zaterdag 18 juli 2015

Simons stokken

In Theaitetos van Plato vond ik een stok, een berichtenstok, die bedoeld was om te verklaren hoe taalfilosofie kan vastlopen in zijn eigen draaiingen. Spartanen gebruikten die stok om berichten gecodeerd over te brengen. Teksten werden aangebracht op repen en werden alleen leesbaar als de stok de juiste dikte had. Afzender en ontvanger beschikten beiden over zo'n stok met de juiste dikte. Plato stelt in de dialoog vast dat de redeneringen van Theaitetos onbetrouwbaar zijn omdat de berichtenstok ongemerkt een draai heeft gemaakt.
Plato had dus behoorlijk veel argwaan tegen techniek, omdat die ons zo makkelijk op dwaalsporen kan brengen.

Des te opmerkelijker dat Coen Simon zijn bundeling van teksten van filosofen opent met diezelfde Plato. Want uit Simons inzet spreekt ogenschijnlijk erg weinig wantrouwen. Zo weinig wantrouwen zelfs dat zijn ondertitel niet luidt: filosofen over techniek, maar 'de techniek van filosofen'. Dat 'van' moet je denkelijk niet opvatten in termen van bezit. Filosofen kunnen wel menen dat zij technieken uitvinden, kiezen of gebruiken, maar in werkelijkheid stellen ze na enige twijfel vast dat de techniek hen vooruitsnelt. Zozeer zelfs dat filosofen niets anders overblijft dan de gevolgen van die techniek voor de wereld te overdenken.

Welnu, Simon wil aan de hand van de teksten laten zien dat die gevolgen vaak radicaler zijn dan we denken. We zijn nog steeds geneigd techniek te zien als een middel dat we gebruiken om een doel te bereiken. Tegenover techniek stellen we liefst natuur, een natuurlijke of normale manier van omgang met elkaar en de dingen. Maar wanneer techniek wordt ingelijfd zijn we dat stadium niet alweer voorbij maar ook nog eens ongemerkt.

Hoe zit het dan met Plato? De mens is volgens zijn grotvergelijking gevangen in de wereld van schijnbeelden. Als een van de gevangenen naar buiten wordt gesleurd ziet hij de echte wereld en is hij in staat de beelden in de grot te ontmaskeren als schijnbeelden. In welke zin gaat het hier om onderwijs, om de techniek van het onderwijs? Voor de oppervlakkige lezer lijkt het te draaien om de vraag hoe de ontdekker de waarheid kan overbrengen op degenen die nog steeds gevangen zitten.

Lees je beter, en de korte uitleg van Simon helpt je daarbij, dan moeten we het antwoord in de richting van het geweld of dwang zoeken. De vergelijking zegt daarover:
Stel je nu eens hun genezing voor, hun bevrijding uit de gevangenis van onwetendheid. Hoe zou die toegaan als hun in het werkelijke leven het volgende overkwam? Wanneer iemand werd losgemaakt en gedwongen plotseling op te staan, zijn hoofd om te draaien, te lopen en naar het licht op te kijken, en al die handelingen zouden hem pijn doen en hij zou door de schittering niet in staat zijn de voorwerpen te onderscheiden waarvan hij tot dusver de schaduwen had gezien, hoe zou hij dan, denk je, reageren als men hem zou vertellen dat het maar flauwekul was wat hij tot op dat moment had gezien, en dat hij nu dichter bij de werkelijkheid was en een juistere kijk had op de dingen omdat zijn blik nu was gericht op echte voorwerpen? En als men hem dan ook nog elk voorwerp dat langskwam zou aanwijzen en hem zou dwingen vragen te beantwoorden over wat dat was, geloof je niet dat hij dan met zijn mond vol tanden zou staan en zou denken dat wat hij tot dusver had gezien eerder echt was dan wat men hem nu aanwees? - En als men hem verder zou dwingen naar het licht zelf te kijken, zouden zijn ogen dan geen pijn doen? Zou hij zich niet afwenden en vluchten naar de dingen die hij wel kan onderscheiden, in de overtuiging dat die echt duidelijker zijn dan wat men hem aanwees? - Als men hem nu uit die grot zou meesleuren, met geweld, langs een ruwe, steile weg naar boven, en hem niet zou loslaten voor men hem naar buiten had gesleurd in het licht van de zon, zou hij zich dan niet verschrikkelijk voelen en zich er enorm over opwinden dat hij zo wordt meegetrokken?  (p.23-24)
Dwang is dus het geheim van het onderwijs. Dwang die aanvankelijk geen enkel ander gevolg heeft dan dat de bevrijde gevangene terugverlangt naar zijn schijnhelderheid. Daardoor is weer meer dwang nodig.

De stok om mee te denken blijkt dus gewoon een stok om mee te slaan. Met goede bedoelingen en een goed effect, dat wel. Want uiteindelijk komt de gevangene tot inzicht en ontstaat er een kans voor de andere gevangenen om ook bevrijd te worden.

Het lijkt me een veelbelovend experiment om het boek van Simon te lezen volgens deze waarschijnlijk onbedoelde didactiek. Het is natuurlijk niet onmogelijk dat alle technieken zelf al zo'n dwingend effect hebben dat we ons kunnen afvragen of dit niet gewoon didactisch noodzakelijk is. De dwang zit ook in de manier waarop de technieken ons worden gepresenteerd, als onontkoombaar.

Hoe komt het dan dat we dat meestal niet zo ervaren, dat we techniek vooral ervaren als bevrijdend en ons bestaan veraangenamend?

Er zijn onder andere twee antwoorden die je hierop kunt geven. Het eerste is dat de techniek een uiterlijk middel is dat we naar believen kunnen afstemmen op onze behoeften. Waar Plato nog spreekt van dwang kunnen we die dwang inmiddels evengoed vervangen door prettiger onderwijs. Maar werkelijk alles in het boek spreekt deze optie tegen. Techniek is veel meer dan een uiterlijk middel, ze weet door te dringen in onze leefwereld, ons lichaam en onze innerlijkheid.

Daarom kun je ook denken dat we al deze technieken willen omdat ze overeenkomen met wat we helder en prettig vinden. Precies dus de ervaring van de gevangenen in de grotvergelijking. De technieken houden ons dus effectiever gevangen dan de vervelende wachters. Die vervelende wachters bevrijden soms een gevangene, naar believen. De technieken zullen dat zeker niet doen, omdat ze ons verhinderen het schokkende proces van waarheidsvinding in te gaan.

Lees deze blog niet als een ontmaskeraar van Simon. Deze filosoof doet zijn werk goed, hij wil dat we tussen alle gedachten door kleine momenten van verontrusting meemaken. Misschien wil hij zelfs wel dat we gewelddadig worden, dat we met al die stokken gaan slaan:
Degene die deze 'nieuwe' mensen dan komt vertellen dat hun onlinewereld slechts schijn is en dat offline een beter leven is, zouden ze 'doden als ze hem op een of andere manier in handen konden krijgen'. (p.21)
Daarom moet je als filosoof voorzichtig te werk gaan en niet zomaar aan iedereen de stok meegeven die je berichten leesbaar maakt.

https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/c/cb/Chodowiecki_Socrates.jpg/400px-Chodowiecki_Socrates.jpg

Geen opmerkingen:

Een reactie posten