"Nu, uit deze regeling en uit alles wat daaraan vooraf is gegaan, vloeit naar mijn idee de wet voort dat al die vrouwen van al die mannen gemeenschappelijk moeten zijn en dat geen enkele vrouw met één van hen apart mag samenwonen, en dat verder ook de kinderen gemeenschappelijk bezit zijn, met dien verstande dat ouders hun eigen kinderen en kinderen hun eigen ouders niet kennen."
Plato laat Sokrates dit wetsvoorstel verdedigen met verschillende argumenten, maar zeker niet het onbelangrijkste is dat de staat zelf een familie is, dat de leden zich jegens elkaar zullen gedragen als familieleden. Onze civil society wordt hier als het ware binnenstebuiten gekeerd. Waar bij ons gezinsleden worden opgevoed om verantwoordelijkheid te nemen voor de staatsgemeenschap, worden bij Plato de kinderen door de staat opgevoed om zich te gedragen als familieleden.
Dit voorstel is een tikkie radicaal, maar zou ook voor ons het voordeel kunnen hebben dat ouders beter in staat zouden zijn om verantwoordelijkheid voor een grotere gemeenschap te dragen. En als Sokrates' voorstel al niet wordt ingevoerd, dan begrijpen we met zijn redeneringen beter waarom we de band tussen ouders en kinderen soms losser willen maken ten gunste van de gemeenschap. Ouders brengen hun kinderen naar de dagopvang omdat ze moeten of willen werken. Ze brengen hen naar school omdat leraren soms over meer vakkennis beschikken dan zijzelf en natuurlijk ook omdat kinderen het zelf fijn vinden om met leeftijdgenoten om te gaan alsof ze vrienden of familie zijn.
We begrijpen ook, maar dat deden we al, waarom we Sokrates' voorstel belachelijk vinden. Als je familierelaties zo belangrijk vindt als Sokrates, dan moet je toch meer erkenning hebben voor de bijzondere band tussen man en vrouw en tussen ouders en kinderen, 'hun' kinderen. Maar misschien betalen we voor onze lach wel een kleine prijs. De gemeenschapsidealen staan structureel op gespannen voet met het gezinsleven.
Op school lijkt het of je de negatieve gevolgen daarvan steeds vaker tegenkomt. Ouders vertrouwen nog steeds hun kinderen toe aan de school, maar komen vervolgens bij van alles en nog wat op voor het vermeende belang van hun kind. Nu is dat 'vermeende' misschien een vaag oordeel, maar wat Plato betreft zit je dan al fout, omdat de mening sowieso plaats moet maken voor kennis, doxa voor epistèmè. Wij begrijpen beter waarom ouders dat doen, maar kunnen weer moeilijker uitleggen waarom ouders dat vermeende belang van hun kind moeten afwegen tegen de belangen van een school, waarmee ze een afstandelijkere relatie hebben.
De richting die de school nu opgaat lijkt wel wat op die van Plato, omdat ouders vaker worden betrokken bij het schoolleven. Ze staan in pannen te roeren, nemen deel aan de gymnasiumwerkgroep en worden aangesproken op het ongewenste gedrag van hun kinderen. Ze worden ietsje meer gezinsleden van het grote gezin School. Maar daar zullen ze het moeten stellen zonder de philosophe-roi. Alles wordt gemixt in de oneindige pragmatiek. En zo zijn we getuige van emotionele botsingen, grillige initiatieven, berechting van docenten door e-mail attacks.
We zullen moeten wachten totdat 'vluchtlijnen' zich aftekenen, duidelijke tendensen die zicht geven op een andere orde. Wat mij betreft moeten we ook daarom alleen al Plato blijven lezen. Hij had als geen ander oog voor de nadelen van de democratie maar wist uit eigen ervaring ook steeds beter dat de philosophe-roi geen haalbare kaart was. Zeker, tegen de totalitaire staat was hij minder bestand. Maar een ding moeten we hem nageven. Hij vond dat vrouwen gelijkwaardig aan de macht moesten deelnemen. Volgens mij hebben we die optie nog onvoldoende verkend. Een totalitarisme zonder macho's en techno-oorlog, zou dat onze toekomst zijn?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten