Filosofie is voor mij niet een vorm van strijd. Daarom heb ik moeite met debatten of met de inschakeling van ideeën voor oorlog, zelfs als die rechtvaardig is, gericht op de bevrijding van onderdrukkers. Deze houding blijft ongemakkelijk aanvoelen, omdat ik in deze wereld bij de bevoorrechten hoor.
Misschien ook daarom ben ik blij als de aanleiding voor filosofie iets moois is, iets op het gebied van beschouwing, kunst, poëzie. Zo doe ik toch een beetje aan emancipatie van iets wat in de verdrukking zit.
Het is dus geen toeval dat ik in Wenen terechtkwam in een museum. Altijd fijn om erover te peinzen zodat ik weer een blog heb. De nacht ervoor hoorde ik een cognitiefilosoof op de radio praten over de vrije wil. Ook weer iets moois, zodat ik verbanden kan leggen en mijn blog weer gered is.
Het verband tussen beide aanleidingen deed zich voor toen een vrouw het programma belde die leed aan schizofrenie. Ze hoorde stemmen in haar hoofd die haar opdrachten gaven. Ben je wel vrij wanneer je stemmen hoort van jezelf die overkomen als stemmen van anderen, dwingende stemmen?
In het museum zagen we een videoïnstallatie van Mohamed Bourouissa, 'The whispering of the ghosts'. Een man werd geïnterviewd in een psychiatrische inrichting in Algerije, die last had van schizofrenie. Hij praatte over nare ervaringen in het verleden, toen hij deelnam aan het verzet tegen de Fransen, en door hen was gemarteld, of over zijn verblijf in Engeland waar hij lastiggevallen werd als migrant. Tussendoor zag je bladzijden van een schrift met tekeningen van planten en hun namen.
De maker van deze film was duidelijk bewonderaar van psychiater en filosoof Frantz Fanon (1925-1961), die in deze kliniek had gewerkt (over Fanon, zie ook deze blog). Hij gebruikte het tuinieren als een sleutel voor therapie, maar ook voor politieke verzoening. Als je samen werkt in een tuin stimuleer je elkaars genezingsproces. Of zoiets.
Natuurlijk sprak deze benadering me meteen aan. Ik associeerde Fanon vroeger met gewelddadig verzet, en sloot me liever aan bij filosoof Agamben, die de tuin ziet als een mooi ideaal dat binnen bereik ligt, maar die zich afkeert van politieke actie en geweld. Misschien liggen de ideeën van Fanon en Agamben dichter bij elkaar dan ik dacht.
Maar hoe zit het met die vrije wil? Verwerven we met tuinieren ruimte voor zelfontplooiing, en kunnen we samenwerken met de dwingende stemmen? De sleutel zou kunnen liggen in de kunst. Ik zag snelle beeldwisselingen, planten, de sprekende man en de kunstenaar zelf, hoorde stemmen van Engelse gewelddadige jongeren die de man bedreigden. Wij zien een kunstenaar vaak als een God. Hij verdrijft de demonen met zijn machtige dwingende stemmen. Hiervan was in deze film van Bourouissa geen sprake. Hij bracht de stemmen en beelden bij elkaar, meer niet. Het worden planten in een tuin.
Planten kunnen niet lopen, ze zijn niet vrij om te gaan en staan waar ze willen. Wel kunnen ze groeien en bloeien. Ons vrijheidsbegrip is nog erg gedicteerd door de Franse kolonisators en het onvoorwaardelijke bevel van Kant. Maar wie zegt me dat dit niet al in beweging is? Een plant zie je ook niet à la minute groeien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten