Als man weet ik niet hoe het voelt om te dragen en te baren. Toch hebben we dat gevoel nodig om te kunnen schrijven. In onze westerse cultuur is het model van dat schrijven het peinzen over wat er gebeurt, wat er gezegd is. Veel filosofie en literatuur is Bijbeluitleg. De Bijbelteksten zijn vaak embryo's, en wij proberen ze te dragen en te baren. Ik zeg nu iets waarvan ik de draagwijdte niet kan overzien, maar misschien is er een gevoel of ervaring in mij waardoor ik er toch in geraakt ben, iets waarmee ik leef en sterf.
Deze gedachten komen in mij op nu ik weer eens Thomas Mann aan het lezen ben, ditmaal zijn tetralogie Joseph und seine Brüder. Mijn methode om lezen om te zetten in schrijven is simpel. Ik lees gewoon door, en heb soms het gevoel op een sleutelpassage te stuiten, een zinnetje of alineaatje waarbij ik het gevoel heb dat het licht werpt op de hele tekst. Eerder had ik het over het wachten, hoe verschrikkelijk dat is (zie deze blog). Nu ben ik weer iets verder en lees ik deze zinnen:
'De hier heersende tegenspraak van de natuur is alleen deze, dat het weke zielen zijn, die dit leven kiezen, allerminst geschapen om te dragen wat ze uitlokken, - terwijl zij die het zouden kunnen dragen er niet aan denken hun hart bloot te stellen, zodat hun niets kan gebeuren.' (p.540)
Mann spreekt hier als verteller, nadat Rahel is omgekomen bij het baren van haar tweede zoon, na Joseph de zoon die in tweede instantie Benjamin genoemd wordt. Het lijkt weinig respectvol om de vrouw hier neer te zetten als weke ziel, maar als die zogenaamde weke zielen de echte helden zijn, lijkt ze model te staan voor Jaakob en de andere bijbelse dragers van de goddelijke zegen. Misschien moeten we de interpretatie van Mann opvatten als een heldenverhaal, het dragen en baren van de embryonische toespelingen in de Bijbel, zoals ik eerder dus al zag, als pogingen om 'in verwachting te zijn', de verschrikking van het wachten uit te zitten en zich eraan bloot te stellen.
Vrouwen beschikken uiteraard over meer wijsheid en ervaring als het om dragen en baren gaat. En zo wees mijn Inez me op een artikel van haar theologische vriendin Anne-Marie Korte over diezelfde Rahel, buiten het universum van Mann gewoonlijk gespeld als Rachel: Significance obscured: Rachel's Theft of the Teraphim - Divinity and Corporeality in Gen.31 (hier bereikbaar voor lezen en download). De titel verwijst naar de korte passage waarin Jacobs oom en schoonvader Laban hem achterna reist als Jacob met zijn gevolg, onder wie zijn vrouwen Lea en Rachel, weer teruggaat naar Bethel. Rachel heeft stiekem de godenbeeldjes (teraphim) meegenomen en Laban haalt alles overhoop om ze terug te vinden. Rachel heeft ze op de plaats verstopt waar ze zit, en tegen haar vader zegt ze dat ze niet kan opstaan omdat ze ongesteld is.
Anne-Marie bespreekt uitvoerig verschillende theorieën over de betekenis van deze 'diefstal', en kondigt haar conclusies misschien al aan in de opening:
'Mieke Bal's work has taught me how important and pleasurable it is to study obscure and fragmentary, or embryonic, passages in the Bible. It is precisely the mystery of the text - not only in it, but also surrounding it - which leads us to an unexpected reality and new insights.' (p.1)
Dat Anne-Marie in eerste instantie verwijst naar semiotische Bijbeluitleg spreekt me aan, omdat ik op haar instituut in de jaren tachtig zelf studeerde en daar de semiotiek tamelijk dominant was, verrassend en veelbelovend. We waren zelf op een bepaalde manier de embryo's die werden gedragen en wat we later baarden (proefschrift, artikelen, blogs) bleef daardoor getekend. Alles leek na die semiotische uitleg ineens volkomen helder. Maar tegelijk obscuur, omdat niet helder was wat er nu precies verhelderd was. Misschien, zoals Greimas het formuleerde, het 'manifestatieniveau', de oppervlakte van de tekst. Waarmee de tekst dreigde te worden gereduceerd tot oppervlakte, basistegenstellingen, terwijl ze pretendeerde de verandering of gebeurtenis te beschrijven die er plaatsvond.
Wat me hier interesseert in dat artikel van Anne-Marie is of ik het kan inzetten om die nietzscheaanse heroïek van Mann in een iets ander licht te zetten. Zijn vrouwen die dragen en baren de echte helden, vooral als ze zoals Rachel sterven bij dat baren? Uiteindelijk, na alle verkenningen, komen we er niet onderuit, zegt Anne-Marie, om de betekenis van die embryonaal aangeduide teraphim te verhelderen. Een lange uitlegtraditie ziet die beeldjes vooral als afgodenbeeldjes, als iets wat ons vroeg of laat moet leiden naar de ware God, waarbij we afstand doen van de afgodendienst. Daarnaar zou die ongesteldheid van Rachel al vooruitwijzen. Het is iets onreins, en hoort ook in de antithetische denkwereld van de semiotici al gauw aan de kant van de afgoden en de duisternis.
In haar bevindingen keert Anne-Marie zich tegen een dominante visie, waarin godenbeeldjes vooral worden geassocieerd met vruchtbaarheid. Als je Mann leest is dit een belangrijk punt. Rahel voelde al vroeg veel liefde voor Jaakob, en wilde per se een kind van hem. In lijn hiermee zou je haar diefstal van de godenbeeldjes kunnen zien als bevestiging, evenals het voor haarzelf fatale baren van Benjamin. Maar de centrale passage waarin ze haar vader zegt dat ze ongesteld is, problematiseert al deze al te directe associatie. Zou het kunnen dat de beeldjes voor Rachel tegelijk nog iets anders symboliseren? De beeldjes zijn, als je goed leest, nooit in het zicht. Rachel houdt ze bij zich, maar uit het zicht. De beeldjes functioneren voor haar niet ter onderstreping van haar zwangerschapswens, maar als hulp bij haar 'onvruchtbaarheid'. Ze is zich zeker sinds de moeizame en pijnlijke bevalling van Jozef bewust van de dreigende en riskante aspecten van een bevalling.
Ik kan nu heel geduldig alle argumenten en complicaties volgen bij Anne-Marie, maar dit is ook maar een blog. De essentie van haar artikel is dat de antitheses van de semiotiek zijn gecompliceerd. De onlichamelijke God van Israël staat nu niet meer tegenover de lichamelijke goden van de omringende volkeren. Lichamelijkheid, vruchtbaarheid en onvruchtbaarheid, zichtbaarheid en duisternis zijn op complexe wijzen verstrengeld, in de Bijbel en onze beschaving die voortkomt uit permanente lezing van die Bijbel.
We kunnen deze conclusie terugkoppelen naar het citaat van Mann, waar de tragische ondergang toch wordt gezien als bezegeling van het heldenleven. We hebben al te veel van Mann gelezen om te denken dat hij ten prooi valt aan de eenzijdigheid van de tragedie. Zijn Toverberg was al bedoeld als satyrspel bij Dood in Venetië, en te vermoeden valt dat we ook de komische bril nodig hebben voor de Joseph-romans. Een komische held gaat liever niet ten onder, hij kijkt wel uit. Op onvoorziene manieren komt hij altijd weg met zijn schurkenstreken en onbezonnen acties.
Met deze bril zouden we ook het artikel van Anne-Marie kunnen lezen. Waarom moeten we die vrouwen altijd op een voetstuk zetten doordat ze met hun bevallingen de pijn en de dood trotseren? Zich zo geweldig kunnen wegcijferen voor de toekomst van man en kinders? Het symbool van de komische actie bij Rachel is wellicht haar diefstal, of 'diefstal'. Het is een vreemd soort diefstal, want goden zijn niet zomaar eigendom van mensen. Vandaar die aanhalingstekens, die we ook bij Anne-Marie terugzien. Bij Mann lezen we dat Jaakob plezier heeft als Rahel hem vertelt over haar diefstal. Zelf weet hij ook alles van diefstal, hij had zijn zegen ontstolen aan Izaak, ten koste van Ezau, die voor het volk vervolgens voor joker staat.
Dat plezier moeten we ook niet onderschatten. We kwamen het al tegen in de eerste zinnen van Anne-Marie, zie in het citaat hierboven. Misschien, wie zal het zeggen, hoort plezier ook bij dragen en baren, maar wat weet ik ervan. Wel voel ik plezier als ik ergens ideeën zie opduiken, met hun complicaties, de listen die worden ingezet als de Bijbel weer eens erg spaarzaam is met zijn gegevens. De Bijbel is dol op embryo's, wij zien liever groei. Mann ziet die groei in de naam Joseph, van het Hebreeuwse jasaf, toevoegen, vermeerderen. Joseph is een erg klein baby'tje, maar hij wordt al 'vermeerderend' genoemd bij zijn geboorte.
Er zit in die hummels, kortom, meestal meer dan je denkt.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten