Livius schreef niet over Augustus. Maar wel over zowat de hele geschiedenis van Rome tot aan zijn eigen tijd. Ook is er zo goed als niets bekend over de relatie tussen Livius en Augustus. We zijn dus voor een groot deel (naast de archeologie) aangewezen op de teksten om te weten te komen hoe Livius over Augustus dacht. Vaak wordt gewezen op de republikeinse sympathieën van Livius, waarmee wordt gesuggereerd dat hij kritisch stond ten opzichte van de dictatuur van Augustus. Maar zo eenvoudig ligt het niet. Augustus getuigde ook openlijk van zijn republikeinse sympathieën, en presenteerde zich graag als de hersteller van de republiek. Hij was voorzichtig met alle associaties met het koningschap, hij had geen zin om net als zijn adoptiefvader te lopen in de messen van de senatoren.
Zo bezien lijkt het werk van Livius precies ook door zijn republikeinse sympathie bij te dragen aan de propaganda voor Augustus als de redder des vaderlands. Hij redde Rome van alle burgeroorlogen en valse machtsaspiraties. Dat hij daarvoor ook alleenheerser moest worden, so be it, maar dat hoef je niet uit te spelen tegen zijn liefde voor de republiek, de republikeinse virtus en de glorie van de geschiedenis.
Gisteren was ik met mijn examenklas (we lezen nu Livius) bij een speciaal voor scholieren georganiseerde lezing van Diederik Burgersdijk. Het was beregezellig, zeker ook in de pizzeria waar we in de werfkelder aankeken tegen een heerlijk kitscherige muurschildering van het Colosseum en waar ik door de leerlingen werd uitgenodigd om weg te dromen naar een glorieuze toekomst die nu binnen bereik ligt. De parallel met de jonge Augustus lag dus in de buurt.
Toch is het niet die glorie die mijn leerlingen het meeste boeit, en mij evenmin. En als ik Burgersdijk goed begrepen heb, hem ook niet. We gingen bij de lezing op de achterste rij zitten. Sommige leerlingen kregen (zoals ook in de lessen wel gebeurt) lekker de slappe lach, een ander zat lekker haar kritiek te ventileren maar we voelden terughoudendheid om deel te nemen aan wat zich in de schijnwerpers afspeelde.
Noem het distantie, een distantie die misschien raakt aan de distantie van Burgersdijk, en dus ook aan die van Livius. Via Livius raakten we hopelijk aan iets van onszelf, hoe impliciet dat ook bleef.
De distantie van Livius moest vooral blijken uit zijn projecties van de Augustijnse glorie op de vroegste tijd, waaraan hij overigens slechts een van zijn 142 boeken wijdde. In talrijke citaten hoopten de associaties met Augustus zich op, vooral rond de wortel aug: augere, auctoritas, augur. Burgersdijk opperde de gedachte dat precies deze projecties misschien getuigden van kritische distantie. Waar Augustus de associaties met het koningschap meed, zocht Livius ze juist op. Misschien wilde hij langs die weg de afstand tussen monarchie en republiek vergroten en Augustus in de kwetsbare schijnwerpers zetten.
Maar hoe moeten we dan weer de barsten duiden in het beeld dat Livius van de vroege koningen schetst? Hij houdt zich keurig aan de serie van zeven koningen (wat weer past bij de zeven heuvelen), maar hier en daar duiken weer namen op van extra koningen. De informatie over extra koningen wordt bevestigd door de studies van de latere keizer Claudius, die zich beroept op Etruskische auteurs. Slaat Livius met zijn knutselwerk barsten in het beeld van Augustus? Of zijn deze observaties het gevolg van de eigen academische agenda van Burgersdijk? Met als gevolg dat hij meer afstand creëert tot de politieke inzet van zijn visie op Livius?
Elders waren deze avond diverse politieke meetings aan de gang. Mijn vriend, de politiek filosoof Evert van der Zweerde, trad op bij een avond in Arnhem over de verkiezingen, en Jesse Klaver schreeuwde bij zijn meetup met vijfduizend bezoekers. Augustus staat in zekere zin nog steeds in de schijnwerpers, en we weten nog steeds niet welke betekenis de barsten hebben, de afstand tot de politiek die we misschien te snel opvatten als kritiek.
Voor mij werd de verwarring niet opgelost door mijn leerlingen. Ze konden helemaal niets met deze academische lezing, en wie weet ook niets met het merendeel van andere academische lezingen. Maar ze waren enorm tevreden over deze avond, ze hadden enorme lol en - geen onbelangrijk detail - ze zijn aan het eind van hun vertaling van zeshonderd regels Livius, inclusief alle propaganda en barsten en afstand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten