vrijdag 10 januari 2020

Van Rossem of de hyping van het gezonde verstand

Ik krijg maar geen genoeg van Maarten van Rossem. Goed, er is nu overaanbod op NPO als ik mijn eten op heb. Eerst met broer en zus naar de steden, daarna bij De slimste mens. Hij wordt erg voorspelbaar, maar blijkbaar wil ik dat juist. Het is goed om 's avonds de gelederen te ontspannen. De dag en alle andere tijden muzikaal becommentarieerd door basso continuo.

Af en toe mag Maarten zeggen dat hij graag dominee had willen zijn. Gisteren zei hij erbij dat hij dan het liefst zou preken over de hysterie in de media. Dat is dan het kwaad, zo begrijp ik hem, en het goede dat ertegenover staat is het gezonde verstand, wellicht dat van Maarten, of naar zijn voorbeeld. Hij vormt qua gestuur een mooie tegenhanger van Jort Kelder, die op zaterdagmiddag met zijn radioprogramma een alternatief biedt voor de hypes waarmee de nieuwsverslaafden de dagen ervoor zijn bekogeld. Kelder nodigt wetenschappers uit en laat hen kort, tussen zijn interventiekanonnades, een punt maken.

Beide personages zijn zo betrouwbaar omdat ze als geen ander de hypes en hysterieën van binnenuit kennen. Zo zei Kelder dat het Midden-Oosten moest affikken. Kijk, dan begrijp je van binnenuit wat hysterie en wat gezond verstand is, en heb je alleen al daarom recht van spreken. Ik begrijp dat de redactie van Eva Jinek deze briljante geste niet durfde uit te zenden. Opnieuw een bewijs dat Kelder niet alleen de aandacht wil trekken (zoals Frank Heinen vanochtend in de Volkskrant meende) maar dat soms juist graag doet door iets wat op het scherm verschijnt als iets dat niet verschijnt.

Zouden we hier dan toch een verborgen betekenis op de staart trappen, wat bespreking in deze blogserie rechtvaardigt? Is er een gemeenschappelijke essentie van hysterie en gezond verstand waardoor de ene term zich voedt met de andere, en zich gezamenlijk kunnen afschermen tegen alternatieven, zoals het doortastende verstand?

Het belang van deze ontdekking is onder meer dat we via deze essentie kunnen doorschakelen naar de bildung. Immers, Van Rossem en Kelder vinden we waardevol omdat ze ons op een speelse manier in contact brengen met wetenschap, kennis, kritiek. Ze zitten er om ons weerbaarder te maken tegen het gepraat dat ons aanvliegt. Als nu dus blijkt dat het gezonde verstand moeiteloos functioneert binnen dat gepraat, dan gaan we in feite met tweerichtingsverkeer over deze bruggen. We worden even snel gebildet als entbildet. Via De slimste mens zien we dat Klaas Dijkhoff meer over popmuziek weet dan we dachten, en ook een leuk, grappig mens is. Via Dr Kelder en Co leren we hoe wetenschappers binnen tien seconden hun punt kunnen scoren. Ingewikkelde zaken terugbrengen tot kleine puntjes, dat is gemeenschappelijk aan de hypes en aan het gezonde verstand.

Iets leren over bildung, als dat nog geen mooie ambitie is. Ik durf nog een stap verder te gaan. De overlap tussen hype en gezond verstand vormt ook de kern van de politiek. Vooral de democratische. Een politicus moet vooral dingen goed kunnen uitleggen. En via zijn uitleg moet hij de zaken zelf kunnen afschermen tegen de permanent opgolvende verontwaardiging van het volk. We moeten ons met die politici kunnen identificeren, maar ook op hen kunnen vertrouwen dat ze niet letterlijk en direct uitvoering geven aan onze massa-instinctieve oprispingen. In de politicus komt dus alles bij elkaar.

Ik suggereerde al dat het doortastende verstand ons een uitweg uit deze fatale combinatie kan bieden. Dat moet je dan natuurlijk wel eerst waarmaken. Zo ver ben ik nog niet. Ik ben pas op het punt waar ik terugkijk op een splitsing in mezelf. Enerzijds ben ik de luie, verslaafde bankligger die geniet van milde spot, van de zachte glans van dominees en narren. Anderzijds blijf ik de neiging houden me te ver te laten meeslepen door dominees die maar blijven verwijzen naar bevrijding. Zo raak ik verhit en zoek ik de grenzen op van waar dat denken eindigt. Je zou het ook zo kunnen zeggen: het denken moet affikken.

Mijn tweede teken van hoop: sinds enige tijd volg ik het spoor van Kierkegaard, Heidegger en Agamben, denken vanuit de ervaring dat we uitgeleverd zijn aan het gepraat. Dachten we eerst misschien nog dat we daar een dam tegen konden opwerpen, nu zien we dat het eerst erger wordt, veel erger. Geleidelijk naderen we het punt waarop we gezamenlijk zullen ervaren wat de taal is, het feit dat er taal is. Het gepraat bildet ons dus door entbildung.

Afbeeldingsresultaat voor profeet vuur

Geen opmerkingen:

Een reactie posten