dinsdag 27 juni 2017

Hoe je wol kunt overhouden - René ten Bos over bureaucratie

Er zit een behoorlijke dosis fatalisme in Ten Bos' beschouwing over bureaucratie. Je kunt er wel tegen tekeer gaan, maar ze heeft allang vat op je gekregen. Bovendien is die bureaucratie een inktvis. je kunt er wel een arm afhakken, maar die leeft door en er groeit weer een nieuwe arm aan. Het is zo zinloos om je ertegen te verzetten dat Van den Blink in de Volkskrant zich afvraagt of dit boek wel nuttig is.

Misschien zit daar inderdaad wel een probleem. We kunnen de bureaucratie parodiëren zolang we willen. Dat doe ik zeker ook in deze blogs. Ik heb mezelf beter leren begrijpen. Ik schijt inkt op het scherm in eindeloze alinea's die geen fuck uitmaken en het verdwijnt allemaal in de zee.

Het nut zit daarom niet in een beter begrip of de herkenning. Die herkenning is niet het probleem dat we door Ten Bos opgelost willen zien, want de bureaucratie is voor iedereen al herkenbaar, voor de verdedigers, representanten en kritici. Ook de vrolijkheid van de desacralisatie lijkt geen veelbelovende invalshoek, de verwijzingen naar Agamben ten spijt. Vrolijkheid moet ons, zo weten we nog van Bachtin, bevrijden van de angst.

Maar dat wil Ten Bos helemaal niet. Op zijn laatste bladzijden roept hij als in een psalm Kierkegaard aan met zijn beschouwing over het bijbelverhaal over Nathan die koning David aanspreekt: 'Jij bent die man!' De man die het lam van de arme steelt, de man die zijn overspel verdoezelt door de echtgenoot te vermoorden. Niet dat de inktschijters aanspreekbaar zijn door profeten, dus het heeft geen nut om hen dreigend toe te spreken. Eerder lijkt er sprake van een winwin-situatie. Wanneer we de angst uitbannen, duikt hij ergens anders weer op. Ten Bos verwoordt het bijna onzichtbaar op p.150:
Maar de lezer van de Bijbel is niet te vergelijken met de gemiddelde inktschijter. Dat is de grootste angst: als er geen innerlijk is, dan is er niets - geen verhaal, geen gebeurtenis, geen waarschuwing, laat staan een boek over hem - om in binnen te dringen.
Als je in deze situatie blijft lachen en parodiëren krijgt dit gebaar iets dubbels. Enerzijds kun je niets anders en is het misschien zelfs amor fati. Anderzijds is het bezwering van de angst. Wanneer de angst precies de angst voor het niets is, dan kan die angst altijd opduiken.

De bureaucratie krijgt nu spookachtige trekken. Het spookachtige dat bij Ten Bos ongenoemd blijft, maar bij Marx (Derrida volgend) van elke bladzijde kan worden afgelepeld. Het spookachtige brengt ons bij het messianisme, bijvoorbeeld dat van Hamlet of Kafka.

Je kunt ook je weg vervolgen met Agamben die de bureaucratie niet ziet als de aflosser van werk (opus) maar als de voortdurende in-werk-stelling (en-ergeia) waarvan je bij Ten Bos wel de aanzetten ziet maar die hij ergens onderweg heeft ingeruild voor iets anders. Eerst bespreekt hij bureaucratie als een hyperobject à la Latour. Subjectiviteit is een deelgebied hiervan. Onze subjectiviteit wordt voortdurend in het leven geroepen door het hyperobject. Deze lijn loopt naar Taylor die het humanisme opnieuw uitvindt vanuit de eisen van de productiviteit.

Ten Bos volgt met deze lijn Agamben in diens genealogie van het werk als opus Dei. De vervanging van werk door effect heeft plaatsgevonden bij een kerkvader in de vierde eeuw die de officium-filosofie van Cicero wilde verchristelijken: 'Wij geloven dat het woord officium afgeleid is van efficere, alsof het een efficium [prestatie] zou zijn, maar om het woord mooier te laten klinken is één letter veranderd.' (RtB 118) Het lijkt alsof we hier het werk achter ons laten, waarna de bureaucratie alleen nog geïnteresseerd is in de effecten van het werk, niet in het werk zelf.

Het is de vraag of dit zo is, binnen de filosofie van Agamben. Hij ziet dit effect eerder als de term waardoor dunamis en energeia  ononderscheidbaar worden. Ze blijven dus wel degelijk bestaan. Dat blijkt onder meer wanneer we terugdenken aan Agambens eerdere essay over de kantoorklerk Bartleby, de man die op elke opdracht reageerde met 'I would prefer not to'. Dit essay laat Ten Bos ongenoemd, misschien omdat het niet past in zijn beeld van inktschijters of om andere mysterieuze redenen. Bartleby is moeilijk in te delen bij ambtenaren die gewoon hun opdrachten uitvoeren of bij buitenstaanders. Hij belichaamt een mogelijkheid die ongerealiseerd blijft binnen een samenleving die drijft op noodzaak en wil, op objecten die subjectiviteit opwekken.

Later bouwt Agamben deze gedachte uit met zijn term 'gebruik'. Een meester maakt gebruik van het lichaam van zijn slaaf, zegt Aristoteles. Het gebruik van het lichaam door de slaaf valt dus samen met het gebruik van dat lichaam door de meester. Die notie gebruik ligt aan de basis van Agambens voorstel voor ethiek en politiek, de levensvorm. De levensvorm is het gebruik van zichzelf en de wereld, en als zodanig niets anders dan het leven zelf. Dat leven is 'ontoeëigenbaar' en biedt daarom ipso facto weerstand tegen een economie die drijft op eigendom. Gebruik is bovendien profanerend omdat het de objecten onttrekt aan hun sacrale context en weer beschikbaar stelt voor de gemeenschap.

Het lijkt erop dat Ten Bos zijn parodie behalve aan Agamben en Nietzsche ook ophangt aan het vloeken dat in de bedrijfsfilosofie van Taylor het restant is dat voorkomt dat de pacificatie van de oikonomia zich helemaal voltrekt. Maar als we vloeken noemen we - althans volgens Agamben - expliciet of impliciet de naam van God. Het vloeken past binnen de 'ervaring van de taal' die naast de politieke economie ten grondslag ligt aan ons recht. In Homo sacer raakt die ervaring op de achtergrond. Maar ook in de dominante politiek wordt de vrede nooit helemaal gesloten. De burgeroorlog die tegenwoordig belichaamd wordt door het terrorisme en de strijd ertegen komt voort uit de sfeer van de oikonomia, niet alleen dus de ervaring van de taal maar ook van het lichaam en de vertrouwdheid.

Er zijn dus meer wegen om via Derrida en Agamben na te denken over bureaucratie en de mogelijkheden tot weerstand. Daarnaast kun je ook het spoor Deleuze-Guattari verder volgen, wat Ten Bos een tijdje doet. Hij hangt aan hun Kafka-boekje opnieuw zijn vrolijkheid op, niet erg effectief wanneer je dus juist iets verwacht van de angst. Daarnaast volgt hij de transformatie van de mens naar het dier en andere gestalten, niet erg effectief wanneer je die via de humanisering van Taylor weer ongedaan maakt.

Het lijkt of we met dergelijke uitwis-acten zoiets als een strategie van Ten Bos zelf op het spoor komen. Uitwissen is deels kenmerk van de bureaucratie zelf, het cancelen (zie p.15). Anderzijds is het een mogelijkheid die de bureaucraat niet realiseert omdat hij de bureaucratie wil reproduceren door inkt te schijten. Zo moeten we ook Ten Bos' laatste zin opvatten: 'Die inktschijter is het dier dat trouw de schapen blijft scheren en beseft dat wegvegen altijd nog kan.' (p.152)

Wegvegen kan dus, maar je doet het niet. Geldt dat ook voor de bureaucratie zelf, kan ze zichzelf wegvegen precies door haar wens zichzelf te reproduceren? Althans als mogelijkheid? Precies op dit moment zou de bureaucraat in ons zeggen: 'I would prefer not to.' Maar precies dit maakt de baas razend en gek, hij wordt geconfronteerd met een zinnetje dat hij noch kan opvatten als realisering noch als weigering. Er zijn dus behalve de vrolijkheid en de angst nog andere emoties mogelijk die de bureaucratie zelf oproept en die ineens kunnen fungeren als farmakon voor de bureaucratie.

Het zijn evenzovele lignes de fuite, vluchtlijnen of kruipgaten waarin we ons kunnen verbergen en van waaruit we kunnen kijken. Precies dit kijken wat we doen met onze emoties en transformaties is het ongebruikte potentieel van Agamben en Deleuze, het potentieel van de filosofie. Ten Bos geeft zich er graag aan over, om dit potentieel vervolgens te verengen tot de parodie, de vloek en de profetische aanspraak. Daardoor treedt een sacraliserend effect op, lijkt het alsof de bureaucratie onaantastbaar wordt, heilig en verheven ons leven echt regelt.

Afbeeldingsresultaat voor sheep office

Geen opmerkingen:

Een reactie posten