zondag 21 juni 2020

Bakje water voor Ben Hur

Ben Hur werd afgemaakt. Niet in werkelijkheid, maar dan toch wel in de pers. Mijn wansmaak bereikt op zo'n moment grote hoogten, omdat er een wee gevoel uit mijn maagstreek opstijgt, maar op een bizarre manier past dat wel, bij de film en mijn leven. Er is een kluwen van kitsch, christendom, spektakel, de belofte om de oprechtheid te zoeken en daar helaas voor de zoveelste keer niet aan te kunnen voldoen.

Is er iets in de film waar we iets mee kunnen? Jazeker, en de sleutel ligt bij Jezus Christus. Die verricht een heldendaad door in te grijpen wanneer een melaatse wordt gestenigd. Hij valt over die melaatse heen en beschermt hem tegen de stenen. Later heeft Jezus het zelf moeilijk, wanneer hij met het kruis richting Calvarie loopt. Ben Hur geeft hem een bakje water. Helaas vinden de Romeinse soldaten dat niet goed, en slaan Ben Hur met de zweep.

Er treedt een interne verstrengeling op tussen afzien van macht en spektakel. Via het spektakel worden we verleid om af te zien van macht. En de reactie is dat we ons erover beklagen dat het spektakel niet spectaculair genoeg is. We willen graag een goede film. Begrijpelijk, niet alleen omdat we op de bank zitten met chips en recht hebben op dat spektakel, maar ook omdat we bezorgd zijn om de wereld en vinden dat anderen verleid moeten worden te geven om de melaatsen en de lijdenden, en de kans daarop is nu eenmaal groter met echt goed spektakel.

Dus, graag een betere Ben Hur volgende keer! Voor als we echt geven om die melaatse.
En: als we echt geven om die melaatse, dan moeten we ons op hem storten, zodat iedereen kan zien dat die melaatse onze heldendaad waard is.

 Christus geneest een melaatse, Rembrandt van Rijn, ca. 1650 - ca ...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten