Kapitalisme stort in - bij gebrek aan tegenkrachten die het immuner
maken, zegt ex-directeur van het Max Planck Instituut in Keulen Wolfgang
Streeck (zie de Volkskrant van vandaag). Hetzelfde dus wat mij kan overkomen met deze blogs, overigens.
Zou
het ook kunnen zijn dat het kapitalisme anders reageert op deze
anti-immuniteit? Bijvoorbeeld dat het naar binnen groeit zoals een
teennagel naar binnen groeit omdat hij, net als het kapitalisme, moet
blijven groeien en zich innestelt of hinderlijk blijft steken en wonden
veroorzaakt?
Ik weet niet of dit in strijd is met wat
Streeck zegt. De ingrepen die 'socialist' Dijsselbloem pleegt zijn
noodverbanden, geen politieke krachten die reacties uitlokken die het
kapitalisme versterken. Er is dan ook (vooralsnog) geen implosie, maar
een geleidelijke ontwikkeling van het type vis in waterbak met steeds
een graadje warmer.
Het interview opent mij de ogen voor hoe ik Agamben moet lezen. Ik las hem als een bepaald type marxist, met zijn idee dat de politieke economie ons leven totaal beheerst.
De crises, zegt Agamben, maken altijd al structureel deel uit van die
economie en brengen dus niets nieuws. Dat moge zo zijn, ik lees verder bij Agamben en zie: de vorm die de
verandering aanneemt is dat de dingen met het kapitalisme hun bestemming
verliezen en als het ware in de leegte gaan rondtollen. Er kan dus wel
degelijk iets veranderen.
Een andere beschrijving van
Agamben, net als de vorige gedestilleerd uit Walter Benjamin, is dat het
kapitalisme de wereld heilig maakt, dat wil zeggen afgeschermd voor
gebruik. Er is echter altijd een profanering mogelijk als tegenbeweging
tegen deze afzondering. Die tegenbeweging stellen we ons voor als de
beslissing van een individu, een subject. Maar dat model hoort eerder
bij het kapitalisme, waar de subjectiviteit voortvloeit uit het
ondernemerschap. Het gaat eerder om een op elkaar inspelen van de drie
politieke machtsvormen, constituerende, geconstitueerde en ontmantelende
macht. De multitudo is de vorm die het dichtst in de buurt komt van het politieke subject.
Streeck
is echter geen politiek filosoof maar een socioloog. Hij heeft de voor
deze wetenschap natuurlijke neiging om bij de ontmanteling van het
kapitalisme terug te vallen op een visie waarin de groep centraal staat,
'vormen van lokale controle'. Hij ziet de populisten van nu
transformeren in mensen die naar hun volkstuintjes gaan en daar gezellig
aan hun voedsel komen.
De crisis van het kapitalisme
maakt zodoende duidelijk waarin we geloven, willen geloven. We nemen een
deelverschijnsel, het volkstuintje, en bekijken van daaruit de hele
wereld en de dynamiek van de transitie. De natuurlijke ideologie bij
Streecks visie zou het Christendom zijn, hoewel hij die nog net niet
noemt. Hij laat het bij de ondergang van het Romeinse Rijk waarna
kleinere feodale eenheden resteerden.
De rest, dat wil zeggen dat Christendom en andere messiaanse denkmodellen loslaten op deze benadering, is voer voor theologen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten