donderdag 24 juli 2025

De honger van Perla

We volgen het spoor van tragedies die bij nader inzien geen tragedies zijn. Of misschien zijn het wel tragedies, maar glijden we haast ongemerkt in de komedie. Laat ik ditmaal maar meteen met het voorbeeld beginnen en niet met de filosofie van alweer Agamben. Of nee, laat ik beginnen met een thema dat nu zo nadrukkelijk in het nieuws is, de honger.

Gisteren waren we weer eens naar de film, ditmaal Perla. Een vrouw in Wenen in de jaren tachtig is afkomstig uit het communistische Tsjechoslowakije, heeft een leuke getalenteerde dochter en krijgt iets met een leuke vent. Ineens wordt ze gebeld door haar man in Tsjechoslowakije. Hij is vrijgelaten uit de gevangenis en wil zijn dochter zien. Moeder en dochter gaan erheen, vergezeld van de vriend. Daar aangekomen snoert het net zich rond Perla. Duidelijk teken van de tragedie is deze onvermijdelijkheid, de schuld en de straf.

De beelden moeten voor zichzelf spreken, wat ze ook mooi doen, maar ik lees in de recensies dat regisseur Alexandra Makarová zelf ook uit Slowakije naar Oostenrijk is verhuisd, en uit een familie komt waar in het verleden werd gevlucht. Haar overgrootouders vluchtten na de revolutie uit Rusland naar Slowakije. Ik lees dat in haar familie steeds over honger werd gepraat.

Zo kan ik de scène beter plaatsen waarin Perla met de andere drie in een restaurant in Košice zit. Ze propt haar mond helemaal vol met eten, eten waar de lokale bevolking hard voor moet werken. Er komt een oude man naar hen toe die haar uitscheldt. Ik ben alweer vergeten wat de directe aanleiding was voor de actie van Perla, maar het lijkt er sterk op dat haar terugkeer naar haar moederland de herinnering aan armoede in haar opwekt. Het lijkt een geval van mémoire involontaire, zoals Proust die zijn madeleine in de thee doopt. Het gebaar van Perla is duidelijk minder subtiel. Het ziet er uit als boulimia die het trauma zichtbaar maakt. Het trauma uit zich in een overdadige actie, in overvloed.

Nu heb ik zelf in een andere serie (zie hier) proberen te verklaren waarom ik met mijn blogs ook de overvloed opzoek. Ik prop mijn scherm vol met blogs, stuur die naar mijn vrienden en zet ze op LinkedIn, in de wetenschap dat het allemaal teveel is. Deze overdadige activiteit zou je freudiaans kunnen verklaren, en dan ben je niet ver meer van de tragedie, de Freud die zijn sfinx op zijn bureau had staan, het monster dat je wurgt als het je niet lukt om het raadsel op te lossen.

Goed, nu dan toch weer Agamben, een kleine dosis Agamben. Hij is in het boek dat ik aan het lezen ben, met aantekeningen uit de jaren zeventig, op zoek naar niets minder dan de rol van ethiek in het menselijk bestaan. Hij realiseert zich gaandeweg dat hij daarvoor beter terecht kan in de komedie dan in de tragedie. 'Er is geen tragische ethiek.' (Zie mijn vorige blog.) Verderop voegt hij toe dat er in een tragedie iets wordt opgelost, in een komedie niet. Ethiek heeft ermee te maken dat je niet iets oplost, maar dat je in relatie blijft met het ongezegde, of preciezer: met de infanzia, de ervaring en het mysterie dat er nog geen taal is, en vervolgens wel. Of preciezer: dat je altijd al spreekt, en het ongezegde schuilt erin, en komt soms boven. Ethiek houdt in dat we in de taal in verbinding blijven met die infanzia.

Ik heb mezelf nu opgezadeld met de opgave om te laten zien hoe in Perla schijnbaar wel iets wordt opgelost (tragedie), maar bij nader inzien niet. Als we denken aan een trauma, uitgelokt door de honger van generaties lang, die zich een uitweg zoekt in de vraatactie van Perla, ligt de oplossing in de straf. Perla lijkt het slachtoffer van de duistere krachten in haar verleden, gerepresenteerd door vooral het gewelddadige communisme. Ze wordt dit verleden ingezogen door haar eigen verlangen, daarin schuilt het Freudiaanse element. Ze verzet zich daartegen, maar geeft zich ook keer op keer over, en maakt keuzes die haar naar de afgrond brengen.

Het komische element zouden we bij nader inzien kunnen zien in diezelfde vraatactie. Ik denk uiteraard weer aan mijn eigen verleden, toen ik me bezighield met de Sovjet-filosoof Michail Bachtin (1895-1975), die schreef over de komische verbeelding in literatuur. Je zou de actie van Perla kunnen zien als vorm van 'grotesk realisme', de uitbeelding van het lichaam waarbij de grenzen tegelijk worden geaccentueerd en opgeheven. Het lichaam is niet meer iets met duidelijke grenzen, het is niet perfect en voltooid, en steeds in verandering.

Bachtin benadrukte dat het groteske realisme in de moderne literatuur duister en individualistisch is. Daarom keerde hij terug naar de romans van Rabelais uit de Renaissance, waarin de mens nog deel uitmaakt van een collectief. In de film zien we dit gebeuren door een merkwaardig ritueel. Als Perla haar man in zijn dorp opzoekt, bij wie ze de urnen van haar ouders gaat ophalen, wordt er een ritueel uitgevoerd door mannen en vrouwen in folkloristische kledij. De vrouwen worden met emmers natgegooid door mannen die hen vasthouden. Als Perla het dorp wil verlaten, wordt ze tegen haar zin meegesleept in dit ritueel, maar wel met een tandje erbij, de mannen slepen haar naar een beek waar ze flink met haar hoofd onder water wordt geduwd.

Je kunt je afvragen of deze film met deze gewelddadige scènes de sfinx is, die ons met Perla wil onderdompelen in het geweld om ons in verbinding te brengen met de duistere wereld die we liefst ongezien willen laten, het grijze communisme (of in deze dagen Gaza). Bekijk je de film via de logica van het groteske realisme, dan moet er iets anders komen bovendrijven, liefst de kern van de ethiek, de verbinding van de taal met infanzia.

Ik kan in dit geval alleen mijn mysterie oplossen door het mysterie niet op te lossen. De oplossing van het mysterie behoort tot de orde van de tragedie. In de tragedie wordt het mysterie opgelost doordat de mens de schuld op zich neemt. We plaatsen onszelf als toeschouwers in de positie van waarzegger Teiresias of van Freud die de duistere gebeurtenissen interpreteert, waardoor we er respect voor hebben. Iedereen is slachtoffer, of zoiets, ook de daders, en zo krijg je via de ervaring van Perla begrip voor alle andere posities.

In de komedie wordt niets opgelost. Het is van meet af aan duidelijk dat de personages personages zijn, wie of wat ze representeren. Perla is een vrouw in Wenen. Haar naam lijkt geen echte naam, eerder een bijnaam, een parel in een gesloten oester of zoiets. Haar vriend Joseph wordt natuurlijk zoals in het evangelie de hoeder van haar kind dat hij niet zelf heeft verwekt. Het kind is getalenteerd en onschuldig. De karakters zijn wat ze moeten zijn in een komedie, ze spelen hun rol. Die rollen moet je zien als kledingstukken, ze zijn omhulsels die ze kunnen uittrekken en weer aantrekken. Schelpen waarin een parel zit geborgen.

Het leven zelf wordt door deze karakters niet gepersonifieerd, er is niemand die met bepaalde acties de schuld op zich neemt zodat het geweld stopt of een ander gezicht krijgt, we krijgen geen begrip voor het geweld, het blijft een mysterie. Wat we wel overal zien is schoonheid. Alles is bijzonder mooi gefilmd, met een bepaalde korrel waardoor je je helemaal in de jaren tachtig waant, met mistige natuur. Schoonheid zien we ook in de kunst, de dochter die zo mooi Chopin speelt en de schilderijen van kunstenares Perla.

Agamben zegt dat schoonheid de gids is naar waarheid. Hij probeert zijn ethiek te verbinden rond de ideeën van Plato, waarheid, goedheid en schoonheid. Schoonheid is de meest mysterieuze van deze ideeën, zeker als ze zo wordt verbonden met geweld waardoor ze wordt ontmaskerd als leugenachtig en illusoir. Het 'groteske realisme' van Bachtin is daar een correctie op, omdat het tegenover de subtiliteit zijn lompe en grove beelden zet. De mooie Perla wordt lelijk als ze al dat eten in haar mond stopt en als ze door de mannen onder water wordt geduwd. Toch is ook het groteske realisme een manier om de zogenaamde 'realiteit', de waarheid, te benaderen via de artistieke verbeelding, deel van de schoonheid.

Schoonheid, zegt Agamben, heeft te maken met exces, met overvloed, en wel van betekenis. Wat we zien kunnen we niet bevatten, en daarom reduceren we het tot beelden in de taal, tot beeldtaal. We willen deze kloof tussen het exces en de taal opvullen, desnoods door de schuld van alles op ons te nemen. Maar voor de ethiek is van belang dat we beide elementen, de ervaring (infanzia) en de taal bij elkaar houden, in hun verschil. Dat is het mysterie dat in de komedie wordt verbeeld door de mens af te beelden als karakter of masker, zodat het leven zelf wordt vrijgegeven.

Op hun manier begrijpen mijn lezers, wellicht beter nog dan ikzelf, hoe dit exces kan werken. Ze staan oog in oog met mijn overvloed, met het water waarin ik bijna verdrink, en waarbij het lijkt of ik die stroming beheers met mijn taal en mijn filosofie. De echte overvloed zit niet in deze blogs, die zit in de honger, de honger van Perla en van Gaza.

RISTORANTE PIZZERIA LA PERLA, Trapani - Menu, prijzen en  restaurantbeoordelingen - Online eten bestellen

 

3 opmerkingen:

  1. ha Anton, ik zie jouw blogs als een nooit eindigende dialoog tussen jou en de wereld. Je laat zien hoe de wereld door jou werkt en hoe jij met je duidingen en taalspelen op de wereld inwerkt. Eigenlijk door en door praktisch. Ik lees jouw uiteenzettingen met de wereld graag. Ik probeer nog te begrijpen hoe jij de ethiek positioneert ten opzichte van het komische. Ik weet niet of ik je daarin goed kan volgen. Temeer omdat je zo duidelijk je afkeer toont van het stellige, terwijl ik bij ethiek denk aan stellingnames. Je bent er een meester in om die stellingnames te bevragen en misschien wel onderuit te halen. Ik zal nooit vergeten hoe jij mijn voordracht uit psalm 73 laatst in verband bracht met mijn passie voor een doorleefd en overtuigd humanisme. Weet je nog?
    Jouw plagerij zal mij tot op de dag van mijn dood achtervolgen. Je spreekt in navolging van onze intellectuele held Bachtin je voorkeur uit voor het komische. Nu begrijp ik jouw lichtvoetigheid en je scepsis en toch ben je wel degelijk een platonist die ook sterk neigt naar stellingnames. Ik vind jou ook stellig, maar dat blijft impliciet.
    Tot zover, ik kan nog uren doorschrijven, maar ik wil jou verder lezen. Tot de volgende blog en amicale groet van Martien.

    BeantwoordenVerwijderen