zondag 24 juli 2011

De toekomst van onze Chinaïsering

Elke beschaving heeft zijn voorouders. Ze ontwikkelen zich tot goden en helden. Er ontstaat moraal. Uit piëteit ontstaat medelijden en respect.

Voorouders zijn beelden uit het verleden die ineens tot ons spreken en ons tijdsbesef in de war gooien. I am thy father's ghost. The time is out of joint. Hier ligt onze kans omdat het nu uiteen getrokken wordt in een heden en verleden, er ontstaat steeds een andere toekomst, de toekomst als komst van de ander.

Helaas, zegt de Russische negentiende eeuwse denker Solovjov, willen de oosterse volken niet mee in deze ontwikkeling. Ze klampen zich vast aan hun voorouders en blokkeren de weg naar toekomst. Nationalisme wordt chauvinisme. Ons regressieve fundamentalisme laat zich daardoor voeden en voordat we het weten zijn we gechinaïseerd.

Misschien verkeek Solovjov zich op een klein dingetje. We hebben het vermogen de afgrondelijke blootstelling aan de voorvader van de ander voor ons behaaglijk te maken. De denker wandelt door de Egyptische woestijn, beroofd en bloot. Dan krijgt hij zijn visioen van Sofia. Van Hamlets geestgesprek maken we een avondvoorstelling. Van de Chinese toekomstloosheid Das Lied von der Erde.

Wat we graag willen is een toekomst met twee gezichten. Solovjov wilde een wereldwijde christelijke familie, maar tekende ook de apokalyps uit die daarvoor nodig was. De regie van de visionair bestaat in de koppeling van gruwel en bekoring.

De chinisering evolueert tot Eurotaoïsme. We bestellen elke week onze bami (Confucius).  We laten de onmerkbare wind over onze huid glijden (Lao Tse). De spiritualiteit van gewoonte en aandacht betekent misschien dat we al terugdeinzen voor sprekende voorouders.


We sussen hen met een buiging en wat fruit.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten