Het woord eigenlijk is een connector, het verbindt wat wordt gezegd met een betekenis die zich verzwaart met waarheid en werkelijkheid. Nu kun je dit in de filosofie gebruiken en deconstrueren, allemaal leuk en aardig, maar het gewicht ontbreekt.
Het gewicht is volop merkbaar wanneer het woord eigenlijk wordt ingezet in een gesprek. Dan werkt het als een onmiddellijke ontmaskering. 'Hé, je zegt net dat je dit nieuwsfeit niet zou publiceren, maar eerst wil uitzoeken. Maar zou je het wel op internet zetten? - Dat zou dan een punt van discussie zijn. - Maar dat komt EIGENLIJK op hetzelfde neer, toch?' Ja, mes gestoken, geen vervolg meer nodig.
Je zou hieruit kunnen concluderen dat de verwijzing naar waarheid en werkelijkheid vooral in de retorica aan waarde wint. Misschien zou je Plato daarom alleen al de grootste retoricus kunnen noemen, al is het de vraag of je hiermee indruk maakt, gezien zijn imago aan de andere kant van de retorica.
Een andere oplossing is, het woord eigenlijk maar helemaal door te strepen waar het zich aandient. Dat raadde een filosofische vriend me ooit aan. Misschien heeft deze vriend goed beseft wat de kracht van dat woord is. Probeer het uit te bannen, we kunnen deze kracht niet aan.
Eigenlijk voegt het woord eigenlijk niets toe. Het zou eigenlijk beter zijn om het dan maar achterwege te laten. Ja, eigenlijk wel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten