Het nieuwe station in Heerlen is nu ook officieel ondermaans. Waarom het een 'Maankwartier' is geworden, is me een raadsel. In de oudheid gingen ze met raadsels om door het zelf te worden. Dat zou ik hier dus eens kunnen proberen. Een eerste guess: het is maankwartier omdat Heerlen de maan achter zich aan trekt zoals sommige mensen de lach aan hun kont hebben hangen.
Vroeger zaten we achter in de auto. Buiten scheen de maan. Hij bewoog met ons mee. Zonder vliegertouw. Zo kom ik nu op het idee dat niet alleen ik, maar heel Heerlen die maan achter zich aan trekt. Anders was ik gisteren wel alsnog op dat idee gekomen. Door Heerlen trok een kleine stoet met grote hangende ballonnen in de vorm van een soort maanmonsters. Een ervan leek op de Heëlesje Eazel van carnaval. Er zat een waanzinnig percussie-ensemble tussen met waanzinnige herrie.
Sterke mannen en vrouwen trokken de maanbeesten met wisselend succes langs de bomen van de Bongerd, en de beesten zakten tussentijds even op de marktkramen. Maar net als de maan waren het gelukkig maar ballonnen, en de schamele toeschouwers gniffelden welwillend.
Mijn zus wees me erop om er toch maar een blogje aan te wijden. Denkend aan mijn zus denk ik aan een vrouw die voor het leven kiest. Maar de maan achter zich aan trekt. Dat kun je doen met verhalen, reizen, dingen die je meemaakt. Steeds is er op een of andere manier wassen en afnemen in het spel. Het straalt daar, maar toch anders dan de zon, en soms ben je wel, soms niet in de positie om dat zonlicht op te vangen en te weerkaatsen.
In het Maankwartier hebben ze daarom een torentje met een spiegel neergezet, die het licht opvangt door automatisch mee te bewegen. Handig. Die spiegel is dus denk ik het symbool van de maan zelf. Ook de maan beweegt immers automatisch mee met de aarde en weerkaatst zo met wisselend succes de zon. Zonder zon geen maanlicht overigens, zou ik tegen ontwerper Michel Huisman willen zeggen, ter bemoediging. (Hij had zoiets gezegd als dat in het verduisterde Heerlen alleen nog de maan licht kan brengen.)
De stoet liep door Heerlen als een fremdkörper. Ik herken dat. Je past niet goed bij de winkelende en terrassende mensen. Precies op die plek voor Schunck liep ik lang geleden op weg naar Mieke (zo heet mijn maanzus). Het was carnaval, maar ik was niet verkleed. Af en toe riep iemand naar me: hé, niet zo flauw, trek iets aan! Ik pas dus wel weer goed bij Bachtin, de Russische filosoof, die het carnaval zag als een feest van het collectief. De eenling staat voor de menigte en schaamt zich.
Bij de feestelijke opening keek ik opzij en zag ik de big shots, burgemeester Roemer, de aftredende SP-voorzitter Meyer, NS-directeur Van Boxtel. Allemaal figuurlijk beschenen door de maan, de afnemende maan. Achter me nog leegstaande ruimtes, perfect corresponderend met de leegstaande winkels in de Saroleastraat. Er was zeker ook iets aan het wassen, de wereldeconomie namelijk. Groeien, in de tekstballonnen der bestuurders, en witwassen. Mijn vader herinnerde zich de enthousiaste gesprekken in de gemeente waaruit het Maankwartier werd geboren, met die trein waarop je moet springen anders gaat hij zonder jou. Hoewel precies het Maankwartier de reden kan zijn om even niet op die trein te springen.
Passende metafoor op zo'n station. Moge het een voorbeeld zijn voor de andere stations van Nederland, zei Van Boxtel. Hij dacht zeker dat hij de zon had binnengehaald. Maar de beurs van Heerlen is nu denkelijk wel leeggeknepen, en er stonden tussen de bezoekers geen mensen onder de veertig, die de zonmetafoor ondersteunden. Wel liepen er een paar bijverdienende jongeren die namens Smullers en Jumbo gratis snacks uitdeelden. Er liep een verklede jongeman, een zonnebloem namens de Jumbo. Je ziet het fout, zei Inez, het is een zak friet.
En zo danst het geel zich een weg, het geel van de maan wel te verstaan, en het geel van de weerschijn. Vroeger kwamen hier de mijnwerkers naar boven, eind van de dag. Hadden ze net het zonlicht gemist. Wel op tijd voor de maan!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten