Vandaag liep ik over de Mookerheide. Een jonge vrouw vroeg me of ik kon helpen, haar hond was stervende. Ja, wat doe je dan? Ik kon mijn flesje water meteen meegeven, zij sprintte naar haar stervende hond, en ik wandelde er op mijn tempo, licht verhoogd, achteraan.
De hond lag bij de moeder van de jonge vrouw. Hij - het was in dit geval inderdaad een hij - hijgde zwaar, en lag volledig inactief op de grond, zo ongeveer tegen het hek van de Mookerheide. Moeder en dochter hadden al diverse dingen geprobeerd. Ze hadden de dierenarts gebeld. Het vervoer was het probleem. Je moet je hond zien te krijgen bij de dierenarts. Daar zag ik iets wat ik kon doen, namelijk de dierenambulance bellen. Die kreeg ik meteen aan de lijn. Ze zei dat ik de dierenarts moest bellen, maar beter nog was het om zelf vervoer te regelen, dat was hoogstwaarschijnlijk sneller.
Zo hadden we de externe hulp afgevinkt. Dochter Sanne was al naar de gezinsauto gelopen, op een halve kilometer afstand, en moeder Hanneke en ik probeerden Joep - zo heette de ouwe hond - op mijn regenjas te dragen. Dat mislukte vrijwel meteen. Joep hield op met hijgen, hij gaf alleen nog een paar stuiptrekkingen. Inmiddels was er een oudere man langsgekomen, die zag dat hij als derde man weinig kon doen toen we Joep met zijn tweeën probeerden te dragen. Daarna kwam er nog een echtpaar langs. De vrouw vond eigenlijk dat Hanneke duidelijk moest aangeven dat ze het sterven met haar hond zonder vreemde toeschouwers moest kunnen beleven. Dat deed Hanneke niet. Ik had al besloten bij haar te blijven, al was het alleen maar om de hond samen te dragen indien nodig.
Geleidelijk begint de filosoof in mij zich te roeren, alsmede de hond, en dan natuurlijk ook nog het samenspel tussen beide. Wat gaf mij het voorrecht om bij het sterven van een ouwe hond te zijn? Het moest iets met de houding van Hanneke te maken hebben. Ze huilde in mijn nabijzijn, en verontschuldigde zich zelfs daarvoor. Helaas kon ik niet met haar meehuilen, mijn privilege hield op bij dat moment, en ik kon niet de laatste zestien jaar alsnog meemaken, en zelf had ik ook geen hond, dus het bleef een beetje een afstandelijk gebeuren.
Behalve aan Kafka moest ik ook denken aan Coetzee, die er in zijn roman In ongenade een soort roeping in vindt om aanwezig te zijn bij stervende of gedode zwerfhonden, hoe het precies zit weet ik niet meer. De hoofdpersoon zag zichzelf ook als zo'n stervende hond. Ook heeft mijn geliefde Inez een mooie roman geschreven over Ouwe hond, en daar moet ik altijd aan denken als ik weer eens uitgestrekt lig op onze sofa. Kortom, de identificatie ligt erg op de loer. Die identificatie is ook het gebaar van de bekroonde roman van Sander Kollaard, Uit het leven van een hond.
Maar wat bij mij vanmiddag erg overheerste was de tevredenheid om iets te delen. Je deelt de intense ervaring van het sterven van een geliefd wezen, en dat nota bene met een wildvreemde. Maar ik was ook die wildvreemde, de moeder vond het niet erg en zelfs wel oké dat ik erbij was. Ik kon af en toe de lijn over haar schouders terugleggen toen ze met haar dode hond in haar armen naar het hek liep, dat een paar honderd meters verder in de omheining zat. Daar kon dochter Sanne met de auto erbij.
Toen ik richting treinstation liep, passeerde me een Audi, en ik zag een zwaaiende arm. Het was de echo van deze ervaring, moeder en dochter gingen met hun dode Joep naar hun huis in Berg en Dal. Moet je erbij zijn als een hond sterft? Afgaande op het prettige contact met moeder en dochter, ja, ik ben blij dat ik erbij mocht zijn. En nee, zelf ben ik geen stervende hond, wat er gebeurt is dus genade, geen ongenade.
Bijzondere ervaring! En 16 (x7) is een heel mooie leeftijd
BeantwoordenVerwijderenHa Anton, mooi ontroerend verhaal uit het leven getekend. Die combinatie van erudiete excercities en miniatuurtjes uit het dagelijkse leven werkt goed. Je refereert aan de hondenverhalen van Kafka en Coetzee, maar ik miste Sander Kollaard. Bijna alle mensen in mijn omgeving hebben zijn bekroonde roman "Uit het leven van een hond" gelezen. Dat boek past prachtig bij jouw ervaring. Is het een idee om daar een blogaflevering over te schrijven?
BeantwoordenVerwijderenGroet van Martien (vriend van Anton)
Martien, al voordat je erom vroeg heb ik de blog over Kollaard geschreven: https://simons-ideeen.blogspot.com/2020/07/geestelijk-infuus-kollaard.html
VerwijderenHa Anton,
Verwijderenik zag het inderdaad te laat.
Ik ga het meteen lezen.
Op jou is de ode van Menno Ter Braak aan Simon Vestdijk van toepassing.
"Anton schrijft sneller dan God kan lezen."
Tot snel en hartelijke groet van Martien (vriend van Anton)
eerlijk is eerlijk, ik had de link er pas bijgezet na jouw reactie. Hopelijk ziet God het door de vingers!
Verwijderen