vrijdag 26 februari 2021

Aandacht voor het eigene - Schaven met Henk Brussel

Vrienden heb je, maar kun je ze ook gebruiken? Aan de term gebruik kleven de bijbetekenissen instrumenteel en middel. Als iemand zegt dat zhij zich gebruikt voelt is dat een veeg teken. Aan de andere kant kennen we ook het verlangen om iets voor onze vrienden te betekenen. Je komt op bezoek, en je neemt een cadeautje mee, dat is wel het minste.

Vandaag was ik bij vriend Henk Brussel op bezoek, en ik had niets bij me. Nu is Henk de flauwste niet, dus hij liet niets van teleurstelling merken. Het zou zelfs kunnen zijn dat hij opgelucht was. Stel, er komt een (half-)intellectueel bij je op bezoek, met een moeilijk boek. De situatie wordt pijnlijk. Je moet dankjewel zeggen, maar ook een strategie bedenken om dat boek ongezien ergens weg te werken. Kortom, er kan altijd iets van ongemak insluipen, de voorbode van zorg en zelfs angst.

Onderschat ook mijn situatie niet. Ik voel toch de behoefte Henk iets te geven, en momenteel is het beste wat ik te bieden heb deze blogs. Maar het meeste ervan is Agamben-interpretatie. En daar zitten we meteen in de penarie. Bij mijn vorige blog waren we tot de conclusie gekomen dat er zoiets als een dictaat van de liefde bestaat. We waren met filosoof Agamben op bezoek bij de waanzinnige dichter Hölderlin (1770-1843), die zich liet inspireren door een jonge vrouw die hij in zijn roman Hyperion opvoerde als Diotima. Ik las dat de ik-figuur in de roman te horen kreeg: 'Je moet jezelf veranderen'. Hij moest diep graven in zichzelf, naar het beste in hemzelf.

Goed, het beste in mezelf... Gelukkig toonde Henk zich behulpzaam, ons gesprek ging (ik probeer nu Henks privacy te respecteren) over onze jeugd en wat daarin al naar boven kwam van het beste in onszelf, wat Agamben overigens aanduidt met il proprio, het eigene. We betreden weer een nieuwe levensfase, vermoedelijk onze laatste, en zullen nu - in termen van Agamben - 'gebruikmaken in alle vrijheid van het eigene', van de beste krachten in onszelf.

Overigens hoef ik wat Henk betreft helemaal niet zo voorzichtig te zijn. Hij publiceert vlogs, waarin hij laat zien hoe je iets kunt doen met aandacht, wat niet hetzelfde is als arbeid en productie. Zo kun je bijvoorbeeld van een toevallig afgebroken wilgentak met een beetje moeite een bijzettafeltje maken, klik op deze link voor het filmpje. Dit vind ik bijzonder inspirerend, ook voor (half-)intellectuelen. Niet alleen geeft het te denken over de kansen om het ambacht en handwerk weer in ere te herstellen, in de lijn van de brede visies van Richard Sennett en Peter Bieri. Het inspireert hopelijk ook tot een directere omgang met materie, waarmee ook de aanbidders van spiritualiteit en levenskunst hun voordeel kunnen doen, en verrijkt worden met iets wat juist in de sfeer van arbeid en materie ligt.

Ik zou graag in deze blog iets doen wat voor Henk nuttig is. Moeilijk zat, want hij zal vermoedelijk zeggen dat hij geen cadeautje van mij had verwacht, en zonder het te zeggen wellicht denken dat zijn aandacht voor het ambacht juist niet intellectueel bedoeld is, het is vooral aandacht die je opwekt door met je handen bezig te zijn. Toch zie ik een kans mezelf nuttig te maken voor Henk, en over zijn rug zelfs voor andere lezers. En ook nog in het verlengde van mijn vorige blogs (mijn blogs zijn een soort Limbo-dancing, de lat ligt steeds lager, en ik probeer er steeds weer onderdoor te komen, liggend of bijna liggend op mijn rug, supinus).

Ik heb nog eens gekeken in Agambens The use of bodies, waarin hij een politieke filosofie ontwerpt in het verlengde van Marx' pleidooi om de samenleving meer te enten op de gebruikswaarde in plaats van de ruilwaarde. De lezer voelt hopelijk aan dat je meer inzicht in deze onderneming krijgt wanneer je van wilgentakken een bijzettafeltje maakt, zoals mijn vriend Henk. Het gaat er niet om hoeveel dat tafeltje op de markt opbrengt, maar om iets anders, wat te maken heeft met het gebruik (bijzettafeltje) en wellicht zelfs met het arbeidsproces, dus ook met de tijd en moeite die het kost om het te maken.

Toch blijft die gebruikswaarde bij Marx vaag, zegt Agamben. Het is iets anders dan de mogelijkheid het te gebruiken, bijvoorbeeld als bijzettafeltje. Op het moment dat je het verkoopt, gebruik je het niet. Het gaat dus niet om het gebruik, kennelijk, maar om een meerwaarde die je toch weer afmeet aan de ruilwaarde. Het kapitalisme zegt dat de ruilwaarde meerwaarde creëert, Marx zegt andersom. Maar Agamben wil een gebruikswaarde overdenken die intrinsiek is aan het gebruiken, en niet omdat je er eventueel nog meer voor kunt krijgen dan voor een Blokker-tafeltje, bijvoorbeeld in een ideale communistische samenleving.

Henk staat dus - zonder dat hij het nog weet, denk ik - aan de kant van Agamben. Wat betekent het om een ding te gebruiken? Zeker, je kunt een bijzettafeltje gebruiken als bijzettafeltje, maar ook een zaag, schaaf en vijl om dat tafeltje te maken. Het gaat evengoed om dat proces als om het product. Agamben is ook in discussie met Heidegger, die in Sein und Zeit de angst introduceert als motief van onze omgang met werktuigen. De hamer is kapot, en dan ineens beseffen we wat die hamer eigenlijk is. Daarvoor hadden we niet eens door dat we die hamer gebruikten, maar nu hij kapot is zien we wat hij betekent.

Ik loop nu over een gevaarlijk randje, alleen al door de naam Heidegger te laten vallen. Dat is mijn angst, dat de lezer nu afhaakt. Snel uitleggen dus hoe de angst ten grondslag kan liggen aan de wilgentak-actie. Het zou kunnen zijn dat niet zozeer het werktuig, maar de hele samenleving in krisis verkeert. We werken teveel, te snel en met te weinig aandacht. Daarom is het goed als iemand ons toespreekt en ons laat zien hoe het anders kan. Opdat we ons bewust worden van het probleem en van de voor de hand liggende uitwegen. Angst is dan een groot woord, zeg liever bezorgdheid, Heidegger: Sorge, en het komt toch behoorlijk overeen.

Voor de lezers van voorgaande blogs: denk aan de timmerman die de torenuitbouw voor Hölderlin ombouwde zodat hij er de tweede helft van zijn leven kon wonen. De timmerman heette toevallig ook nog Zimmer, en zorgde ook werkelijk voor de waanzinnig geworden dichter. Er is dus zoiets als liefde in het spel.

Maar toch, we zoeken iets dat nog directer in de sfeer ligt van het gebruikmaken van lichamen, en niet in de sfeer van de voorwaarden daartoe. Heidegger en Marx zagen dingen behoorlijk scherp, maar neigden uiteindelijk toch naar een Kantiaans denken waarin we proberen meer grip te krijgen op de voorwaarden waaronder we uit de problemen kunnen komen. Bij Heidegger is dat minder evident. Maar bij hem zie je die terugval - volgens Agamben - doordat hij het zijn vooral opvat als realisering. Als iets is, dan is het ook echt zo, werkelijk, dan is het realiteit. Maar helaas, als iets mogelijk is, dan wil dat noch zeggen dat het er niet is, noch dat het er echt is. Het is iets ertussenin.

En dit zien we dus bij Henk, in zijn filmpje. Hij laat ons iets zien wat mogelijk is. We begrijpen ook wel dat niet iedereen de instrumenten en het talent heeft om van wilgentakken een bijzettafeltje te maken. Maar het kan inspirerend werken. Er kan een klik plaatsvinden, we zien ineens dat ook wij op onze eigen manier gebruik kunnen maken van ons lichaam. Dat is precies wat Henk ons vertelt. Hij is nu eenmaal 'handig' met zijn handen, en heeft als geen ander weet van de eindigheid en kwetsbaarheid van het menselijk lichaam, en van de rol van de techniek daarin. Daar hoeft hij geen Heidegger voor te lezen.

Heb ik dan nog iets toe te voegen wat uit het filmpje niet vanzelf duidelijk is? Ja, want Agamben heeft naar aanleiding van Heidegger zorg om de tautologie, om zaken die zo waar zijn dat ze niet meer specifiek zijn, en daarom hun betekenis verliezen. Als je bijvoorbeeld zegt dat je gebruikmaakt van je lichaam, en dat zoals Heidegger terugvoert op het zijn, waarbij de zijnden uiteindelijk worden begrepen als wat gebruikt wordt door het zijn, dan voegt de term 'gebruik' niets meer toe.

De richting waarin Agamben denkt is de ondermijning van de hele tegenstelling tussen mogelijkheid en realisering. Als we gebruikmaken van iets, dan is dat een activiteit die niet tot een van beide polen te herleiden is. Het is meer dan een (abstracte) mogelijkheid, en niet per se een realisering. Als ik naar het filmpje kijk, zie ik de wilg niet (mogelijkheid), en ook niet hoe Henk geniet van zijn biertje aan het bijzettafeltje (realisering). Ik zie hem schaven en boren, en ik zie hem uitleggen. Henk gebruikt de wereld via de wilg, en de wilg via zijn 'eigene', datgene wat hij in huis heeft.

Misschien kan ik de zaak maar beter zo scherp mogelijk stellen. 'Gebruikmaken van de lichamen', de zo abstract klinkende formule van Agamben, roept in het beste geval een concrete manier van handelen op. Ik denk dat we gediend zijn met concrete praktijken die een voorbeeld geven van hoe het kan, en die dat tegelijk zo concreet mogelijk realiseren. Dat is wat Henk doet, in zijn filmpje. Hij maakt een bijzettafeltje, maar hij doet het zo dat we heel snel het verschil vatten tussen, laten we zeggen, 1 mei en 2 mei. De dag van de arbeid, daarop vraag je ook aandacht, ook voor arbeid, ook desnoods voor een ambachtelijke manier van werken. Maar dat is niet de aandacht die Henk bedoelt met de 'Dag van de aandacht' van zijn vlogs en van 2 mei, die hij voorstelt als opvolger van de 1 meiviering. Op 2 mei moeten we aandacht hebben voor de aandacht, voor de dingen zoals ze onder onze handen ontstaan. De dingen die we niet kunnen hebben. Niet een tak die we afbreken, maar een tak die afbreekt. Een vlinder die voorbij komt.

Stel dat de richting die Agamben inslaat iets voor ons betekent (wat voor mij nog niet vaststaat), dan moeten we denken aan de paradox dat we ons dingen eigenmaken die nu juist niet ons eigendom worden. We raken er vertrouwd mee, met de wilgentakken, met de schaaf en de zaag, en ontdekken zodoende wat die takken aan mogelijkheden in zich bergen en hoe we ze kunnen gebruiken. Het hele onderscheid tussen verborgen mogelijkheden en herkenbare producten vervaagt. Als we spiritualiteit opvatten als de aandacht voor verborgen mogelijkheden, en kapitalisme als de aandacht voor de concrete opbrengst, dan doorbreekt Henk met zijn filmpje deze tegenstelling, en moeten we hier wellicht spreken van aandacht voor het eigene, voor wat we pas in onze tuin gaan zien als we het de tijd en aandacht geven die het verdient.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten