maandag 7 oktober 2013

We zijn al Kritoon

Ja, ineens lijkt Sokrates de aangeklaagde voor zijn vrienden.
Hij laat hen werkelijk in de steek wanneer hij zijn doodstraf accepteert.
Daartegenover stelt Plato de rede van de stad tegen Sokrates (door Sokrates) waarin Sokrates met zichzelf wordt geconfronteerd.

Het is dus Sokrates tegen Sokrates.

Welk een ziek brein, van Plato, om een man zo te schetsen in de richting van zijn hiernamaals.

Hoe laat hij ons achter?

Hoezo, hoe laat wie ons achter, Sokrates of Plato?

Ja, nu moeten we ook iets met die mythes, muzen, benevelde herinneringen, het lawaai der Korybanten.
We moeten erin meegaan om te begrijpen hoe de rede werkt.
En we moeten ons ervoor afsluiten.

We voelen ons verlaten, zoals de dood van geliefden ons achterlaat, zonder vrienden, zonder rede.

Wij zijn het die gestorven zijn, daar zitten we met ons nutteloze geld waarmee we Sokrates hadden willen redden.

Hoe laten zij ons achter, Sokrates en Plato?

Geen zorg meer om de dood, we zijn het al.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten