Het lijkt zo eenvoudig. Zet twee dingen bij elkaar en... je staat te kijken wat er gebeurt. Het kan niet anders of er zit energie, spanning, intensiteit in de dingen. En ja, het is ook eenvoudig. Je kunt deze benadering verder ontwikkelen, en je situeren in een artistieke traditie. Of je kunt de eenvoud tarten door nog meer eenvoud, zodat de toeschouwer zich afvraagt of hij niet mindful aan het worden is.
We waren getuige van beide richtingen in exposities van het Centre Pompidou in Metz, die dus met elkaar overeenkomen dat er twee dingen bij elkaar worden gezet. De Koreaan Lee Ufan is behalve kunstenaar ook filosoof, en formuleerde een hele kunstfilosofie, waarin hij afstand wilde nemen van beelden en letters, en meer naar de dingen toe wilde. In mijn geest gebeurde er niet veel toen ik stond te kijken naar een rotsblok op een enigszins spiegelende plaat. Maar misschien was dat ook juist wel de bedoeling. De Duitse kunstenaar Rebecca Horn exposeerde een verdieping hoger. Zij beoogde de spanning, en maakte uitbundig gebruik van alles wat het surrealisme al had voorgedaan. Geen saaie rotsblokjes, maar bijenkorven hangend boven spiegels, luid gezoem en een steen aan een kabel die om de zoveel tijd naar beneden donderde, en bleef hangen boven een kapotte spiegel.
Misschien zit de waarheid ergens in het midden. De dingen verdragen niet veel dramatiek, maar zonder dramatiek gebeurt er ook niet veel.
Een mooie gedachte vond ik in een van de hangende toelichtingen bij Horn. Surrealisme teert op de oude respectabele en halfvergeten traditie van de alchemie. Eerder had ik er bij Agamben al iets over gelezen. De alchemisten wilden materie in goud veranderen. Het ging hun om het geheim. Niet in de zin van een verborgen betekenis, maar van de ondergraving daarvan door die te koppelen aan verschijnselen. Het gevolg is dat er zich iets wonderlijks afspeelt in het proces tussen verborgen betekenis en verschijnsel. De alchemist plaatst zich in dat proces door aan de transformatie te werken. Zijn leven krijgt morele betekenis door dat proces, niet door het beoogde resultaat.
In de buurt van het Centre Pompidou ligt de gothische kathedraal, met zeer veel gebrandschilderde ramen, onder meer van Chagall. Ook Chagall was geboeid door verborgen betekenissen. Hij was vertrouwd met de Kabbalah. En ja, ook bij hem zie je dus verschijnselen, de figuren van de Torah onder wie Eva, Abraham en David. Je kunt naar die ramen kijken als naar dramatische scènes, de bijbel van de armen.
Maar daarvoor weten we toch net iets teveel van Chagall, en zien we ook genoeg. Met name kleuren. Die zijn zo nadrukkelijk dat ze de aandacht van het verhaal wegleiden. Eva is met haar slang in de weer in fel geel. Volgens de toelichting is dat de kleur van het paradijs. Misschien mag ik ook aan goud denken, of aan de zon die boven Metz uitbundig scheen? In een beschouwing las ik dat Chagall de mens wil laten zien als iemand die zijn hoofd verliest, 'luchtmens' wordt, dat wil zeggen zich door de beelden en kleuren laat opnemen in een ervaring van instabiliteit die uiteraard ook verwijst naar de thuisloosheid van het Joodse volk.
Zijn we nu ver weg van de dingen waarmee we onze tocht door Metz startten? Ben ik soms mijn hoofd verloren?
Ach, er zijn altijd mensen die ons herinneren aan de zwaartekracht. Zo las ik dat het raam met Eva en het geel een keer was beschadigd door inbrekers die er in 2008 een steen door gooiden. Je ziet, de materie komt vanzelf weer. Ook Chagall zelf wilde meer dan alleen luchtmens zijn. Met zijn motieven en verwijzingen wilde hij ook de liefde voor de aarde en het aardse uitdrukken, en verzette zich met die bekentenis tegen opname in het surrealisme.
De aarde... ook ik ben weer getuimeld uit de hogere sferen. Ik schrijf deze blog liggend, geveld door rugklachten, in mijn vakantieappartement. Ik schrijf met een vinger, een goede les om me te leren dat je wel onthecht kunt worden van al die kunst, maar dat je in wezen die steen blijft, een ding temidden van de dingen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten