Een vlak karakter, is dat erg? Het is zowat de doodsteek voor een roman als je zo in de krant wordt afgefakkeld. In mijn optiek is een vlak karakter helemaal niet erg. Ik heb luisterboeken nodig om in slaap te vallen, en om enige afleiding te hebben als dat niet lukt. Zo hoorde ik onder meer De erfenis van Mozart door Femke Robool en Het schaduwspel door Simone van der Vlugt. De hoofdpersonen in beide romans zijn vrouwen die trouwden met een beroemd persoon, Eva Ment met Jan Pieterszoon Coen en Constanze met Mozart. Misschien hadden die vrouwen geen vlakke karakters, en waarschijnlijk hadden de auteurs niet de bedoeling hun karakters als vlak weer te geven. Maar zo komen ze wel in de recensies (Van der Vlugt, Robool), en iets van die recensies zal toch wel kloppen. Maar nogmaals: is dat zo erg, een vlak karakter?
Van Agamben (ja, hij weer) heb ik het idee dat karakter nogal wordt opgevat naar de manier waarop het in de Griekse tragedies werd uitgebeeld. Karakter neemt daar de vorm aan van de acties van de held. De tragische helden hebben karakter. Maar in de komedie leggen de personages hun karakters juist af. Ze waaien met de winden mee. Karakters moet je zien als een soort kleren die je kunt aantrekken en uittrekken. Karakters zijn 'het leven dat je niet leeft', het kan je noodlot zijn dat zich verdicht tot karakter zodat je gedwongen bent dat noodlot steeds opnieuw te leven, of het kan iets zijn waar je steeds handig aan weet te ontsnappen. Maar in beide gevallen valt het karakter niet samen met je leven.
Het zou dus zomaar kunnen zijn dat een vlak karakter je het zicht opent op het leven, en wel op een andere manier dan een sterk, gelaagd karakter. Ik vermoed dat je dit in beide romans wel kunt zien. Eva Ment is nogal naïef wanneer ze met Jan Coen trouwt. Ze heeft geen flauw idee van wat zich onder zijn leiding in Banda heeft afgespeeld. Maar juist door haar onwetendheid heeft ze het vermogen om Coen te gebruiken om haar familie uit de armoede te redden, Coens liefde voor haar te beantwoorden en te waarderen, en geleidelijk tot inzichten te komen die voor lezers zoals ik niet voor de hand lagen: Coen was tegelijk liefdevol, als minnaar en vader afwezig en hardvochtig. Het beeld van de Gouden Eeuw zou je nu zelfs moeten bijstellen. Die Eeuw zat niet alleen vol met keiharde karakters en karakterlozen, maar ook met vlakke karakters. Eva had eerst zeer karaktervol het huwelijksaanzoek van Coen afgeslagen, Maar als ze later meemaakt dat haar moeder, broers en zussen geen uitweg meer vinden uit de armoede loopt ze impulsief naar Coen. Zwak? Heldhaftig? Zeg het maar.
Een soortgelijk verhaal kun je ook ophangen over Constanze, de ik-persoon van de andere roman. Ze is verliefd op Mozart, maar moet haar kans afwachten omdat Mozart verliefd is op haar zus. Pas als die hem afwijst is Constanze aan de beurt. Karakter dus, what's in a name, je moet kunnen wachten. Daarna krijgt ze alle ellende over zich heen die je bij zo'n type als Mozart (goede componist overigens) kon verwachten: geldverspilling, schulden, relaties met leuke zangeresjes. Toch volgt ze haar man gedwee door zijn leven. Haar niet-leven, haar ongeleefde leven is het leven van haar man, voor wie ze hoe dan ook van het begin af aan tweede keus was.
Ik wil altijd een stap verder zetten ook als ik dat misschien beter niet kan doen. Dat is mijn zwakte, mijn gebrek aan karakter. In dit geval zou ik willen schrijven dat juist het vlakke karakter ons in contact brengt met de essentie van het proza. Romanproza is noch epos, noch tragedie, noch komedie, en probeert het allemaal tegelijk te zijn. Het leven wordt ingewisseld voor een ongeleefd leven, een karakter, dat ook nog eens vlak is. Ziedaar de oogst van onze beschavingsidealen, een oogst of erfenis die we liever niet op ons nemen. Ik begin nu te begrijpen waarom.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten