen, nog wel op de langste dag, toen ik schreef over de schittering van het IJ? (zie deze blog.) Er zit iets van een parallel in en tegelijk van een omgekeerde beweging. Waar de verworteling bij Weil het vermogen is om dieper met de aarde verbonden te raken doordat je licht van boven krijgt, was mijn schittering de weerkaatsing van dat licht naar boven, vanuit de rivier, de stroming, het water dat onze flarden herinnering naar de zee brengt. Kortom: welke kant gaat het licht op, naar beneden of naar boven?
Misschien is dat beeld van de plant zo gek nog niet. De plant krijgt zijn licht van boven waardoor hij beter groeit, maar daardoor kan hij met zijn wortels ook verder de grond in. De beweging omhoog is de beweging omlaag, het is zo'n beetje zoals Herakleitos, de weg omhoog is de weg omlaag. Zo zijn we min of meer rond, want Herakleitos was ook de filosoof van de rivier, de stroming, de verandering. We moeten dus die metafoor van verworteling in zekere zin ontwortelen, de plant laten meedrijven, of juist weer laten stilstaan in de rivier, met alle paradoxen en ambivalenties vandien.
Mijn blog ademt de geest van de verkennende beweging, zoals ik zei de vermelding van mijn verwondering. Misschien kan ik al een stap extra zetten. Als iets me dwars zit, dan is het een bepaald soort verworteling, inclusief - op het eerste gezicht - van Simone Weil zelf. Filosofie is echt een ding van de grote namen, van de sterke persoonlijkheden. Nu stuiten we ineens op een persoonlijkheid die zegt dat we ons moeten afwenden van de persoonlijkheid. We moeten verworteld raken in het onpersoonlijke. Er klinken zelfs oproepen tot zelfopoffering, ik herinner me verhalen van Weil in de fabriek, waar ze met haar hevige hoofdpijnen naast de arbeiders stond af te zien.
Eerder, in een blog over Agamben, vond ik steun bij de formule dat zulke persoonlijkheden gidsen zijn naar het onpersoonlijke (zie deze blog). De persoonlijkheid zou je zodoende kunnen opvatten als een spoor dat zichzelf uitwist, een ladder die we weggooien als we boven zijn. Mijn aarzeling komt voort uit de blik van de aarzelaar, de verkennende liefhebber van filosofie die op de grond staat, en noch verworteld is in de grond noch in het licht. Mijn vraag: versterkt die hele spiritualiteit niet de betekenis van de gids? Groeit ons vertrouwen in dit soort sterke persoonlijkheden niet bij elke ervaring van groei die je bij jezelf ervaart? En ontstaat zo niet precies die club van wijze mannen, met altijd weer die ene vrouw, die Diotima, die nooit zal zien dat ze een collectief is omdat ze dat altijd zou doorzien? Meer dan wie ook?
Eric wilde inleiden tot een gesprek. Ik hoop maar dat er allerlei soorten reacties mogelijk zijn, anders hoor ik het graag. Aan de andere kant herinner ik me een ander bezoek aan het IJ, ook weer lang geleden, aan het museum Nemo. Een soort docent wetenschap had een mooie kettingreactiebaan opgesteld en stelde hem in werking. Hij riep er lekker hard bij: actie is reactie! Het wezen van elke kettingreactie. Ik zie ook Simone Weil praten in termen van oorzaken en gevolgen. Ik herinner me tegelijk haar essay over het einde van de wetenschap, via haar bewonderaar Agamben (zie deze link). Misschien kan ik voorzichtig concluderen dat als elke actie reactie is, het omgekeerde ook waar is, elke reactie is actie, iets dat opkomt, als het ware zonder oorzaak en zonder gevolg. Zo'n beetje als deze blogs, ergens hangend in de leegte.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten