De docenten worden geschoold. Ik zit zelfs in het lokaal van de klassieken, zeg maar mijn lokaal. De workshop van mijn collega Diana gaat over motivatie. Ze heeft allemaal plastic kaartjes aan een waslijn gehangen, met nummers, symbolen en lokaalnummers. Zo kom ik terecht bij een Ted talk van Daniel Pink. Zo'n Amerikaanse meneer die een publiek amuseert met een praatje dat veel weg heeft van een verkoopdemonstratie.
Daniel Pink heeft iets verrassends ontdekt. Veel van ons werk is gebaseerd op de carrot en de stick, dus externe motivatie. Meestal is dat geld. Nu werkt beloning wel voor beperkte, scherp gedefinieerde taken. Maar dus niet voor grotere taken. Pink maakt er een heel punt van, want als je vraagtekens zet bij de waarde van financiële prikkels ben je eigenlijk al een halve socialist. Het zijn echter de gerenommeerde banken en universiteiten die het onderzoek hebben verricht en de resultaten eensgezind onderschrijven.
We raken aan een paradox die me doet duizelen. Pink zegt: ik ben geen filosoof, want Amerikanen houden niet van filosofen. Het gaat om feiten. Maar toch, die paradox. Hoe meer je wordt beloond, des te meer vallen de resultaten tegen. Het is nogal Rutger Bregman-achtig, want het basisinkomen gaat natuurlijk ook die kant op, en ook de stijl van presenteren, al gebruikte Bregman meer dia's bij zijn presentatie, en sappigere voorbeelden.
Zou er iets roods aan de horizon gloren, of ten minste iets pinks?
Ik heb me niet verdiept in de wereld rond de Ted-talks en Dan Pink. Steeds wanneer ik kennismaak met zo'n personality denk ik: laat ik dat boek eens lezen. Maar de carrousel gaat snel rond. Na 50 minuten is mijn workshop voorbij en is mijn blog nog niet af. Wel profiteer ik van het moment om snel een omtrek te tekenen: Harari, Piketty, nu dus Pink, ze signaleren gevaren bij de neoliberale koers die we nog steeds varen. Je mag ze voor mij best oppervlakkig noemen, maar onderschat het neoliberalisme niet, dus we kunnen alle hulp gebruiken om meer bewustzijn te ontwikkelen.
Het kernwoord dat ik aan de waslijn van Pink hang is performance. Je kunt dit woord opvatten in de zin van het shinen van Bregman, als het optreden wat Pink doet voor public audience. Misschien heb ik dus de echte Pink gezien, nog echter dan die van het boek. Daarnaast kun je performance opvatten als prestatie. Wanneer presteert een bedrijf, wanneer werknemers? Hoe kunnen we die prestaties nog opvoeren? Zo zouden we de motivatietheorie van Pink zelf kunnen opvatten als een neo-neoliberalisme. Het neoliberalisme presteert te weinig, omdat het teveel op externe beloning is gericht. Daarom moet je de externe beloning ietwat indammen en daarnaast ruimte geven aan andere krachten. Want, ladies & gentlemen, het draait allemaal om maximale performance, prestatie boven alles.
Bezien we de motivatiepuzzel van dichterbij, dan zien we een drieslag ('trikolon') die misschien wel elke goede economie kenmerkt. Je presteert beter wanneer je autonomie krijgt, ruimte voor mastery en last but not least purpose. Je moet werken aan een doel. Dat geldt in de bedrijven niet minder dan in het onderwijs, zoals alom wordt verkondigd, onder andere door Gert Biesta. We moeten ons minder blindstaren op de middelen, maar meer op de doelen. Dat is dus geheel in lijn met Pink.
En nu komen we bij de lijn Aristoteles. Wat we zojuist typeerden als kritiek van het neoliberalisme heeft zeker ook te maken met de doelgerichtheid die op een of andere manier altijd teert op Aristoteles. Het doel van de ethiek is de daad (ergon) en in de natuur gaat het net als in een klas erom dat je de dingen aan het werk zet (en-ergeia, waar ons woord energie van is afgeleid). Het doel van een handeling verwijst weer naar een ander, omvattender doel, en zo kom je uiteindelijk uit bij het doel der doelen, namelijk het geluk (eudaimonia). Het leven blijkt dus een grote performance, waarbij we met beide handen voortdurend reiken naar het geluk. Met autonomy, mastery en purpose.
We zitten nu in het hart van de moderniteit. Alles is middel geworden, inclusief ons leven, en alles staat ten dienste van een superdoel dat per definitie buiten bereik blijft. En nu de meestertruc der meestertrucs: ladies & gentlemen, dat doel ligt in het handelen zelf! Niemand die dat beter begreep dan Immanuel Kant, die schoonheid omschreef als 'doelmatigheid zonder doel', doelloosheid waarbij je moet doen alsof er een doel in zit.
Helaas, Dan, we zitten nu weer vanuit de facts in een alsof!
Het handelen bevat zijn eigen doel. We hebben het over 'intrinsieke motivatie'. Het doel is in een ononderscheidbare eenheid samengeklonken met de middelen.
En zo zat ik nog even in dat klaslokaal waar alle middelen waren neergelegd. Alles is middel, nergens een doel te bekennen. Oftewel: alles is doel, nergens een middel te bekennen. Het is nu zo filosofisch geworden dat ik vrees dat Dan en de andere Amerikanen zijn afgehaakt, en u wellicht ook. We zijn gelukkig, maar we hebben het alleen nog niet door.
'Ah, Anton, je was dus in een flow.' Juist ja, Diana, ik was in een flow. En dat ben ik nog steeds, overal flow zover als je kunt kijken. De zon is opgegaan en alles is stralend pink.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten