Er waart een spook door de wereld, het spook van Fukuyama. We dachten dat hij het loodje had gelegd na nine eleven, maar telkens herrijst de feniks. De denkers der aarde, onder wie Derrida, bezwoeren dit spook, door op hem te reageren. Zouden we dan toch met een levenskrachtige denker te maken hebben en zou dit Derrida's hantologie illustreren, maar dan anders dan hij wellicht vermoedde? De passage van de zijnsleer (ontologie) naar de achtervolgingsleer (hantologie) waarbij niet Fukuyama maar wij degenen zijn die tot verlamming worden gebracht?
Ik lees nog eens de column van Marcia Luyten, 'Zolang de pleuris niet uitbreekt, is onze staat bij voorkeur niet al te daadkrachtig'. Ze bekritiseert de verlamming van de Nederlandse politiek, waarin kortetermijndenken overheerst, en de staat eigenlijk alleen nog in actie komt bij teveel water. Andere problemen laten we op ons afkomen. Symptomatisch is het falen van de GGD's, die de tweede coronagolf zagen aankomen maar hun organisatie richtten op de dagkoersen. Deze verlamming brengt Luyten in verband met Fukuyama, die in 1992 de liberale democratie uitriep tot het einde van de geschiedenis.
Inmiddels heeft Fukuyama zichzelf dus een paar keer opnieuw uitgevonden, en dat is ook Luyten niet ontgaan. Hij vindt dat het socialisme weer moet terugkomen. China geeft het goede voorbeeld. Daar wordt gerekend met de lange termijn. En dat kan nu eenmaal niet met ons type democratie. Natuurlijk kun je zoiets niet zomaar zeggen, we willen ver weg blijven van totalitaire controle en repressie. We moeten ons denken dus blijven vernieuwen. Kortom, Fukuyama heeft zichzelf genezen van zijn verlamming, nu wij nog.
Is China nu ook mijn voorbeeld? Nee, zo snel zou ik niet durven gaan. Ik ben nog tezeer gehecht aan democratie. Maar ik zie ook de gevaren van de democratie. Als burgers gaan zeggen dat de staat onmisbaar is omdat we anders de problemen van de lange termijn niet kunnen aanpakken, dan versterken ze de centralisatie van de macht en maken ze het zichzelf moeilijker om vervolgens nog afstand te nemen tot diezelfde macht. De democratie bedreigt zodoende zichzelf.
Om afstand te winnen tot de totalitaire staat en tot een zichzelf uitschakelende democratie hebben we een denken nodig dat nog dun gezaaid is. Zeker, ik tel mijn zegeningen. De communistische dictaturen zijn uitgeschakeld of hebben het moeilijk. Het geglobaliseerde kapitalisme blijft een tegenkracht vormen tegen de nationalismen die de laatste decennia furore hebben gemaakt. Met Marx en de Italiaanse marxisten (ik lees nu Negri en Hardt) moeten we het kapitalisme verwelkomen als bevrijding van de verlammende opsluiting van de identiteiten in zichzelf. En nu vragen de grote problemen om aandacht die we niet kunnen tackelen als we de democratie blijven opsluiten in de korte termijn. Tot zover bedankt, Marcia.
Ik zou graag alvast rekening houden met de nog langere termijn. Misschien staat inderdaad een nieuwe ronde centralisatie van de macht voor de deur, maar daarna komen we daar hopelijk op terug. Daarvoor moeten we beter inzicht krijgen in hoe het werkt. Mij is nog niet helder genoeg waarom machtsvorming de neiging heeft tot delegeren en centralisatie. Zeg maar het probleem van Hobbes en de Leviathan. Gaat het inderdaad om een noodzakelijk en rationeel proces, waarin we bevrijd raken van verlammende illusies? Of is dit nu precies de valstrik waarin welk politiek systeem dan ook belandt wanneer het de wereldproblemen te lijf wil gaan?
Als ik het goed zie, zien Negri en Hardt de oplossing in de creativiteit van de massa's die ons verlossen van het individualisme. Als mensen de handen ineenslaan kunnen we meer dan ieder afzonderlijk. Akkoord. Maar op onzichtbare wijze wordt hier een soort invisible hand ingevoerd. Hoe gaan we die onzichtbare hand vervolgens symboliseren? God is uit de mode, we hebben liever netwerken. Maar het netwerk is nu precies het symbool van de totalitaire controle waarin de liberale democratieën en China elkaar trachten te overtroeven.
De kern van de oplossing van mijn favoriet Agamben bestaat eveneens in een soort creativiteit. Maar hij zoekt naar mechanismen waardoor de macht in staat is zichzelf te neutraliseren. Wie de macht heeft om iets tot stand te brengen, heeft vanzelf ook de macht om dat niet tot stand te brengen. Maar ook hier zie ik een opvallende parallel met het kapitalisme en de dominante vorm van het Empire. Negri en Hardt leggen uit dat de logica van de machtsontplooiing niet gedacht moet worden als inductie (vanuit afzonderlijke gevallen naar het geheel) en evenmin als deductie (de macht toepassen op de gevallen), maar als afwisseling, van marge en centrum, van interventie en non-interventie. Agamben heeft dus meer gelijk dan hij misschien zou willen, als we zien hoe het Empire de macht vooral inzet in zijn virtuele gedaante. Daarmee wordt echter het Empire allerminst geneutraliseerd, het kan op die manier extra efficiënt te werk gaan.
Ik kan in deze etappe niet meer doen dan de vraag opgooien. Hoe kunnen we vermijden dat bij de aanpak van de grote problemen de macht gecentraliseerd raakt? Is de liberale democratie dan inderdaad niet - met Churchill - de slechtste optie, maar tegelijk de beste omdat er geen alternatief is? Of moeten we toch maar gewoon de spiritualiteit weer opzoeken, kome wat komt? Ik zet mijn kaarten nog graag op het denken, en wel op de concentratie van de macht van het denken, van het denken. Daarmee kies ik ook voor het relateren van wat gebeurt aan verleden en toekomst.
Wat het verleden betreft: ik denk aan Socrates, die zichzelf vergeleek met een sidderaal. Hij merkte dat mensen in verlamming raakten als hij met hen in contact kwam. Als het denken dus dit effect heeft, waarom zouden we de verlamming dan a priori afwijzen als reddingsmogelijkheid?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten