woensdag 19 oktober 2011

Kwetsbaarheid

Plato kan niet worden gekwetst, want hij beschikt over een onkwetsbaar innerlijk. Zijn teksten kunnen uiteraard wel worden gekwetst en dat verklaart veel van Plato's distantiëringen, het gecompliceerd maken van de verwijzingen,  het dialoogkarakter en zelfs de overname van tegenposities.

Hoe kun je kwetsbaar worden? Nussbaum prijst Aristoteles aan als een alternatief voor de onkwetsbare Plato. Aristoteles laat zien hoe je een kwetsbaar leven kunt leiden en hoeveel rijker zo'n leven is, vergeleken met een leven dat afgeschermd is tegen risico's.

Het is misschien maar een kwestie van naamgeving, maar mij lijkt dat zo'n doordenking van een kwetsbaar leven, naarmate die meer succes heeft, minder kwetsbaar wordt voor het risico, in elk geval het risico van besmetting van alles wat te maken heeft met platonisme. Het gaat om een technè van kwetsbaarheid, de constructie van een mogelijkheid die in staat is het toeval zodanig tot zich toe te laten dat het een rijker en beter leven oplevert.

Een kwestie van naamgeving, van woorden en taal. Laat dat maar aan die oude Grieken over, gepokt en gemazeld als ze zijn in het scheppen van aannemelijke, aantrekkelijke mogelijkheden, de retorica. De filosoof Zweerman zei dan: hoe moet je je 'kwetsbaar opstellen'? In rijen van vier soms? Dat leek me een retorische vraag.

Enige zelfbescherming lijkt me in de taal wel op zijn plaats, al was het maar om te suggereren dat er een boeiend zelf achter het scherm schuilgaat. Als van me gevraagd wordt een filosofie van de kwetsbaarheid te verdedigen zal ik dat doen wanneer ik me daarmee effectief kan beschermen, tegen geldgebrek, gebrek aan belangstelling enzovoort. En tegen een teveel van dat alles. De kwetsbaarheid en zelfbescherming zijn allebei een kwestie van dosering. Een beetje risico is niet erg, maar we moeten niet eindigen als Priamos, zoals Aristoteles al laat zien. Dat gaat ten koste van zijn geluk én van zijn mogelijkheid een goed mens te zijn.

De zelfbescherming is een fetisj. Niemand zal zich als het erop aankomt laten terugschrikken door retoriek wanneer hij je echt wil kwetsen. Toch hechten we terecht aan die fetisj. Misschien omdat ze ons beschermt tegen iets anders dan de kwetsing. Ze beschermt ons tegen de obsceniteit van de wederzijdsheid, die neerkomt op oneindige ruil.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten