maandag 5 april 2021

Het probleem van de renaissanceman - Maksim Osipov gelezen

Als je er even over nadenkt, zijn wij allemaal renaissancemensen. We willen de wereld graag verbeteren, en beseffen terdege dat we nog het een en ander bij te leren hebben. Waarom dacht u dat ik hier de hele tijd probeer de lessen te ontrafelen die de filosofie en literatuur voor mij in petto hebben?

Een deel van mijn leven was ik betrokken bij projecten waarin we eenzelfde mentaliteit toewensten aan landen waar de renaissance op grotere afstand stond, namelijk Rusland. Onder bemiddeling van vriend Evert mocht ik in 1993 een paar weken optrekken met een Russische filosofie-professor die fan was van de renaissance, van Dante en Machiavelli. En later dachten we met een groepje na over de kans dat er in het nieuwe Rusland zoiets als een civil society voor politieke vernieuwing kon zorgen. En hoewel ik sindsdien nauwelijks nog bemoeienis met Rusland heb, zijn er soms redenen voor renaissancemensen om er af en toe in te duiken. (Over die redenen later meer.)

Zo las ik een verhalenbundel van een goede schrijver die door mijn krant werd aangeprezen, De wereld is niet stuk te krijgen. Die schrijver, Maksim Osipov, is daarnaast ook cardioloog en muziekliefhebber. Ik had u al verteld over mijn ontdekking, via Thomas Bernhard, dat een goed project kegelvormig is en rust op drie steunpunten. Het blijkt al lezend dat ook de verhalen van Osipov rusten op drie steunpunten. Je moet goed en precies kunnen werken, je moet gevoel voor muziek hebben, en je moet als literair schrijver natuurlijk ook de pose van de schepper kunnen aannemen. Daarbij is Osipov ons terwille doordat hij deze zaken ook voortdurend thematiseert, zodat we de eindjes maar aan elkaar hoeven te knopen.

Een ideale leraar dus, en een ideale renaissanceman, die Osipov!

Maar goed, dankzij weer een andere vriend, Marc, die als project het boek Job las, in de vorm van een dagboek, dat hij zo vriendelijk was met een paar mensen onder wie mij te delen, viel mijn oog op de naam Job (die van de Bijbel) die een paar keer in het boek van Osipov valt. Niet vaak, maar wel al in het motto, en op een plaats waarvan het de moeite loont te onderzoeken of die een licht(kegel) werpt op de verhalen.

Twee motieven van Job dus, en als we iets beter kijken drie (daar kon je op wachten, drie steunpunten...). Laten we ze even langslopen. Het motto luidt: 'Merk op, o Job, en luister naar mij, zwijg stil.' (Job 33:31) Dat is meteen al problematisch. Stel dat de schrijver zich met Job identificeert, is het dan de bedoeling dat hij zwijgt? Nee, want hij schrijft, en wel over het leven van de mensen in Rusland. Het twaalfde en laatste verhaal gaat over een priester die in het ziekenhuis naast een schrijver ligt, en die had hem verteld: 'Wat niet geschreven is, bestaat niet.' En zo eindigt het boek van Osipov met het doorbreken van het zwijgen, de priester gaat zelf schrijven. Maar geldt dat ook niet voor de verteller van het boek Job? En zo zitten we automatisch alweer in een kegel met drie steunpunten: God, Job en de verteller, of Osipov, de priester en de schrijver.

De tweede vermelding van Job vinden we in het verhaal Een renaissanceman, over de directeur van een modern bedrijf die zich door twee mannen laat bijscholen. Van een conservatoriumleraar krijgt hij pianoles, en van een werknemer les in het Oude Testament. De werknemer, Jevgeni Lvovitsj, vertelt over een vrouw: 'Moet u nagaan, haar man was gefusilleerd. Allebei haar dochters waren gestorven. In de gevangenis baart ze een dood kind. En toch is haar patriottisme ongebroken, onwankelbaar. Hoe komt dat, denkt u?' Rafael (de conservatoriumleraar) haalt zijn schouders op. 'Angst, ik weet het niet. Collectieve waanzin.' 'Ja, onze - hoe noemde u hem net ook weer - onze boss zei ook iets dergelijks. Maar volgens mij is het geen angst, nee. Kent u het boek Job? (...) Job komt voor de vraag te staan: "ja" of "nee". Moet hij tegen de wereld, tegen de schepping "ja" zeggen, of zoals zijn vrouw hem aanraadt...' 'Zeg God vaarwel en sterf.' 'Precies. Zo is het. En de Sovjet-Unie was voor degenen die er in leefden de hele wereld.'

Nu begrijpen we ook beter waarom Rusland voor ons renaissancemensen van belang blijft, en al helemaal in die historische gestalte van de Sovjet-Unie. Het Westen, inclusief de renaissance, had voor de Sovjet-burgers geen reële betekenis. Maar daardoor werden wel de zaken op scherp gezet, zoals ook in het boek Job. Is it gonna be yes or no boy? in termen van het bekende Meatloaf-liedje. En de titel van de Nederlandse vertaling, 'De wereld is niet stuk te krijgen' laat iets doorsijpelen van de onvermijdelijkheid van het ja, zoals dus bovengenoemde vrouw in de gevangenis.

Goed, we waren nog bezig met het rijtje van drie. De derde Job-verwijzing vinden we in hetzelfde verhaal. De directeur peinst over de lessen Oude Testament van Jevgeni Lvovitsj, met name over al dat geweld in dat veelgelezen boek. Zelf schiet hij met een geweer op kraaien, maar dat staat in geen verhouding tot Abraham die bereid is zijn zoon te offeren. Met nadruk zegt hij tegen zichzelf: 'Ik onderdruk niemand.' De vertalers helpen ons met een aantekening door te verwijzen naar Job 37:23: 'Wie rechtvaardigheid tentoonspreidt onderdrukt hij niet.' Met andere woorden, de bedrijven doen goed werk in Rusland, zelfs als ze af en toe een beetje geweld moeten gebruiken. Hoofdzaak is dat er hard wordt gewerkt, en dat de directeur bereid is bij te leren over van alles. Hij is dus de renaissanceman die Rusland nodig heeft.

Je zou kunnen zeggen dat deze directeur God zelf is. Zijn bedrijf heette niet voor niets Trinity, drie-eenheid, het is de God zoals de renaissance Hem of Haar graag zag, een tikje humanistisch, maar ook menselijk in de zin van rare trekjes hebbend, schieten op kraaien, en rare vragen stellend aan sollicitanten ('Een baksteen weegt twee kilo meer dan een halve baksteen. Hoeveel weegt de baksteen?'). De directeur kan zijn werknemers zien met verborgen camera's. En behalve dus de Zoon en de Vader ook de Geest? Jazeker, die ook, hij wordt verliefd op een zangeres en raakt een beetje in de war.

Je kunt ook een trapje lager en de directeur vergelijken met het zeemonster Leviathan aan het eind van het boek Job, ook al omdat we hebben gezien dat in Rusland die politieke symboliek wel bekend is, denk aan de film Leviathan van regisseur Zvjagintsev die in een andere film ook een bedrijf van westerse snit opvoert. Marc zou zeggen dat Job ons leert dat de wereld die God heeft geschapen ruwe klanten bevat. Als we ja zeggen tegen die wereld, lijkt Osipov te zeggen, moeten we dus ook ja zeggen tegen het zeemonster Leviathan. Hoe dan ook hebben we met de wereld te maken, de wereld van God of de wereld waartegen we ja of nee zeggen.

Behalve misschien voor de renaissancemens. Misschien kan die de keuze tussen het ja en nee wel ontlopen, door de nuance te zoeken, door niet alleen te geloven in zijn goedheid, maar ook goed proberen te doen, zelfs als het tegenzit. Ik mag niet vertellen hoe het verhaal afloopt, maar wees ervan verzekerd dat de boss ook nog zorgzaam blijft als het allemaal vreselijk tegenzit, en hij zelf de oorzaak daarvan is, met zijn goede bedoelingen. Het is alsof je naar Oedipous zit te kijken, maar dan een versie die altijd voor de orde blijft kiezen, zelfs als hij de wereld om hem heen in een puinhoop heeft veranderd.

Dat maakt die boss grotesk, komisch, met hem komt de humor in de wereld die hij in het Oude Testament zo miste. Zou dit laatste overigens met muziek te maken kunnen hebben, iets dat zelfs nog moeilijker grijpbaar is vanuit de efficiëntie? De muziek wordt in dit verhaal eerder geassocieerd met intrinsieke liefde voor de muziek. De zangeres maakt zich niet druk om geld, maar wil gewoon een goede zangeres zijn. Daar begrijpt de boss niets van. Hij heeft een geweldige piano, en als hij niet aan zijn lessen toekomt, vindt hij het belangrijk dat zijn twee leraren goed betaald worden.

Is die boss God... nee, daarvoor is hij toch een tikje te menselijk. Maar renaissanceman, dat zeker wel. Hij krijgt maar geen vat op mensen die niet passen bij zijn bedrijf en met wie hij niets kan regelen, de zangeres, de conservatoriumleraar, de arme jongen op het platteland die hij wil opvoeden en die als dank zijn sneeuwscooter van hem steelt...

Laten we niet te hard over hem oordelen, alleen al omdat wijzelf, of laat ik voor mezelf spreken, omdat ikzelf die renaissanceman ben. Ooit zou ik met Russische filosofen een project voorbereiden waarvoor we Europees geld aanvroegen. We kregen zelfs steun van toen al ex-EU-commissaris Van den Broek. Maar het feest ging niet door. Later hoorde ik via een vriend dat de Russische filosofen hadden geklaagd dat in onze aanvraag hun beloning minder was dan de beloning die wij westerlingen bedongen.

Wat overblijft in die wereld, en waar we dus moeilijk of geen vat op kunnen krijgen, zijn, wat betreft Osipov, twee zaken, te weten liefde en muziek. In die volgorde. Het is de vraag of beide zaken in die volgorde ook werkelijk in een mensenleven haalbaar zijn. De schrijver kan altijd uitwijken naar plan B en kiezen voor de muziek.

Gazprom and Thales Alenia Space intent on joining efforts in spacecraft  production

Geen opmerkingen:

Een reactie posten