Kunst kijken is een riskant gebeuren. Dat vergeten we doordat we er onbekommerd langs lopen. Maar kunst werkt via je onbewuste, dus - zo hadden we al gezien - kunnen we ook het passeren beschouwen als een passage, en op een bepaalde manier dus als een manier om je voor kunst open te stellen. Dat maakt ook passeren tot een riskant gebeuren.
We kunnen ons afvragen - tweede risico - of niet ook de titels en beschrijvingen de risico's verdiepen. Ooit sprak ik van cordon sanitaire, in navolging van een musicoloog, als typering van het discours rond kunst. De grondvorm is steeds: je moet hier niet over praten, deze kunst spreekt voor zichzelf. Het is echter moeilijk om zo'n cordon volstrekt gesloten te houden. Het zou betekenen dat we de taal volstrekt nietszeggend maken. De zin 'Deze kunst spreekt voor zichzelf' maakt van het kunstwerk een hulpbehoevend wezen, een stagiair waarachter de docent steeds blijft staan zodat de leerlingen begrijpen dat die stagiair mededogen verdient. Anderzijds is elk cordon (corde betekent snaar) iets dat kan meeresoneren, bijvoorbeeld met het kunstwerk. Het kunstwerk wordt door de uitspraken uitgebreid, de taal hoort er ineens bij, wat uiteraard een riskant gebeuren is.
Een voorbeeld van zo'n cordon sanitaire kwam ik zojuist tegen toen ik informatie zocht over de Engelse kunstenaar Edward Lipski. Gisteren bezocht ik met gezin het Centraal Museum in Utrecht, waar ik Lipski's sculptuur White Fang zag (zie foto).
In een interview legt Lipski iets over een hierop lijkende sculptuur uit:
'Icing is used for making celebration cakes, and therefore is a visual celebration of something you are going to eat. When I used icing together with the African Fang sculpture it is like a sampling of two cultures to create a new thing. It is cultural surrealism, rather than surrealism based on two objects from the same culture.'
In hetzelfde interview zegt Lipski ook dat hij niet houdt van theorie en vooral filosofie over kunst. Ze komen wel met nieuwe begrippen, maar hij zoekt een toegang tot kunstervaring en kunst maken via zelfreflectie, muziek en het opheffen van de scheiding tussen kunst maken en leven. Je zou dus even goed kunnen zeggen dat hij aan één stuk door aan zijn kunst werkt, als dat hij eigenlijk nooit werkt. Dat spreekt me aan, hoewel ik ook zie dat hij zijn praktijk blijft beschrijven in erg theoretische termen. Maar goed, dat had ik al uitgelegd, het is dus gewoon zijn cordon sanitaire. Ik denk dat mijn filosofische taal langzaam zal verflauwen en dat de lezers ook geleidelijk gaan zien dat mijn blogs een manier van werken of leven zijn waarbij het onderscheid wordt opgeheven. De filosofie wordt zodoende een passerende passage.
In het bijschrift dat het Centraal Museum naast de White Fang hing komen nog een paar andere aspecten aan de orde:
'De beeldhouwer Edward Lipski maakte een hedendaagse variant op een Centraal Afrikaans voorouderbeeld. De Fang, ook wel Pangwe genoemd, stammen uit Kameroen en Gabon en zijn bekend om hun voorouderbeelden. De oudst bekende beelden van de Fang werden vaak witgeverfd en gebruikt bij allerlei rituelen, zoals een inwijding of de vervolging van mensen die iets op hun kerfstok hadden.'
Het is sowieso interessant dat een witte kunstenaar iets wit maakt dat de Afrikanen zelf ook al wit maakten. En het gaat bij zijn Fang-beelden dus niet alleen om celebration cakes maar ook om de vervolging. Dat het wit van de kunstenaar hier die extra betekenis krijgt, kun je in het Centraal Museum ook al volop zien in de expositie Voices of Fashion, waar 'Black couture' wordt getoond. Je ziet er niet alleen mode van zwarte mensen, maar ook van witte. Maar het houdt wel allemaal verband met de cultuur van zwarte mensen. Je krijgt bij binnenkomst al meteen verheldering over de terminologie. Zo wordt er niet meer gesproken van 'slaven', maar 'tot slaaf gemaakten'.
Het gevolg bij mij is dat ik al gauw met mijn dochters verzeild dreigde te raken in ideologische discussies. Maar dat is niet de bedoeling. Je loopt immers langs kunst, en de getoonde fashion is geen prikkeling tot discussie. We hebben hier dus opnieuw te maken met een cordon sanitaire, maar in een toegespitste vorm. Je ziet dingen waarbij steeds uitleg wordt gegeven wat je lijkt te verleiden tot overdenking, gewetensonderzoek en discussie. Maar als je daar aan toegeeft, verval je tot de grootste fout, dan heb je pas echt iets op je kerfstok.
In mijn verwarring zocht ik steun bij White Fang, de Fang die hun beelden witverfden om overtreders te vervolgen. Hier ontvouwt zich een discours dat me vertrouwd is, dat van de homo sacer, de vogelvrije mens zoals Agamben die onder begrip heeft gebracht voor onze samenleving. We komen erachter dat we kunnen schakelen tussen verschillende posities: vervolger, vervolgde, maar ook weer van de kunstenaar of schrijver die ontsnapt aan de strikken van de (morele) wet en steeds kan zeggen: ik doe niet aan filosofie en ik heb niets met instituties. Ik leef gewoon mijn leven, speel wat piano en hup... ineens maak ik een beeld/ blog!
Of, zoals een begeleidende stem bij Voices of fashion zei, naar aanleiding van de ideologische strijd in de jaren zeventig: al die kwesties die werden opgeworpen, zouden niet moeten hoeven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten